4,3 miljard voor extra groei
De Vlaamse regering wil met eenmalige overheidsinvesteringen het voortouw nemen in het relancebeleid na de coronacrisis. Daarmee geeft ze gehoor aan de smeekbedes van de experts van het Economisch Relancecomité en de SERV, de denktank van de Vlaamse regering.
De regering-Jambon is een jaar oud, maar ze is er nauwelijks in geslaagd boven zichzelf uit te stijgen. De Vlaamse ploeg kreeg tijdens de coronacrisis de kans om het federale beleidsvacuüm op te vullen, maar slaagde daar niet in. In zijn Septemberverklaring kondigde minister-president Jan Jambon (N-VA) een relanceplan aan, dat zijn regering een tweede adem moet geven. “We moeten aan de heropbouw van de economie beginnen”, aldus Jambon.
De Vlaamse regering investeert daarom eenmalig 4,3 miljard euro in de Vlaamse economie. De zorg krijgt ruim 500 miljoen euro extra, het onderwijs 250 miljoen. Voor fietspaden maakt de regering 150 miljoen euro vrij en de missing links in het Vlaamse wegennet worden verder weggewerkt. Er komt een datanutsbedrijf, dat er onder meer voor moet zorgen dat het 5G-netwerk zo snel mogelijk ontsloten wordt. Naar de digitale transformatie gaat 800 miljoen euro en naar het klimaat 1,2 miljard euro, waarvan 500 miljoen euro voor een Blue Deal, om de droogte aan te pakken. Jambon bevestigde dat de Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) 1 miljard krijgt voor achtergestelde leningen en kapitaalparticipaties, en het Welvaartsfonds 500 miljoen euro. De regering-Jambon hoopt het Vlaamse Veerkracht-plan deels te financieren met middelen uit het Europees Herstelfonds.
Niemand in de Vlaamse regering spreekt nog van een begrotings- evenwicht in 2024.
De ambitie van de regering is geïnspireerd door adviezen van het Economisch Relancecomité en de Sociaaleconomische Raad van Vlaanderen (SERV).
Geluisterd naar de experts
De Vlaamse werkgeversorganisatie Voka was heel tevreden over de Septemberverklaring. “Dankzij de extra middelen voor innovatieprojecten kunnen de ondernemingen en de havens versneld uitgroeien tot duurzame voortrekkers”, zegt gedelegeerd bestuurder Hans Maertens. “De digitalisering van het onderwijs versterkt niet alleen de jongeren op de schoolbanken, maar ook wie al aan de slag is, via afstandsonderwijs en levenslang leren. En met het Welvaartsfonds geeft de Vlaamse regering zelf een stevige voorzet om ook het slapende spaargeld van de burgers te investeren in de Vlaamse ondernemingen en economie.”
Ook de Gentse econoom Stijn Baert, die lid is van het Economisch Relancecomité, is positief: “De plannen van de Vlaamse regering lijken investeringen zoals we die met het Relancecomité bedoelden: eenmalig en ze kunnen meer opleveren dan ze kosten.”
Investeringen lager dan elders
De Vlaamse regering moest volgens de SERV een paar versnellingen hoger schakelen. De Belgische en de Vlaamse overheid investeren in verhouding tot hun bruto binnenlands product (bbp) significant minder dan de overheden van andere landen. Voor België gaat het om een verschil van 1 à 2 procent van het bbp, of 4,9 à 8,8 miljard euro.
De SERV wijst erop dat overheidsinvesteringen op lange termijn de economische groei stimuleren. Volgens het Internationaal Monetair Fonds krijg je voor een toename van de overheidsinvesteringen met 1 procent van het bbp na 1 jaar een stijging van 0,4 procent van het bbp. Na vier jaar is dat 1,5 procent. Met 4,3 miljard euro investeringen zit de Vlaamse regering niet ver van 1 procent van het Belgische bbp. Dat geld moet dan wel gaan naar productieve investeringen die het groeipotentieel opkrikken. Hier speelt het zogenoemde multiplicatoreffect: overheidsinvesteringen hebben net in crisisperiodes een grotere impact op de economie. Hoe groter de multiplicator, hoe groter de terugverdieneffecten voor de begroting. Is de multiplicator groter dan 1, dan zorgen overheidsuitgaven voor een meer dan evenredige groei. Bij productieve overheidsinvesteringen is de begrotingsmultiplicator 0,72. Bij extra klassieke overheidsuitgaven zijn de terugverdieneffecten beperkter dan bij bijkomende overheidsinvesteringen. Belastingverlagingen zoals kortingen op de sociale bijdragen en dus de kosten op arbeid hebben wel hogere terugverdieneffecten op middellange termijn dan die overheidsinvesteringen. Bij de eerste gaat het om 50 tot 60 procent, bij de tweede om 30 procent.
Federale maatregelen nodig
De lastenverlagingen die de arbeidsmarkt moeten stimuleren, zijn wel federale maatregelen, afgezien van de kortingen voor doelgroepen en de belastingverlaging via de jobbonus. De Vlaamse regering wil de werkzaamheidsgraad optrekken van 75 procent (voor corona) naar 80 procent. De banencreatie dankzij de investeringen kunnen daarbij helpen, net als de focus op activering, het heroriënteren van tijdelijk werklozen, levenslang leren en meer aandacht voor de individuele beroepsopleiding. Maar het Economisch Relancecomité wijst erop dat ook federale maatregelen nodig zijn om de werkzaamheidsgraad op te krikken, zoals het stimuleren van de tewerkstelling van 55-plussers, het afbouwen van SWT (brugpensioen en andere stelsels van vervroegde uittreding), een flexibeler arbeidswetgeving en het loskoppelen van loon en anciënniteit. De vraag is of de federale Vivaldi-regering daar oren naar heeft.
1,5 procent
extra groei krijg je na vier jaar door overheidsinvesteringen a rato van 1 procent van het bbp.
het Begrotingsevenwicht is veraf
Een begrotingsevenwicht was jarenlang bijna een obsessie voor de Vlaamse regering. Daarmee zette ze zich af tegen het federale niveau en de andere deelstaten, die steevast in het rood gingen. Sinds de coronacrisis is een begrotingsevenwicht verder af dan ooit, ook voor Vlaanderen. Dit jaar loopt het Vlaamse begrotingstekort op tot 6 miljard euro. Volgend jaar zou de Vlaamse begroting nog altijd 2,35 miljard in het rood gaan.
Toch kleuren de Vlaamse tabellen minder rood dan gevreesd. De SERV raamde het tekort deze zomer nog op 6,7 miljard euro (-15,7% van de ontvangsten) voor dit jaar en 3,6 miljard euro voor volgend jaar. De volgende jaren zou het stelselmatig maar slechts geleidelijk dalen: jaarlijks met ongeveer 300 miljoen euro.
Niemand in de Vlaamse regering spreekt nog van een begrotingsevenwicht in 2024. Nochtans pleiten de leden van het Economisch Relancecomité voor het opvangen van de coronaschok voor het einde van de legislatuur in 2024. De lopende ontvangsten en uitgaven moeten in evenwicht zijn. Leningen zijn enkel toegestaan voor de overheidsinvesteringen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier