Alfacam blijft in de familie
De groep Hinduja heeft een principeovereenkomst om Alfacam te redden. De internationale familiale holding houdt er strenge Indiase tradities op na.
Hinduja staat onder leiding van vier broers. Srichand en Gopichand Hinduja, respectievelijk voorzitter en covoorzitter van de groep, haalden in 2001 de wereldpers toen bleek dat de Britse minister voor Noord-Ierland Peter Mandelson zijn collega van Binnenlandse Zaken had gebeld over hun nationaliteitsverzoek. De Hinduja’s hadden voordien een miljoen pond bijgedragen aan de bouw van de Millennium Dome, die door Mandelson was gesuperviseerd en waarvan de Hinduja’s — praktiserende hindoes — de sectie ‘Geloof’ sponsorden. Uiteindelijk nam Mandelson ontslag. De broers kregen hun Brits paspoort.
Ze waren in 1979 naar Londen uitgeweken vanuit Iran, waar de Hinduja-groep haar hoofdkwartier had tot de islamitische revolutie een einde maakte aan het regime van de sjah. In Londen hebben de vier broers elk een appartement in het 65 are grote Carlton Terrace House aan de Mall, in de buurt van Buckingham Palace. De familie betaalde in 2006 ruim 86 miljoen euro voor het uitgeleefde complex en trok daarna nog eens 60 miljoen uit voor de renovatie. In oktober schatte Forbes het fortuin van de Hinduja’s, die Bill Clinton en de Britse koningin onder hun kennissen mogen rekenen, op 8 miljard dollar (6,2 miljard euro).
Afgeblokt
De derde broer, de Zwitser Prakash P. Hinduja (67), neemt vanuit Genève de Europese belangen van de groep waar. Srichand is er voorzitter van de Hinduja Bank, de private handelsbank van de groep. Hinduja deed in 2010-2011 een bod van 1,35 miljard euro op de private-bankingdochter van KBC. De Luxemburgse toezichthouder stak er een stokje voor.
Ashok P. Hinduja (62), de jongste broer, heeft nog altijd de Indiase nationaliteit en runt de Indiase belangen van de groep. Zijn dochter Ambika volgde filmschool in Londen en brengt in 2014 als producer haar derde film uit, de Hindi-komedie Idhar Udhar. Voordien viel ze in de familie op door haar sobere huwelijk in Mumbai met slechts 6000 gasten, in plaats van de 10.000 van haar neven, die functies hebben in de groep.
Dat de familie vasthoudt aan de Indiase gebruiken – het zijn vegetariërs en geheelonthouders ondanks de Cannes Film Festival-party’s in hun villa aan de Azurenkust in de jaren negentig — kwam in 1992 dramatisch tot uiting toen de enige zoon van Srichand zelfmoord pleegde na tegenkanting van de familie tegen zijn niet-gearrangeerde huwelijk met een katholieke jeugdvriendin.
Trading met Iran
De stichter van de dynastie, Parmanand Deepchand Hinduja, was afkomstig uit de provincie Sindh in het huidige Pakistan. Hij werd rijk met trading met Iran en export naar het Westen. De grote expansie kwam er pas na zijn dood in 1971, onder de tweede generatie. In 1984 kocht de familie Gulf Oil International, de internationale tak van de Amerikaanse smeermiddelenfabrikant. Hun invloed in India was toen al groot genoeg om verdacht (en later vrijgepleit) te worden van corruptie in de Bofors-zaak, een schandaal uit 1986 over steekpenningen bij de aankoop van 410 Zweedse howitzers door de regering van Rajiv Gandhi.
In 1987 namen de Hinduja’s het verlieslatende Ashok Leyland over, een Indiase producent van bussen, vrachtwagens en militair materieel, dat in zijn jongste boekjaar 1,6 miljard omzette — met winst — en in 2007 werd getipt als overnemer van Van Hool.
Andere beursgenoteerde participaties zijn IndusInd Bank, de bedrijfsprocesoutsourcer Hinduja Global Solutions (24.000 werknemers, 228 miljoen euro omzet), de componentenfabrikant Hinduja Foundries en de investeringsmaatschappij Hinduja Ventures. Met dat laatste vehikel zit de groep onder meer in de mediasector, waar hun filiaal IndusInd Media and Communicatons zich tot de top drie van de Indiase kabeldistributie rekent.
Politiek advies
De broers zijn niet te beroerd om aan beide kanten van de wereld de regering van advies te dienen. Gopichand zei in maart in een bijtend interview dat het visa- en belastingenbeleid van premier David Cameron rijke Indiërs en persoonlijke vrienden naar Genève of Dubai joeg. Eerder had Srichand de Indiase minister van Financiën al aangeraden een amnestie te organiseren voor Indiaas geld op buitenlandse rekeningen.
Niet onbelangrijk voor Alfacam Group is dat de Hinduja-groep eigenlijk vanuit een filosofie van joint ventures denkt. Volgens het principeakkoord met Alfacam zou Hinduja de groep een kredietlijn van 24 miljoen verschaffen en 6 miljoen kapitaal inbrengen. Het boekenonderzoek loopt nog.
BRUNO LEIJNSE, ILLUSTRATIE DAAN ROSSEELS
De Hinduja’s schromen niet om ministers van advies te dienen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier