Vermijd fictieve woonplaatsen

De fiscus is streng wanneer u om fiscale redenen een woonplaats kiest waar u niet effectief woont. De fiscus wordt hierbij gesteund door de rechtbanken.

Zoals u weet zijn er aantal Belgische gemeenten waar het fiscaal goed is om te vertoeven omdat ze geen aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting toepassen. Het meest gekende voorbeeld is ongetwijfeld dat van Knokke-Heist. De vindingrijke Belg laat zich daar dan ook wel eens domiciliëren terwijl hij of zij effectief op andere plaats woont. De inschrijving in het bevolkingsregister van Knokke-Heist heeft dus enkel tot doel om geen gemeentebelasting te betalen. Deze inschrijving gebeurt dan op het adres van een tweede verblijf in die gemeente of op het adres van een daar gehuurde woning. De fiscus kijkt echter nauwlettend toe, zoals blijkt uit een interessant vonnis (rechtbank van Brussel dd. 7 april 2008). Kort de feiten: een getrouwd koppel is samen met hun kinderen ingeschreven in het bevolkingsregister van Knokke-Heist, meer bepaald op het adres van de ouderlijke woonst van de man waar trouwens ook zijn moeder woont. De fiscus stelt echter vast dat het gezin in werkelijkheid verblijft in een Brusselse gemeente dicht bij het werk van de man. De rechtbank geeft de fiscus over de hele lijn gelijk. Doorslaggevend zijn volgende feitelijke omstandigheden. De kinderen van het koppel gaan naar school in Brussel en keren elke avond terug naar de Brusselse woonplaats. De echtgenoten hebben hun woning in Brussel in volle eigendom gekocht en ze geven toe daar in de week te verblijven. Tenslotte bewijzen de in Knokke-Heist verrichte aankopen van het gezin niet dat het daar zijn economische belangen heeft. Wat moet u nu onthouden van dit vonnis? U kunt uw domicilie in Knokke-Heist of Koksijde plaatsen, maar dan zal u er ‘het centrum van uw familiale en economische belangen’ moeten hebben. U zult dus moeten kunnen bewijzen dat het uw voornaamste woonplaats is en dat u er ook effectief verblijft, bijvoorbeeld aan de hand van de elektriciteits- en waterfacturen.

Johan Steenackers