Sportbeoefenaars liggen in de bovenste schuif

Zijn de sociale lasten te hoog in ons land? Voor professionele sportbeoefenaars is dat alvast niet het geval. Zij genieten van een voorkeursbehandeling.

Om als professionele sportbeoefenaar erkend te worden, moet men minstens 9.027 euro bruto verdienen. Dat bedrag omvat zowel de vaste vergoeding als de wedstrijdpremies, de voordelen in natura (bv. gratis auto) en de terugbetaling van kosten. Elk jaar op 1 juli wordt het bedrag aangepast. In 2013 zal het stijgen naar 9.208 euro. Van dit bedrag moeten de betaalde sportbeoefenaars slechts een beperkt deel aan sociale lasten afdragen. Ze worden immers niet berekend in functie van de werkelijke inkomsten, maar wel forfaitair bepaald. De berekening van de sociale lasten gebeurt namelijk op het maximumbedrag dat in aanmerking wordt genomen voor de bepaling van de werkloosheidsvergoedingen. En dat bedraagt 2.148,27 euro bruto per maand. Voor eigenlijke sportbeoefenaars van wie het loon lager ligt dan dit bedrag worden de bijdragen wel berekend op het werkelijke loon. En ook fiscaal genieten sporters een voordeel. Wie op 1 januari 2014 jonger is dan 26 moet slechts 16,5 procent belastingen betalen op de eerste schijf van 18.520 euro. En is de sport een bijverdienste, dan geldt het tarief van de diverse inkomsten van 33 procent. Maar ook onrechtstreeks genieten de beroepssporters een voordeel. Voor jonge sporters moeten werkgevers 80 procent van de bedrijfsvoorheffing die ze normaal zouden betalen niet doorstorten aan de fiscus. Dat geldt ook voor oudere sporters indien de clubs de besparing van het niet doorstorten gebruiken voor de begeleiding van jongeren. Dit fiscale voordeel voor de werkgever laat hem toe de sporters meer te betalen. (Belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content