Ook aangifteplicht voor geld in belastingparadijzen

Moet de Belgische belastingplichtige op zijn volgende fiscale aangifte ook melden dat hij via een juridische constructie geld heeft staan in een belastingparadijs? Er is daartoe in elk geval een amendement ingediend in de Kamer van volksvertegenwoordigers.

Wie een bank- of spaarrekening in het buitenland heeft, moet dat al enkele jaren melden in zijn belastingaangifte. En sinds dit jaar is dat ook het geval voor wie een buitenlandse spaarverzekering bezit. Hoeveel op die rekeningen staat, moet niet worden bekendgemaakt aan de fiscus. Alleen het bestaan ervan moet worden gemeld. Een amendement dat pas is neergelegd in de kamer van volksvertegenwoordigers wil die meldingsplicht nu uitbreiden tot juridische constructies in belastingparadijzen waarvan de belastingplichtige, zijn echtgenote of zijn minderjarige kinderen hetzij een oprichter is, hetzij op enigerlei wijze of ogenblik begunstigde of potentieel begunstigde is. Het is hierbij niet de bedoeling om de juridische constructies op zich te verbieden, wel om transparantie te creëren en het bestaande heffingsvacuüm te herstellen, heet de motivering. De fiscus heeft momenteel immers geen weet van het bestaan van dergelijke constructies. Het amendement volgt op de zogenaamde offshore leaks. Daarin raakte bekend dat 130.000 mensen uit 170 landen gelden hadden geparkeerd in tien belastingparadijzen zoals de Kaaimaneilanden, de Britse Cookeilanden en de Maagdeneilanden. Onder hen waren ook enkele tientallen Belgen. Wie bewust zijn vermogen in zo’n juridische constructie verborgen houdt voor de fiscus, riskeert een gevangenisstraf en een geldboete tot 3 miljoen euro. (Belga)