Afscheid van de jeugd
De rijke wereld bereikt in 2009 de middelbare leeftijd. Tijd voor een frisse blik op ouder worden.
Cate Blanchett, Jennifer Lopez, Renée Zellweger, Catherine Zeta-Jones en Jennifer Aniston horen het misschien liever niet, maar ze worden allemaal 40 in 2009. Als ze hun kaarsjes uitblazen, kunnen ze misschien het volgende demografische detail overwegen: de mediaanleeftijd in de zeven grote rijke democratieën (de G7) zal ook de 40 halen in de loop van komend jaar.
De rijke wereld vergrijst in snel tempo. Duitsers, Italianen en Japanners zijn nu al gemiddeld gevorderde veertigers. In 2009 zullen de Britten, de Fransen en de Canadezen hen gezelschap komen houden. Volgens één schatting stijgt de mediaanleeftijd van de West-Europeanen gemiddeld twee dagen voor elke week die voorbijgaat. En dat zal nog minstens een paar decennia zo blijven. In de G7 blijven alleen de Amerikanen relatief jong, met een me-diaanleeftijd van amper 36,4 jaar in 2009, en dat dankzij de gestage toevloed van jonge Mexicanen.
Doet het er wat toe? Blanchett en consorten zullen beweren dat “hun beste werk nog moet komen”. Voor anderen is er een massa advies beschikbaar over hoe men gracieus oud kan worden.
Ook voor gemeenschappen houdt ouder worden zekere voordelen in: langer leven en een betere gezondheid zijn op zichzelf goede zaken en ze houden bovendien verband met snellere economische groei. Een studie heeft uitgewezen dat voor elk jaar dat de gemiddelde levensverwachting van een bevolking toeneemt, het bbp per hoofd van de bevolking met 7 procent stijgt. Er zijn ook maatschappelijke baten: minder jonge mensen betekent gewoonlijk minder criminaliteit.
Demografen, economen en politici hebben echter gelijk om te piekeren over onze vergrijzing. In de rijke wereld daalt het aantal baby’s en zwellen de rangen van de gepensioneerden aan. In 2008 waren er voor het eerst meer Britse gepensioneerden dan kinderen. Tegen het midden van deze eeuw zal de gemiddelde Japanner 55 jaar oud zijn. De tendens zal overigens ook niet omkeren. Ondanks een piepkleine toename van de vruchtbaarheidscijfers in sommige Europese landen, blijft de geboorteschaarste voortduren. En hoewel migratie het enige is dat verhindert dat veel Europese bevolkingen inkrimpen, zal de toevloed van buiten weinig veranderen aan de leeftijdsopbouw.
De weg bergaf
Het gevolg is dat onze actieve bevolking begint te verschrompelen, hoogstwaarschijnlijk al vanaf 2009. Volgens een studie van de Wereldbank bereikte de Europese beroepsbevolking in 2008 een piek en zal ze nu beginnen te dalen naarmate er meer oudere werknemers met pensioen gaan dan er jongeren zijn om hun plaats in te nemen. In de rijke wereld zal de actieve bevolking, zoals ze gewoonlijk gedefinieerd wordt (tussen 15 en 65 jaar), naar verwachting in 2010 pieken op ongeveer een half miljard mensen. Daarna gaat het bergaf en zal het arbeidspotentieel met zowat 25 miljoen eenheden dalen in de daaropvolgende vijftien jaar.
In Europa zal vanaf 2009 het aantal niet-actieven toenemen die afhangen van de rijkdom die door anderen gecreëerd wordt. In het West-Europa van vandaag zijn 3,8 mensen aan het werk voor elke gepensioneerde. Binnen iets meer dan twee decennia zullen dat er voor elke ‘grijsaard’ nog maar 2,4 zijn.
De voor de hand liggende reactie is om de pensioenleeftijd geleidelijk achteruit te schuiven. Een aantal economieën, vooral de Europese, kunnen een ervaren, bedreven en over het algemeen gezonde oudere bevolking best gebruiken. In Amerika, Japan en Zuid-Korea blijven veel meer vijftigers aan de slag dan in West-Europa. (T)
DE AUTEUR IS NIEUWSREDACTEUR VAN ECONOMIST.COM
Door Adam Roberts
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier