Hervorming moet strafwetboek beter leesbaar en coherenter maken
Het strafwetboek wordt binnenkort accurater, eenvoudiger en coherent. Dat is de ambitie van de hervorming door minister van Justitie Koen Geens, waarvoor de ministerraad het licht op groen heeft gezet.
De hervormingen binnen Justitie zetten zich voort. Na de potpourri-wetten, waarvan de vijfde nu in de Kamer voorligt, is het voor minister Geens tijd om de basiswetgeving aan te passen. “Zoals de gebouwen van Justitie was die prachtig in de negentiende eeuw, maar is er nood aan een opfrisbeurt”, stelt Geens met een understatement.
De ministerraad boog zich vrijdag over het eerste boek van het strafwetboek, dat het algemene deel bevat. Voor het tweede deel, dat over de strafmaten gaat, mikt hij op de zomer. Bedoeling is dat Boek I duidelijker en leesbaarder wordt. De voorbije honderd jaar werden veel maatschappelijke gedragingen strafbaar gesteld, wat de coherentie niet altijd ten goede kwam. Ook de eenvoud is in de loop der jaren totaal verloren gegaan.
Geleidelijke aanpassing
Enorme innovaties bevat de hervorming volgens Geens niet. “Het strafwetboek is zo fundamenteel voor de samenleving, dat het zich geleidelijk moet aanpassen. Het heeft bovendien een grote impact op het leven van de mensen, maar ook op dat van gedetineerden”, licht de minister toe.
De voornaamste wijzigingen houden in dat enkel nog misdaden en wanbedrijven blijven bestaan als misdrijven. De overtredingen verdwijnen. De misdrijven worden onderverdeeld in acht categorieën, waarvan enkel de twee hoogste misdaden zijn. Die worden beteugeld met straffen van twintig tot dertig jaar (categorie 7) en levenslang (categorie 8). Nu gelden misdaden nog vanaf 5 jaar celstraf.
Het Strafwetboek stapt af van de correctionalisering van misdaden, waarbij die dus door de correctionele rechtbank werden behandeld. De aard van het misdrijf kan niet veranderen. Een wanbedrijf blijft een wanbedrijf en een misdaad blijft een misdaad, welke straf de rechter ook uitspreekt.
Straffenschaal voor rechtspersonen
Er komt ook een eigen straffenschaal voor rechtspersonen, bijvoorbeeld bedrijven. Zij zullen bijvoorbeeld een verbod kunnen krijgen om deel te nemen aan openbare aanbestedingen, indien ze voordien tijdens zo’n procedure hebben geknoeid. Een andere mogelijkheid is het uitvoeren van een gemeenschapsdienst, zoals een milieumisdrijf opruimen.
Bedoeling is dat misdaden zouden worden berecht door criminele kamers binnen de correctionele rechtbank, waardoor er ook een beroepsmogelijkheid zou bestaan. Dat is vandaag niet het geval bij een proces voor het Hof van Assisen. Door de inperking van misdaden tot straffen vanaf 20 jaar, zouden die criminele kamers minder zaken moeten behandelen dan Assisen vandaag. Ze zouden nog steeds bestaan uit een jury, maar niet langer uitsluitend een volksjury.
De ambitie van de minister is het Hof van Assisen te vervangen door de criminele kamers. Daarvoor moet eerst nog later deze legislatuur het Wetboek van Strafvordering worden gewijzigd.