De ministerraad keurde het wetsontwerp om cashbetalingen te kunnen afronden tot op 5 eurocent dan toch goed.
De ministerraad is het vrijdag eens geraakt over de mogelijkheid voor handelaars om betalingen in eurocenten af te ronden, op voorwaarde dat het gaat om betalingen in cash. Na twee jaar volgt een evaluatie van de ingreep met het oog op een eventuele uitbreiding naar bijvoorbeeld elektronische betalingen.
Afronden
Begin februari raakte de ministerraad het al eens over de afronding van eurocenten. Daardoor kan de handelaar het te betalen bedrag voortaan afronden naar het dichtstbijzijnde veelvoud van vijf cent, als het totale bedrag meer is dan 5 cent. Als het bedrag eindigt op 1,2,6 en 7 cent mag het afgerond worden naar een lager veelvoud van 5 cent. Als het totale bedrag eindigt op 3,4,8 of 9 cent mag het afgerond worden naar het hogere veelvoud van 5 cent. Het ging om zowel betalingen in baar geld als via elektronische betalingen en met maaltijdcheques.
Blokkering
Vorige week bleek na een verwarrende berichtgeving evenwel dat het voorstel over het afschaffen van muntjes van 1 en 2 eurocent geblokkeerd zat binnen de federale regering. Volgens ondernemersorganisatie Unizo was het met name de PS die het wetsontwerp – na een eerdere goedkeuring – had afgeschoten.
Minister van Financiën Koen Geens, zijn collega van Economie Johan Vande Lanotte (sp.a) en Middenstandminister Sabine Laruelle namen daarop het initiatief om de tekst opnieuw te bekijken, waarna het vrijdag opnieuw op de agenda van de ministerraad verscheen.
Eerste stap
Vrijdag is de regering-Di Rupo het in ieder geval eens geraakt over een eerste stap in de afronding – volgens sommigen afschaffing – van de eurocenten. Het gaat tijdens een eerste periode over betalingen in contanten. Na twee jaar zou de ingreep tegen het licht worden gehouden en kan hij eventueel worden uitgebreid. Het is de bedoeling dat de maatregel voor het einde van de legislatuur definitief groen licht krijgt.
Reactie Unizo
“Iedereen is de kleinste koperen muntjes liever kwijt dan rijk. Ze leveren een hoop rompslomp op, mensen potten ze op, maar betalen wel meer voor het slaan van de muntjes dan dat ze waard zijn”, aldus Unizo-topman Karel Van Eetvelt, die de beslissing van de regering ‘logisch en terecht’ noemt.
De ondernemersorganisatie raamt de kosten van het maken van een euromuntje van 1 of 2 cent op 2 tot 2,5 eurocent. ‘Een kost van bijna het dubbele van de effectieve waarde waarvoor de belastingbetaler moet opdraaien’, luidt het. (BO)
