7 redenen om goud te kopen

Goud glanst weer. Vorig jaar nam het edele metaal 25% in waarde toe. Groter kon het verschil met bijvoorbeeld de Brusselse beurs, die een gemiddelde return van -27% te zien gaf, niet zijn. En ook in 2003 komt er beslist geen einde aan de feestvreugde.

Begin 2002 werd een ons goud nog verhandeld tegen 278,95 dollar. Eind vorig jaar kostte datzelfde ons al 348 dollar. Goed voor een prijsstijging van 25%.

Toch is de stijging van de goudprijzen op de markt vrij recent. Nadat het edele metaal midden januari 1980 een dagkoers van 850 dollar per ons had bereikt, volgden twee decennia die werden gekenmerkt door een bijna ononderbroken neergaande tendens. In juli 1999 werd een ons tegen amper 252 dollar verhandeld, een bodemkoers die twee jaar later nóg eens werd bereikt.

Sindsdien echter is de goudkoers gestaag de hoogte ingegaan. Vanwaar die stijging? Gaat het alleen om speculatie? Is het al te laat om nog op de rijdende trein te springen? We nemen zeven factoren onder de loep die de prijs van het gele metaal opwaarts beïnvloeden.

1. Daling van het goudaanbod

Net zoals bij alle schaarse goederen is de prijs van goud onderhevig aan de wet van vraag en aanbod. Twintig jaar van dalingen op de goudmarkt hebben geleid tot een sterke vermindering van het aanbod. Voor heel wat mijnmaatschappijen volstond de lage prijs van het edele metaal niet langer om de vaste kosten te dekken. Het voorbije decennium deed zich dan ook een brede fusiebeweging voor in de mijnsector, die aanleiding gaf tot de vorming van grote Amerikaanse en Zuid-Afrikaanse groepen. Sinds 1999 heeft niet minder dan 40% van de goudmijnen zijn activiteiten gestaakt. Ofwel werden ze opgeslorpt door een van de grote actoren.

2. Gebrek aan nieuwe exploratieprojecten

Een afgeleid effect van de zwakke goudprijs is het gebrek aan nieuwe exploratieprojecten. Exploratie vergt immers heel wat kapitaal. De rentabiliteit van het exploratieonderzoek was de jongste jaren erg middelmatig, precies door de zwakke prijs van het mineraal. Het gevolg is dat nagenoeg niet langer wordt gezocht naar nieuwe mijnen en dat aan een eventuele sterke stijging van de vraag niet zomaar kan worden voldaan. Tussen de ontdekking van een nieuwe goudader en de commerciële uitbating ervan verlopen gemiddeld vijf jaren, zodat zelfs een sterke stijging van de goudprijs niet onmiddellijk zal leiden tot een aanzienlijker aanbod. Recente studies van de Wereldbank en van het Canadese studiebureau Beacon Group hebben aangetoond dat tijdens de volgende vijf tot acht jaar de wereldgoudproductie met niet minder dan 30% zal dalen.

3. Hedgingfenomeen

Hedging – of de verkoop van goud dat nog moet worden ontgonnen – is een overlevingstechniek die nogal wat producenten hebben toegepast tijdens de lange periode waarin de prijs van het gele metaal afbrokkelde. Door op voorhand een prijs vast te stellen, dekten ze zich in tegen een continue daling van de goudprijs en konden ze intussen pogen om hun productiekosten aan te passen aan de inkomsten.

Het spreekt voor zich dat een dergelijke strategie averechts werkt bij stijgende prijzen. Als een producent op termijn meer goud heeft verkocht dan hij in bezit heeft, zou het wel eens kunnen dat hij een deel opnieuw tegen hogere prijzen moet kopen, wat in extreme gevallen tot een bankroet kan leiden. Als de goudprijs nog eens een bruuske opstoot krijgt, zullen alleen de producenten die unhedged (ongedekt) zijn daarvan optimaal profiteren. Enkele grote mijngroepen die traditioneel een groot deel van hun productie op voorhand verkochten, hebben vorig jaar besloten om hun hedgingpositie aanzienlijk af te slanken door goud opnieuw in te kopen. Met andere woorden: ook zij verwachten dat de goudprijs nog verder zal stijgen.

4. Rol van de centrale banken

Aangezien goud vroeger ook een monetaire functie had, hadden de centrale banken grote hoeveelheden van het edele metaal in reserve. Sinds de opheffing van de goud-dollarconvertibiliteit hebben sommige banken een groot deel van die reserves verkocht op de ‘ open market‘, waardoor de prijs van het edele metaal sterk onder druk is komen te staan.

De Verenigde Staten en Japan hebben niét aan die verkoopoperatie meegedaan. Meer nog: ze hebben bevestigd dat ze hun goudreserves ook in de toekomst niet zullen verkopen. Zo’n 85% van het ‘officiële goud’ in de wereld zal bijgevolg in vaste handen blijven. Dat betekent dat het bijkomend aanbod van goud door de centrale banken de komende jaren eerder beperkt zal zijn en in geen geval zware druk zal uitoefenen op de goudprijs. De centrale banken van China en Rusland kochten de voorbije jaren zelfs goud in.

5. Vlucht van de spaarders

Een onzeker financieel klimaat is traditioneel een bondgenoot van het goud. Op dit ogenblik heerst alom onzekerheid, niet alleen op economisch maar ook op geopolitiek gebied. De continue daling van de aandelenbeurzen tijdens de voorbije drie jaar (in België moeten we zelfs van vier jaar spreken) heeft heel wat beleggers misnoegd achtergelaten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat een aantal onder hen klassieke en veilig geachte beleggingen heeft opgezocht.

Behalve het spaarboekje en de termijnrekening, maakt ook het goud deel uit van die categorie. Het gele metaal heeft geenszins te lijden onder de inflatie (geldontwaarding), wat niet het geval is voor papieren geld. Goud brengt geen verplichtingen met zich en wordt niet geëvalueerd op basis van kunstmatig opgeblazen aankoopwaarden (goodwill); er is geen sprake van beknotte winst. En ten slotte werkt de goudmarkt ook niet met obscure Koreaanse filialen…

6. Macro-economische onzekerheid

Ook op macro-economisch vlak heerst grote onzekerheid. Ondanks de aanzienlijke daling van de kortetermijnrente, is de Amerikaanse centrale bank ( Federal Reserve, kortweg Fed) er vooralsnog niet in geslaagd om de Amerikaanse economie weer op de groeisporen te zetten. De reële rentevoet is op dit ogenblik negatief, zodat de mogelijkheden voor een voortgezette versoepeling van het monetaire beleid beperkt zijn. In Europa is de toestand nauwelijks beter. Duitsland, de grootste staatshuishouding op het Oude Continent, bevindt zich op de rand van een recessie en het vertrouwen van de bedrijfsleiders en consumenten staat er op een dieptepunt. Japan wordt geconfronteerd met een crisis in zijn financieel systeem en tracht nog altijd de wonden te helen van de opeenvolgende recessies die zich het voorbije decennium hebben voorgedaan. Alle hoop lijkt nu gericht op China, maar dat land zal op zijn eentje de economie niet kunnen redden.

Enige euforie aangaande een krachtige heropleving van de wereldeconomie is dus misplaatst. De daling van de Amerikaanse dollar weerspiegelt de huidige tendens: sinds hij zijn topkoers haalde, heeft hij al 20% van zijn waarde tegenover de euro verloren. Voor de Amerikanen is dat niet echt een slechte zaak, want een goedkope dollar is niet alleen gunstig voor de export, maar zwengelt ook de inflatie aan, wat de schuldenpositie kan verlichten. Aangezien de goudprijs in dollar wordt uitgedrukt, leidt een daling van de koers van de greenback automatisch tot een stijging van de goudprijs.

7. Verwarde internationale toestand

Op geopolitiek vlak is de toestand in jaren niet zo verward geweest. Niet alleen Irak, maar ook Noord-Korea en het Midden-Oosten vormen mogelijke conflicthaarden. En het gevaar van islamitische terroristen is nooit ver weg. Omdat het goud nu eenmaal het statuut van ‘vluchtwaarde’ geniet, rust er ook een oorlogspremie op. Toch zal speculatie in verband met een eventuele uitbarsting van een oorlog met Irak op korte termijn niet veel veranderen. De huidige geopolitieke spanningen zijn immers van die aard dat ze niet van de ene dag op de andere zullen verdwijnen.

Koen Lauwers [{ssquf}]

Beleggers die profijt willen halen uit de stijging van de goudprijs kunnen ofwel echt goud aankopen ofwel aandelen van goudmijnen aanschaffen.

De volgende vijf tot acht jaar zal de wereldgoudproductie met 30% dalen. Een dalend aanbod leidt tot hogere prijzen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content