10 % groei op één jaar tijd
Marino Vermeersch, topman van Cepa, is een tevreden man. Zijn havenorganisatie groeide het voorbije jaar met 10 % en hij mag twee CAO’s op zijn naam schrijven die door bedienden en arbeiders zonder morren werden aanvaard.
“Geen enkele zin mag hier nog beginnen met ‘vroeger deden we’. Wij staan ten dienste van de werkgevers, we zijn geen parastatale instelling. Anders kunnen we wel inpakken,” zegt gedelegeerd bestuurder MarinoVermeersch van Cepa. Officieel is Cepa het uitvoerend orgaan van de Werkgeversfederatie Internationale Handel & Vervoer ( WGF) en het Werkgeversverbond van de Havens ( WGV). Het is vooral bekend als de personeelsdienst van de 8800 Antwerpse havenarbeiders, maar vertegenwoordigt ook de werkgevers van 33.000 bedienden uit de sectoren import, export, logistiek en expeditie.
Een jaar na zijn aantreden als de topman van Cepa kan Vermeersch een groei van 10 % voorleggen. Voor dit jaar mikt hij opnieuw op cijfers die 10 % hoger liggen. Daarmee komt hij dicht bij het streefdoel van een kwart groei in drie jaar. “De resultaten komen van het team, ik heb alleen de verschillende takken verantwoordelijk gemaakt voor hun eigen resultaten.” Bewijzen? Een dokter van de medische dienst Medimar heeft een rusthuis aangebracht als klant en de directeur van het sociaal secretariaat stelt ook de andere afdelingen van Cepa voor bij een klantenbezoek. “Ik heb geleerd dat het mogelijk is een organisatie sneller te doen bewegen, maar tegelijk ook dat sommige zaken langer duren dan ik dacht.”
Er staan echter grote veranderingen op til. Binnen tien maanden willen Cepa en Agha, de koepel van Antwerpse privé-havenbedrijven, een samenwerking op het getouw zetten. Dat moet leiden tot een maritieme koepel die zowel op Antwerps, Vlaams als federaal niveau de belangen van de werkgevers kan vertegenwoordigen.
In de tussentijd wil de West-Vlaming het contingentbeleid moderniseren. “Naarmate de werkgever mensen nodig heeft, leiden we die op.” Trots is Vermeersch vooral op de twee CAO’s die zonder sociale onrust werden afgesloten met de bedienden en arbeiders. “Er waait in ieder geval een nieuwe wind in de haven. Vroeger voerden de topmensen van de havenbedrijven zelf de onderhandelingen. Nu doen wij dat in beperkte werkgroepen, en rapporteren aan hen.”
Eind maart wordt een nieuw opleidingscentrum voor havenarbeiders in gebruik genomen. Met een wereldprimeur: een simulator voor straddlecarriers, en daarnaast ook een voor kranen. Dat is alvast balsem op de wonde die het Vlaams Maritiem Logistiek Opleidingscentrum vormt. Dat centrum moest alle maritiem-logistieke opleidingen in Vlaanderen bundelen, maar botste op de weerstand van sommige vakbonden en kusthavens. “Een inschattingsfout. Ik dacht dat het idee minder weerstand zou oproepen en dat het sneller kon gaan. We geven het niet op, maar we moeten van nul herbeginnen.”
Heimwee naar zijn vorige job heeft hij niet, geeft Vermeersch toe. “Bij Hesse– NoordNatie was ik ook 60 % van mijn tijd bezig met sociale onderhandelingen. Dat is echt een van mijn hobby’s. Bovendien doet mijn opvolger, Frans Van Hamme, het beter dan ik het waarschijnlijk gekund zou hebben.”
L.H.
“Ik heb geleerd dat het mogelijk is een organisatie sneller te doen bewegen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier