100 rijkste zakenfamilies BELGIE
Trends publiceert zijn jaarlijkse lijst van de honderd meest gefortuneerde zakenfamilies. Niet minder dan 80 % is Vlaams van oorsprong. Even frappant is de relatieve ‘openheid’ van de grootste vermogens. Een overzicht van wie het meeste geld achter zijn naam heeft staan.
België is vruchtbare grond voor zakelijke dynastieën. Wie een kijkje neemt bij de twintig rijkste families uit de top honderd, die Trends naar jaarlijkse gewoonte samenstelt, vindt welklinkende namen terug. Ze danken hun exuberante fortuin aan professionele, goed geoliede wereldfirma’s zoals Inbev, Solvay, Lhoist, UCB, Delhaize of Bekaert. Opvallend: dit elitaire clubje is lang geen exclusief Franstalig of Brussels fenomeen meer.
Niet minder dan 80 % van de honderd grootste zakenvermogens in België anno 2007, is van Vlaamse oorsprong. Zelfs tot in de ultieme top twintig zijn de ‘Vlamingen’ doorgedrongen: denk maar aan families zoals Colruyt (5), Emsens (8), De Nul (9), De Clerck (12), Van Gorp (17) en Vandemoortele (20). Hun vermogen is het resultaat van een decennialange traditie van zakelijk succes en goed rentmeesterschap.
Een verschil met historische of traditionele fortuinen is dat deze Vlaamse families nog steeds zeer actief betrokken zijn bij de operationele leiding van hun bedrijf. Denk maar aan alerte patrons zoals Jef Colruyt (grootdistributie), Jan-Pieter De Nul (baggerwerken), Jean Vandemoortele (voeding) of Roger ‘boer’ De Clerck en zijn zonen die nog steeds het roer stevig in handen houden bij textielgroep Beaulieu.
Even frappant is de relatieve ‘openheid’ van de grootste fortuinen uit de ranglijst. ‘Pour vivre heureux, vivons cachés’ blijkt dus niet altijd het devies. De helft van de dertig rijkste families in België is namelijk mede-eigenaar van een beursgenoteerd bedrijf. Zij stelden hun kapitaal open voor Jan en alleman. U kunt dus mee profiteren van hun snel groeiend vermogen. Een mooi voorbeeld is Inbev. De beurkoers van deze biergigant steeg met 50 % tussen juni 2006 en 2007.
U kunt ook, tijdens een algemene vergadering, voldaan neerzakken in het pluche naast gedistingeerde privéaandeelhouders uit de vroegere Belgische haute finance. Dat is zo bij de groep Solvay, die haar aandelen zag stijgen met 30 %. Of u kunt een graantje meepikken van het geniale inzicht van een financiële schaakspeler zoals Albert Frère – in onze calculatie de derde rijkste Belg – wiens geduldig kapitaal met twee beursvehikels (GBL en NPM) lonkt naar elke ‘goede huisvader-belegger’.
Champions League van snelst groeiende fortuinen
Dalen we echter verder af in de rangschikking, dan smelt die ‘openheid’ als sneeuw voor de zon. Van de honderd rijkste familieclans in België is slechts 30 % eigenaar van een publiek genoteerd bedrijf. De kalk en dolomiet van Lhoist, de (vroegere) asbestvezels en het cement van Eternit, het Kempense zand van Sibelco of de roroterminals van Cobelfret bevinden zich nog steeds in zuiver familiale handen.
Deze firma’s zijn stuk voor stuk wereldleiders in hun niche, dat wel, maar het blijven multinationals in private handen. Spijtig, want op een beurs zouden zij niet misstaan. Neem nu de families Emsens, Cuvelier en Schmidheiny achter Eternit. Die zagen hun vermogen op één jaar tijd aangroeien van 2 naar 2,4 miljard euro (+20 %). Toch komen ze daarbij niet aan de tippen van de top tien van zakelijke groeifortuinen in België.
Die Champions League van snel aangroeiende familievermogens wordt aangevoerd door de West-Vlaamse grootgrondbezitter en vastgoedgroep Matexi. De telgen van de uiterst discrete familie Vande Vyvere – vroeger in de volksmond ‘de zwarte bende’ genoemd – zagen hun patrimonium in een jaar toenemen met 87 % (van 99 tot 186 miljoen euro). Ook de families Paquot-Dawids (Bois Sauvage, +62 %), Van Gorp-Roussis (Ravago, +59 %)
en Thermote-Van Halst (TVH Forklift Parts, +57 %) deden een uitstekende zaak.
In absolute cijfers uitgedrukt spelen de originele aandeelhouders van Inbev – de adellijke families De Spoelberch, De Mévius en Van Damme – duidelijk in een nog hogere competitie. Hun fortuin groeide volgens onze berekeningen in een jaar tijd met 5,5 miljard euro. Idem dito voor de families Solvay: zij creëerden 1,3 miljard euro extra waarde. Individueel deed Albert Frère de beste zaak: zijn persoonlijk fortuin dikte aan met een half miljard euro.
Het spiegelbeeld van deze evolutie zien we bij de uitgeversfamilies Hurbain-Marchant (Rossel) en Baert (Concentra). Het vermogen van de eerste daalde met 111 miljoen euro. De krantengroep Rossel klom na een financieel rampjaar in 2005, opnieuw uit het zwarte gat. In 2006 boekte het bedrijf dat ondermeer Le Soir uitgeeft en – in samenwerking met De Persgroep – de financiële bladen De Tijd en L’Echo, opnieuw een bedrijfswinst van 8 %. Maar topman Bernard Marchant wil de lat hoger leggen: hij mikt op 15 % in 2009.
Ook het Limburgse Concentra onderging een aderlating: 76 miljoen euro. Toeval of niet, ook deze groep kampt met een erg lage bedrijfswinstmarge. De familie Baert hoopt het globale rendement terug op te krikken door de handelsdrukkerij dit jaar uit de rode cijfers te halen.
Afvallers en nieuwkomers in de miljonairslijst
Jan Callewaert (Option) zou zelfs compleet uit de rangschikking zijn verdwenen, als we 30 juni niet als uiterste datum voor het onderzoek hadden genomen. Na dit tijdstip begon het aandeel van de mobielecommunicatiespecialist aan een vrije val. Wie wel uit de lijst viel, is Jos Sluys die zijn bedrijf Arinso dit voorjaar voor 375 miljoen euro verkocht aan de Britse groep Northgate. Omdat ons klassement enkel rekening houdt met ‘bedrijfsfortuinen’ – die als grote verdienste hebben dat ze anderen werk verschaffen – vallen vermogens die privé werden door de mazen van het net.
Dankzij de verkoop van Artwork Systems aan de grafische groep Ekimo, vind je ook de families Van der Schueren en Denoo niet meer op het radarscherm. Idem dito voor de Limburgse schoenenfamilie Vanaudenhove (Euro Shoe Unie) die de winkelketen Primo voor merksportschoenen overliet aan United Sports Group (USG), een onderdeel van de durfkapitaalgroep Bencis.
De exclusieve miljonairslijst – editie 2007 – telt ook een aantal opmerkelijke nieuwkomers. De familie Poulet van winkelgroep Krëfel, die een tijdje te koop stond, maar wegens een te hoog prijskaartje zelfstandig bleef. Of de nazaten van de families Du Monceau, Vaxelaire en Goossens die destijds een deel van de opbrengst van hun aandelen in de vroegere distributieketen GIB omzetten in bankpapier van de KBC-groep.
De rangschikking bevat ook diverse verborgen parels. Zoals de familiale holding Algido. De eigenaars van dit vehikel zijn de Bostoens, zij controleren de Gentse detergentenfabrikant Christeyns die mede door een rist welgekozen internationale overnames timmert aan het innemen van een wereldpositie. Diezelfde familie Bostoen is ook verwant met de Vande Vyveres van de groep Matexi en je vindt ze eveneens terug bij het aandeelhouderssyndicaat van KBC.
Weldoordachte huwelijksbanden zijn geen unicum bij grote familiefortuinen. Zo lijkt de stamboom van de Boëls wel een doorslagje van het Belgische industriële erfgoed doorspekt met oud adellijk rentenierkapitaal. Je vindt er illustere namen in terug zoals de families Goblet d’Alviella, De Kerkhove de Denterghem, Solvay, Janssen, Lippens, de Jonghe d’Ardoye, Davignon, Emsens, Kreglinger, Bracht, enzovoort.
“Dynastieën zijn structuren van bloedverwantschap,” zo schreef David S. Landes in zijn jongste boek Dynasties, Fortunes and Misfortunes of the World’s Great Family Businesses. En hun sterkste troefkaart is dat ze die structuren van bloedverwant kapitaal vaak nog weten te versterken door strategisch gekozen huwelijksbanden en adoptie.
Je zou het ook op een andere manier kunnen verwoorden. Zolang het bloed zuurstofrijk door de aderen van deze dynastieke groepen blijft stromen, zijn ze als familiale entiteit onmisbaar. Begint het bloed echter door passief (lees: rentenierend) aandeelhouderschap te stollen of wordt het vervangen door zuiver rationele geldstromen, dan verliezen deze gefortuneerde families algauw hun unieke karakter en worden hun bedrijven – op korte of middellange termijn – een vogel voor de kat.
Piet Depuydt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier