Proefperiode blijft van kracht voor uitzendkrachten
De proefperiode mag dan wel zijn afgeschaft voor de klassieke arbeidscontracten, voor uitzendkrachten blijft ze overeind.
Sinds 1 januari 2014 mag er geen proefperiode meer worden opgenomen in de arbeidscontracten. Ze heeft ook nog maar weinig zin. Voor nieuwe overeenkomsten gelden nu veel kortere opzegtermijnen dan in het verleden. Iemand die minder dan drie maanden aan de slag is, kan met een opzegtermijn van twee weken de laan worden uitgestuurd. Behalve in een aantal sectoren wordt daarbij geen onderscheid meer gemaakt tussen arbeiders en bedienden. Op deze regeling blijven wel twee uitzonderingen bestaan: voor studentenarbeid en voor uitzendkrachten. Hiervoor blijft het gebruik dat er meteen en zonder vergoeding een einde kan worden gemaakt aan de opzegtermijn tijdens de proeftijd van de eerste drie dagen. Voor de uitzendkrachten kan de proeftermijn bovendien contractueel worden verlengd. Hij kan echter nooit langer zijn dan de helft van de looptijd van de uitzendovereenkomst. De werkgever kan de proeftijd voor de uitzendkracht slechts eenmaal inroepen indien het gaat om de uitvoering van dezelfde activiteit. Dat betekent dat er bij het inhuren van de uitzendkracht voor de tweede of volgende keer voor hetzelfde werk geen proeftijd meer kan worden ingelast. (Belga)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier