Morningstar
Knuffel niet met de index
Dat driekwart van de actief beheerde beleggingsfondsen de index niet weet te verslaan is geen nieuws. Toch zitten veel beleggers nog in dit soort fondsen en zijn daarmee een dief van eigen portemonnee. Hoe u weet of uw beleggingsfonds een indexknuffelaar is.
See you in court! Beleggers in de Verenigde Staten en Zweden overwegen juridische stappen te ondernemen tegen fondshuizen die hen hebben opgezadeld met zogenaamde index huggers. Zo berichtte de Financial Times enkele dagen geleden. Dat klinkt rigoureus en lijkt in de Amerikaanse claimcultuur te passen.
Index huggers of indexknuffelaars zijn dure, actief beheerde beleggingsfondsen die in de praktijk met hun rendement nauwelijks afwijken van de benchmark. En dat behoren ze wel te doen. Beleggers betalen niet voor niets aan actieve beleggingsfondsen een relatief hoge vergoeding. Ze gaan er vanuit dat de fondsbeheerder en zijn analistenteam voor dat geld dan ook actief aandelen selecteren die het verschil maken en dat het fonds met zijn rendement de index verslaat.
Kortom: de fondsmanager moet zijn toegevoegde waarde bewijzen. Dat valt kennelijk niet mee, want pakweg driekwart van de actief beheerde beleggingsfondsen lukt het niet om beter te presteren dan de index. Slaagt een fondsmanager er niet in om over een periode van enkele jaren een hogere winst dan de benchmark de boeken dan heeft het fonds geen bestaansrecht. Beleggers kunnen dan beter in een passief beheerd beleggingsfonds investeren. Een ETF is goedkoper en levert – ook – het rendement van een index. Niet meer, maar dat weet een belegger en daarvoor betaalt hij in dit geval dan ook niet.
Lafjes
Het is dus begrijpelijk dat een belegger boos is als het rendement van zijn dure fonds tegenvalt. Maar hij is zelf niet helemaal vrij te pleiten. Hij kan ook zelf nagaan of zijn beleggingsfonds lafjes de index volgt of juist een eigen koers vaart. Eén van de beste manieren om te kijken in welke mate een beleggingsfonds zijn benchmark weerspiegelt of daar van afwijkt is de maatstaf ‘active share’. Hoe hoger de active share van een beleggingsfonds, hoe meer zijn portefeuille afwijkt van de index. Zo heeft een beleggingsfonds met een active share van 100 in relatie tot de S&P 500 geen aandelen in portefeuille zijn overeenkomen met deze index. Terwijl een fonds met een active share van 0 alleen identieke posities heeft (zoals een S&P500 Indexfonds, wat de naam al aangeeft).
Wat zegt de active share? Indexfondsen hebben als doel om een index te volgen en hebben in de regel een active share van 20 procent of minder. Beleggingsfondsen met een active tussen 20 en 60 procent worden als indexknuffelaars gezien. Het zijn geen indexfondsen, maar niettemin wijken ze met hun posities weinig af van de index. Fondsen met een active share van meer dan 80 procent worden als zeer actief beschouwd.
In een bepaalde beleggingscategorie kan de active share nogal uiteenlopen. In de Morningstar-categorie ‘aandelen wereldwijd large cap gemengd’ (beleggingsfondsen die zowel in waarde- als groei-aandelen beleggen) heeft Robeco BP Global Premium Equities een active share van 83,4 en maakt daarmee de naam van actief beheerd beleggingsfonds waar. Net als KBC Equity Fund – Quant Global dat een active share van 81,9 telt. KBC Equity World daarentegen kent een active share van slechts 50,4 en knuffelt daarmee de index. Candriam Quant Equities World doet het met een active share van 61,2 niet veel beter.
Geen garantie
Let er wel op dat de genoemde active share een momentopname is. Het is de situatie bij een beleggingsfonds op – in dit geval- 31 maart 2014. En waar het rendement van een beleggingsfonds in positieve zin flink van de index kan afwijken kan dat ook in negatieve zin. Een hoge active share is niet per definitie een garantie voor succes.
De active share is niet eenvoudig zelf te berekenen. Beleggingsfondsen geven vrijwel nooit zelf hun active share, dus daar komen beleggers ook niet veel verder. Een andere, meer toegankelijke maatstaf voor beleggers om te zien in welke mate een beleggingsfonds met zijn rendement parallel beweegt aan de index is de R-kwadraat. Waar de active share is gebaseerd op de samenstelling van de portefeuille van een beleggingsfonds in vergelijking met de index, vergelijkt de R-kwadraat het rendement van een fonds met dat van de benchmark.
De R-kwadraat heeft een waarde tussen de 0 en 100. Een R-kwadraat van 100 betekent dat alle bewegingen in het rendement van een beleggingsfonds worden verklaard door bewegingen in de index. Een hoge R-kwadraat (tussen 85 en 100) indiceert dat het rendementspatroon van een fonds in lijn is met de index. Een beleggingsfonds met een lage R-kwadraat (70 of minder) acteert met zijn rendement los van de index. Het betekent dat slechts een klein gedeelte van het rendement van het fonds wordt verklaard door de index. De R-kwadraat is -even een preek voor eigen parochie- te vinden onder het kopje ‘Rating en risico’ bij de fondsanalyse op de website van Morningstar.
R-kwadraat is een andere, handige maatstaf om te zien of uw actieve beleggingsfonds ook daadwerkelijk actief is. Scheelt weer een rechtszaak.
Maarten van der Pas, Financial Markets Editor Morningstar Benelux
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier