Ruim de helft van de werkenden is lid van vakbond
Iets meer dan de helft (54,2 procent) van de werkende bevolking in ons land was in 2015 – het meest recente cijfer – lid van een vakbond. Dat blijkt uit cijfers berekend en verzameld door Kurt Vandaele, onderzoeker bij het European Trade Union Institute.
Op Scandinavië na kent België één van de hoogste syndicalisatiegraden in de OESO. Opvallend: dat cijfer is al jaren constant. ‘Sinds begin de jaren negentig schommelt de syndicalisatiegraad rond de 55 procent’, aldus Vandaele.
Eén van de redenen dat België een hoge syndicalisatiegraad kent, is de rol van de bonden bij de uitbetaling van de werkloosheidsuitkeringen en hun algemene dienstverlening. ‘Indirect speelt dat motief toch een rol. Mensen gaan zich indekken voor het moment dat ze hun job zouden verliezen’, aldus de onderzoeker aan het vakbondsinstituut. Ook de actieve rol die de vakbonden in het bedrijf en op sectorniveau spelen, maakt dat de syndicalisatiegraad in ons land erg hoog is.
De syndicalisatiegraad is het hoogst in de industrie, de social profit en bij de ambtenaren. Bij vooral hoog opgeleide bedienden ligt het vakbondslidmaatschap lager. Het percentage ligt overigens nog hoger (ruim 85 procent) als niet alleen wordt gekeken naar de werkenden, maar ook naar de mensen op brugpensioen, de werklozen en de gepensioneerden.