Prijsargumenten stoppen ‘verdieseling’ wagenpark
De opmars van dieselwagens in het Belgische wagenpark kwam in 2013 tot stilstand, becijfert automobielfederatie Febiac. Het relatieve prijsvoordeel van een dieselwagen ten opzichte van een benzinewagen is minder uitgesproken dan vroeger, en de consument begint dat duidelijk te beseffen.
Sinds de afschaffing van de korting op factuur voor wagens met een lage CO2-uitstoot, neigen particulieren opnieuw meer naar benzinewagens. Dat benzinewagens steeds zuiniger worden, iets goedkoper zijn bij aankoop en het prijsverschil tussen benzine en diesel minder groot is (gemiddeld 18 eurocent in 2013 tegenover 25 eurocent in 2010), speelt volgens Febiac zeker mee. De verhouding diesel/benzine evolueerde daardoor van 76/24 in 2010 naar 65/35 in 2013. Gevolg is dat er vorig jaar dus een einde kwam aan de decennia durende ‘verdieseling’ van het wagenpark. Het aandeel van de diesels bleef met 62,3% stabiel, dat van benzinewagens steeg van 36,5 naar 36,6%. Ook in absolute termen is het aantal benzinewagens in stijgende lijn en overschreed in februari 2014 de kaap van 2.000.000 stuks. Het fenomeen is vergelijkbaar in het noorden en zuiden van ons land. Bij de wagens op alternatieve brandstoffen is er weinig beweging. De afschaffing van de stimuli voor schonere voertuigen heeft weinig impact gehad op de verkoop en dus ook op hun opmars in het wagenpark. Het marktaandeel van wagens op CNG, LPG, hybride en elektrische auto’s daalde van 1,2% in 2012 naar 1,1% in 2013. Het gebrek aan tankstations en laadpalen heeft uiteraard geen positief effect op deze trend. (Belga)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier