Actie, nu!
Wat de Verenigde Staten betreft, kunnen we moeilijk ontkennen dat het land zowel monetair als budgettair de economie probeert te stimuleren.
Wat de Verenigde Staten betreft, kunnen we moeilijk ontkennen dat het land zowel monetair als budgettair de economie probeert te stimuleren. De hamvraag is of die stimulans ook zal werken. Elk Amerikaanse gezin krijgt, als gevolg van de belastingverlagingen van president George Bush, dezer dagen een cheque in de bus van ergens tussen de 300 en de 600 dollar. Gaan zij dat spenderen of veeleer als spaarcentje achter de hand houden? Vergeet niet dat hun aandelenportefeuilles flinke klappen te incasseren kregen en de waarde van hun onroerend bezit ook onder druk staat.
Bij de FED, de Amerikaanse centrale bank, leeft er grote onrust over de effectiviteit van de omvangrijke monetaire stimulering die ze sinds het begin van dit jaar doorvoerde.
Monetaire verstrakking leidt haast zonder uitzondering tot afremming van de economische activiteit. Zo hangt de huidige terugval in de VS in belangrijke mate samen met de rentestijgingen uit 2000. Monetaire stimulering kan compleet de mist ingaan als de economie zich in een periode van zogenaamde debt deflation bevindt _ een situatie waarin particulieren en ondernemingen zich vooral richten op de vermindering van de aangegane schulden. Met een historisch hoge schuldgraad van 135% van het BBP, zijn de Amerikaanse gezinnen en bedrijven dringend aan zo’n afbouw toe. Niemand weet hoe lang en intensief die afbouw zal wegen op het economisch klimaat.
Een dergelijke debt deflation is trouwens al jaren een van de boeien waarmee de Japanse economie vastgeketend zit. De structurele hervormingen van premier Junichiro Koizumi, en het feit dat de Japanse centrale bank de voorbije weken eindelijk tot effectieve geldcreatie overging, openen het perspectief dat de vicieuze cirkel waarin de Japanse economie nu al meer dan tien jaar gevangen zit toch doorbroken kan worden. Op korte en zelfs middellange termijn vallen voor de wereldeconomie echter weinig impulsen te verwachten vanuit Europese hoek.
Rest ons nog euroland. Los nog van het dwingende kader van het groei- en stabiliteitspact, beschikken slechts enkele eurolanden over de ruimte om budgettair de teugels te vieren. Meer nog, de grote drie _ Duitsland, Frankrijk en Italië _ zitten begrotinsgewijs al in de rats nog voor de effecten van de economische terugval zich tastbaar manifesteren. En dus gaan de blikken onvermijdelijk in de richting van de ECB.
Recente verklaringen van ECB-topmensen doen vermoeden dat we eerstdaags een rentedaling mogen verwachten. Rekening houdend met de conjuncturele toestand (Duitsland staat op het punt om inzake economische activiteit in de mincijfers te duiken) en het duidelijke perspectief van inflatie-afkoeling, mag de ECB niet aarzelen om in te grijpen. De Europese gezinnen en ondernemingen worden veel minder dan hun Amerikaanse collega’s geconfronteerd met hoge schuldenlasten, zodat de doorwerking van monetaire stimulering naar de reële economie wel eens snel zou kunnen gaan. Een rentedaling met 50 basispunten zou dan ook een verantwoorde beleidsdaad van de ECB zijn.
Johan Van Overtveldt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier