20 JAAR TRENDS

Middenstand. Als we ooit een land van middenstanders geweest zijn, dan zijn we dat hoe langer hoe minder. Hoewel men zegt de middenstand te beschermen, kunnen de grote distributiecentra het winkeltje op de hoek de nek omwringen. Hoewel men zegt hen te willen redden, krijgen de middenstanders zware, zelfs onredelijke sociale lasten opgedrongen (15 juni 1975).

Subsidies. De vakbonden blijven met sociale afbraak en aantasting van verworven rechten op hun spandoeken lopen. Toch zou het voor iedereen duidelijk moeten zijn, dat het stelselmatig subsidiëren van verlieslatende ondernemingen helemaal niet zo opbouwend en vooruitstrevend is als men de goegemeente wil laten geloven (1 mei ’76).

Vrouwen. Er hebben zich bij de niet buitenshuis werkende moeders nogal wat grieven opgestapeld. Eén van de belangrijkste daarvan is wel, dat men hun arbeid niet als ekonomisch rendabel pleegt te beschouwen (1 mei ’77).

VEV. Het VEV is een verdienstelijke bond, maar niet de stuurstoel van waaruit de Vlamingen een machiavellistische strategie voeren om de Belgische staat te veroveren. Daar zijn ze nog lang niet aan toe

(1 mei ’78).

Sociaal overleg. De leiders van de vakbonden en de werkgeversverenigingen vormen na tientallen jaren overleg een kameradenrepubliek. Niemand weet op den duur nog wie wat verdedigt. De tijd van “keep talking” als surrogaat voor een patronale strategie is uitgeluid (1 december 1979).

GIMV. Waarom een NIM en een GIMV hoeven, is een principiële vraag. De NIM heeft meermaals bewezen de konkurrentie tussen ondernemingen te vervalsen door onleefbare fabrieken in stand te houden, dumpingpraktijken uit te lokken en zodoende gezonde bedrijven het leven zuur te maken. De GIMV dient te bewijzen aan de politiek-sociale druk te kunnen weerstaan (1 januari ’80).

Staal. Het staaldossier is het duidelijkste voorbeeld van een Belgisch politiek-ekonomisch beleid dat muurvast zit. Iedere route naar ekonomische en industriële renovatie wordt afgesperd door een belangengroep. Als de politici de diskussie over het staal weigeren te heropenen, is het de rol van de Vlaamse ondernemers en de Vlaamse publieke opinie om ze te dwingen dit toch te doen (1 november ’80).

Sabena staat op de tarmac, de rode inkt gutsend uit elke las. Carlos Van Rafelghem, voorzitter van het nationale luchtvaartbedrijf, explodeerde kort na zijn investituur (1978) in forse verklaringen. Nadien zweeg hij. Mijnheer Sabena spreidt het realisme ten toon van een ontgoocheld Draufgänger (15 september ’81).

Spoorwegen. Het budget is krap. De NMBS moet kiezen : stukken uit de dienstverlening weghakken of uitpakken met een klantentrekkende service. Trends kiest duidelijk voor het laatste en vertelt waarom (1 oktober ’81).

Separatisme. Vlaanderen mag hier niets bruuskeren en moet met open ogen de scenario’s bestuderen en becijferen die verder gaan dan het konfederale model. De konsekwentie van de politieke leegte (tussen funktionerende deelregeringen en een nationale regering die op zich laat wachten) niet in het gelaat blikken, is onpolitiek gedrag

(15 november ’81).

Limburg. Men zal de Limburgers en hun steenkolen gebruiken en misbruiken in de oplossing van de staalproblemen. De enige mogelijke winnaars zijn de politici in beide kampen en hun sukses zal afgemeten worden aan het aantal miljarden dat ze uit dit schijngevecht kunnen halen. Voor de Limburgers zullen de steenkolen in dit scenario een drama blijven. Een definitieve sluiting op een redelijke termijn moet in alle ernst bestudeerd worden (15 juni ’82).

Textielplan. Zelfs gezonde bedrijven uit de sektor vragen zich vandaag af of ze, gewoon uit zelfbehoud, niet beter ook dergelijke konstrukties zouden opzetten. Dit bewijst hoe de redenering achter het textielplan op foute uitgangspunten berust. Men kan immers bezwaarlijk ondernemers verwijten dat zij gebruik maken van de mogelijkheden die de overheid hun biedt

(28 oktober ’82).

Politizering. De kwaliteit van de politiek in de prille deelstaat Vlaanderen verschilt niet van wat men in de unitaire Belgische staat aantrof. Eén man bijvoorbeeld, de stichter-uitgever van Ons Erfdeel, doet thans meer voor wat het verpolitizeerde Vlaanderen zijn Buitenlandse Kulturele Betrekkingen noemt dan straks honderd topfunktionarissen van een dienst die kennelijk met geen ander doel werd opgericht dan het massaal aan een staatswedde helpen van een groot aantal kabinetsmedewerkers en andere politiek rechthebbenden (6 januari 1983).

VBO. Met André Leysen wordt de macht van het VBO versterkt. Over de voorbije maanden is er op het hoofdkwartier van de nationale werkgeversorganizatie een heropflakkering van zelfvertrouwen. De zenuwoorlog tussen VBO en VEV wordt verhevigd. Slaande deuren en schrille kreten zal niemand daarbij horen ; gentlemen blijven steeds beschaafd. De tegenstelling is daarmee echter niet uit de wereld

(20 januari ’84).

10 jaar Trends. Angst om de nek uit te steken heeft Trends afgeleerd. Dat dit blad die nek soms geschramd terugtrekt, is onplezierig maar ook de niet-frustrerende keerzijde van de stijl “razende reporter” die wij ook na tien jaargangen niet willen verleren. Voor een embonpoint hebben we nog ruim de tijd in 2014

(30 maart ’84).

Konkurrentie. Artsen, notarissen en advokaten bieden hun diensten aan om een (goed) belegde boterham te verdienen. Andere vrije beroepen, computerprogrammeurs of landbouwers beogen hetzelfde. Wie niet ? Waarom gelden voor de laatsen wel de scherpe wetten van de konkurrentie en voor de eersten niet ? Wat zijn de kosten en de baten van deze konkurrentiebeperkende reglementeringen ?

(15 maart ’85).

Privatizering is in dit land een fopneus. Het overheidsmonopolie omgedraaid tot een privé-monopolie valt op een rijpe bodem van netwerken, van kant-en-klare onthaalstrukturen waarin raden van bestuur en technokraten regelen, bedisselen, prijzen zetten, pionnen plaatsen, kleine aandeelhouders uit de wielen rijden (7 juni ’85).

Gerecht. Dit land zou een frissere plaats zijn indien de bewakers van de nationale moraliteit fatsoenlijker betaald en beter gehuisvest, omringd, gekoesterd zouden worden. Er kan in België meer omdat iedereen die meer wet en orde wil jarenlang uitgekreten is door precies de kranten en de groepen die nu diep graven (14 maart ’86).

Commerciële tv. Vlaanderen bezit een mooi en wijdvertakt scala aan privé-beeldbedrijven. De nieuwe commerciële tv kan voor dit grote potentieel de hefboom voor een échte doorbraak worden : de brandstof in de raketmotor. Dan mag echter deze commerciële tv niet rechtstreeks of onrechtstreeks onder de hoede vallen van buitenlandse zenders (22 mei ’86).

Investeringen. België en Vlaanderen vertrekken niet op het allerbeste been om Japanse direkte investeringen aan te lokken. We zijn klein, we zijn verwarrend, wij hebben geen beleid. In Japan treden onze talrijke, overtalrijke en vaak belachelijke missies op als bedelaars en niet als partners die aan de Aziaten veel te bieden hebben (8 augustus ’86).

Fiskus. De Belgische fiskaliteit verwordt tot een toren van Babel waarin elke drukkingsgroep wel iets van zijn wensen terugvindt, maar waarin de koherentie ver te zoeken is. Bovenop dit wangedrocht bouwt de regering voort, verdieping na verdieping (15 januari ’87).

Europa-VS. Europa is rijk. België is een voorbeeld van deze stelling. Ondanks honderdduizenden werklozen en een diep overheidstekort, zonder grondstoffen maar met hersenen, blijft de ekonomie vitaal, het bruto nationaal produkt op peil, de toekomst hoopvol. Wie rijk is en voor zijn veiligheid laat betalen, door de VS-troepen met de VS-raketten, is een schooier. Hij mist zelfrespekt en waardigheid

(20 augustus ’87).

Vlamingen. De grootste holding van België is een min of meer autonoom bijhuis van Suez. 686 jaar na 1302 hebben de Fransen de slag van de gulden sporen herhaald en gewonnen. Het graafschap Vlaanderen is opnieuw deel van Frankrijk en zijn heren. En we schijnen er niet om te malen. Niemand is ongerust, niemand aanroept de Benelux, niemand opent een offensief. Niemand polemizeert in dit land, we leven en we doen. Denken mag, maar nooit veel

(30 juni ’88).

Hormonen. Duizenden kalveren, koeien, biggen worden geprikt en gevoed met kankerverwekkende rotzooi. Is rendement het enige dat telt voor een aanzwellende groep agrariërs ? Het Europees landbouwbeleid is, ondanks de goede uitgangspunten en oogmerken, een aanfluiting van serieus en mundialistisch handelen

(29 september ’88).

Agusta. De beste lobbying en de beste kompensatievoorstellen werden aangedragen door Aérospatiale. Hebben de Italianen zelf voldoende geloofd in hun dossier ? Men kan het betwijfelen. Naar de Vlaamse industrie, en deze had allerhande politieke beloften om op terug te vallen, hebben zij geen vinger uitgestoken. Over de kompensaties die de Italianen aanbieden, staat weinig of niets op papier

(8 december ’88).

Milieu. De vervuiler hoort te betalen. De landbouwer leeft al jaren als een zorgeloze god in ongerept Frankrijk. Subsidies hoeven niet nu eindelijk de waard de rekening prezenteert. Ieder van ons draagt verantwoordelijkheid. Ondernemers kunnen stelselmatig investeren in lucht- en waterzuivering en produktieprocessen ontwikkelen die minder afval produceren (10 augustus ’89).

Postmarxisme. Duizenden veertigers zijn vetgemest op progressieve half-waarheden. Het zijn de assistenten aan universiteiten en de vrijgestelden van middelbare leeftijd, vol met babbels over vooruitgang en rechtvaardigheid van achter een borstwering van vaste benoemingen en klikvaste weddes, afgeschermd van elke kompetitie ; hun zelfgeschapen kleinbestaan teert op de produktieve sektor, de markt (28 juni ’90).

Water. Aquafin zit vol goede bedoelingen en angsten. Eén van de goede bedoelingen is om de Fransen niet nog meer terrein te gunnen in België (Vlaanderen) dan ze al hebben ingenomen. Daaruit vloeiden paniekreakties, anti-markt-conform gedrag en opportuniteiten voor de GIMV voort (17 januari 1991).

Eurokraten en Navokraten begrijpen niets van het Belgische gekibbel, maar op termijn zullen zij stemrecht genieten. Daarom hebben Vlaamse drukkingsgroepen en beleidsinstanties meer baat bij een Vlaamse onthaalpolitiek en -voorlichting dan bij verkrampte “anti-houdingen”. Het beetje inzicht in het Belgisch labyrint krijgen ze immers uitsluitend door een frankofone bril (23 april ’92).

Humanitair. Inzake buitenlands beleid moeten humanitaire akties iets doen aan de ellende in de wereld. In binnenlandse aangelegenheden prevaleert wat Jonathan Rauch de intellektueel humanitaire benadering noemt, m.a.w. het gij zult anderen niet met woorden kwetsen. Het uitbannen van contradictorische debatten over gevoelige onderwerpen vormt een bedreiging voor de burgerlijke vrijheden en tast de basis aan waarop het westerse intellektuele leven en zijn kreativiteit steunen (23 december ’93).

Vlaams imago. Nestbevuilen is de aard van het Vlaamse beestje. De progressieve fine fleur van de Vlaamse journalisten onderhoudt het beeld van een opkomend Derde Rijk in Vlaanderen. De Franstalige kranten denken dat al van nature. Alleen die Franstalige kranten worden gelezen door de 3000 buitenlandse korrespondenten in Brussel. De uitkomst van deze helse cirkel van de desinformatie is dat het Vlaamse bedrijfsleven daarvan de negatieve invloed ondergaat (26 september ’94).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content