Alle wafels op een stokje

Consulent Philippe Lyssens heeft in volle politieke en economische crisis in Indonesië een Belgische wafelketen gestart. “Het kan alleen beter worden,” stelt de Gentse jurist en kersverse entrepreneur.

Jakarta (Indonesië)

Van een economische crisis is weinig te merken in de mega- shopping malls van de Indonesische hoofdstad Jakarta. Deze miljoenenstad heeft tientallen winkelparadijzen. Een aantal daarvan wordt nu heropgebouwd, nadat ze tijdens de rellen van vorig jaar door brand waren verwoest. Wat wél opvalt, is dat de luxevitrines van Louis Vuiton, Pal Zileri of Emporio Armani schaars zijn geworden of zelfs helemaal verdwenen. Dat kwam Philippe Lyssen goed uit om de stap te zetten van consultancyopdrachten voor internationale ontwikkelingsorganisaties naar het ondernemerschap. “In de voorbije boomjaren was het onmogelijk om in deze shopping malls één vierkante meter te bemachtigen. De huurprijzen waren onbetaalbaar, tot 200 dollar per vierkante meter; vandaag heb je met wat geluk een prima locatie voor één derde van die prijs.”

Hij voegt eraan toe dat vooral voeding het goed doet in een crisisperiode en verwijst naar het succes van supermarkten als het Belgische Delhaize, de Nederlandse Makro en hun sinds kort sterk opkomende Franse concurrenten: Carrefour en Continent. “Vooral de lokale producten, die een upgrading doormaken en de import verdringen, verkopen vlot. En dat is precies wat wij doen: geïmporteerde koekjes vervangen.”

EEN BRUSSELS CAFÉ

en vier verkooppunten voor Brusselse wafels in Jakarta, dat is het resultaat waarmee Lyssens na één jaar werking kan uitpakken: PT Larti Belindo, Lyssens’ bedrijfje (100% eigendom van zijn Indonesische echtgenote), heeft 30 werknemers in dienst voor een omzet van 700.000 Belgische frank. “We verdubbelen de omzet om de zes maanden en zouden voortdurend verder kunnen uitbreiden,” lacht de nieuwe entrepreneur. Hij liet machines overkomen uit België.

“Je moet, om hier zoiets op te starten, een manusje-van-alles zijn: dat gaat van het afstellen van recepten – waarbij Puratos Indonesië, één van onze plaatselijke grondstoffenleveranciers, ons met raad en daad heeft bijgestaan – tot het ontwikkelen van een concept voor de verkooppunten en het uitwerken van de verpakking en de marketing. En dan ook nog het uitwerken van een logistiek voor een efficiënte bevoorrading van de counters in deze groezelige en uitgebreide megastad. Als entrepreneur kom je hier echt wel helemaal aan je trekken.”

Ontwikkelingswerker

Lyssens werkte als consulent voor Het Rode Kruis, de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR, het Internationale Arbeidsbureau ILO en voor Transtec, in het toenmalige Zaïre, in Mauretanië, El Salvador, Thailand en Indonesië. Voor de Centrale Bank van Indonesië en de Duitse ontwikkelingsorganisatie Gopa hield Lyssens zich jarenlang bezig met kredietverlening aan en het begeleiden van kleine bedrijfjes.

Zijn jarenlange ervaring heeft zijn twijfels over de doeltreffendheid van de huidige ontwikkelingssamenwerking enkel doen toenemen. “Het loopt telkens fout bij de implementatie, omdat er een discrepantie bestaat tussen het officiële discours en de realiteit op het terrein. En wellicht kan die kloof enkel worden overbrugd indien echte ondernemers van bij ons worden ingeschakeld. Ik zie dat nu bij het starten van mijn bedrijf: het zijn gewone mensen uit de wijk die wij hier on the job opleiden. Je bereikt maar resultaten als er een échte betrokkenheid is van de trainer. En die is er, aangezien het om mijn eigen bedrijf gaat. Mijn mensen werken heel toegewijd, omdat we voortdurend met elkaar de problemen doorpraten. In ontwikkelingsorganisaties ontbreekt die essentiële link meestal.”

Lyssens kwam op het idee om met wafels te beginnen, nadat hij had vastgesteld hoe gretig Belgische wafels bij Indonesiërs aansloegen op de jaarlijkse Wic-bazar: de Women’s International Club is een charity-evenement van alle buitenlandse ambassades in Jakarta.

Lyssens: “Indonesiërs eten met hun ogen: wafels met allerlei toppings vallen erg in de smaak. Omdat ze hun handen niet graag vuil maken, verkopen we onze wafels op stokjes. Dit product is nieuw, middle class up en omdat het geen impulsproduct is, is de locatie zo belangrijk. Bovendien eten Indonesiërs niet al lopend. Een druk bezochte plaats in een shopping mall met gelegenheid om te zitten is wat we nodig hebben.”

In april opende Lyssen in het zakencentrum van Jakarta zijn eerste Brussel Café. “Ik weet niet hoe groot mijn markt is, maar dat er een markt is, staat vast.” Hij is inmiddels ook gestart met het maken van harde wafeltjes voor de buitenlandse voedingsketens.

Met zijn 13 miljoen inwoners biedt Jakarta nog tal van uitbreidingsmogelijkheden. Maar Lyssens denkt ook aan andere steden als Surabaya en zelfs verder aan Belgische wafels op Bali. Daarvoor doktert de jurist een franchisingformule uit.

E.B.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content