Afwisseling aan de top

De Beleggerscompetitie heeft een nieuwe leider. Maar de wedstrijd is nog lang niet in een definitieve plooi gevallen.

Voor het eerst sinds lange tijd staat pmanager niet meer aan de leiding van het algemene klassement van de Beleggerscompetitie. Deze speler kreeg wat kritiek op het forum, omdat hij niet voluit zou gaan, maar het is juist verstandig dat hij zijn strategie afstemt op die van zijn tegenstanders. Pmanager is nog altijd tweede en dus zeker niet uitgeteld voor de eindoverwinning. Hij blijft hoe dan ook de leider in de studentenrangschikking, waar Diddenboyke zich opwerpt tot zijn naaste belager. Net zoals de vorige jaren lijkt het erop dat de wedstrijd spannend blijft tot het slot.

Heel wat spelers doen ook hun best om het maandklassement van april te winnen. De voorlopige leider SKY HIGH slaagde erin in veertien dagen tijd een winst van 12,71 procent te halen. Maar ook hier kan nog heel wat gebeuren.

Zoveel hoofden, zoveel zinnen

Voor alle spelers kan het instructief zijn een blik te werpen in de portefeuilles van de koplopers. Edwardo, de nieuwe leider in de algemene rangschikking, verzilverde zijn aanzienlijke winst op de turbo long AEX 335.1. Af en toe winst nemen hoort nu eenmaal bij beleggen. Edwardo is voor 50 procent belegd. Zijn portefeuille bestaat nog uit zes posities: Alcatel-Lucent, ArcelorMittal, Gold Fields, Royal Imtech, ING Groep en TomTom.

In de portefeuille van pmanager zit één positie, een turbo short op de AEX, waarmee hij wil inspelen op een daling van de Nederlandse beurs. de nummer drie, Maarten Janssens, combineert dan weer een baissestrategie op de indexen — trackers short met een hefboom op de CAC40 en de Eurostoxx50, en een turbo short op de AEX — met vijf aandelen: Belgacom, Galapagos, KPN, Nyrstar en TomTom. Diddenboyke realiseerde een monsterwinst van 268 procent met een turbo short op goud, die hij aan het begin van de wedstrijd kocht. De recente crash van de goudprijs heeft hem dus geen windeieren gelegd.

Turbo’s en opties

Turbo’s behoren, net als opties, tot de afgeleide producten of derivaten. Maar turbo’s scoren op een aantal punten beter dan opties. Het grote voordeel ervan is dat de belegger geen verwachtingswaarde betaalt; hij betaalt alleen de intrinsieke waarde. Een belangrijk verschil is dat opties beperkt in de tijd zijn, terwijl turbo’s geen vaste afloopdatum hebben. In theorie kunnen ze eeuwig lopen, maar de keerzijde van de medaille is dat ze in een mum van tijd kunnen worden uitgestopt.

Wanneer een belegger een optie koopt, lijdt hij verlies als de optie expireert en onder de uitoefenprijs blijft. Met een turbo loopt hij dat risico niet, op voorwaarde dat de stoploss niet wordt aangetikt. Net zoals bij een optie kan een belegger bij een turbo de hoogste winst halen als hij het grootste risico loopt, meer bepaald door een turbo met een hoge hefboom te kopen.

Een voordeel van opties is dat de houder ze kan verkopen of schrijven. Het schrijven van een putoptie kan een interessante tactiek zijn als een aandeel laag staat. De verkoper haalt dan een premie binnen, waardoor hij voor het aandeel nog minder betaalt dan wanneer hij het verplicht zou moeten kopen. Stijgt het aandeel, dan heeft hij na afloop van de optie de premie verworven.