Kapitaalvlucht dreigt Zuidoost-Azië in tweede muntcrisis te duwen

© reuters
Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur Trends

Door de uittocht van beleggersgeld krijgen de Zuidoost-Aziatische landen hun externe tekorten niet meer gefinancierd. De akelige herinneringen aan de Aziatische muntcrisis van 1997 zijn helemaal terug.

In 1997 kwam Zuidoost-Azië in de greep van een zware financiële crisis en het lijkt weer zover. Beleggers trekken massaal hun geld weg omdat ze in de VS een beter rendement krijgen. “Sinds de Amerikaanse centrale bankier Ben Bernanke op 22 mei alludeerde op een verstrakking van zijn monetaire beleid, schoot de Amerikaanse obligatierente tot boven de inflatie”, zegt Nicolas Van Broekhoven, directeur van de Gentse vermogensbeheerder Value Square. “Voor het eerst in jaren kregen beleggers in Amerikaanse overheidsobligaties weer een reëel rendement.”

De beleggersuittocht zorgt voor de nodige problemen. Een aantal Zuidoost-Aziatische landen heeft een tekort op de lopende rekening. Zij zijn het meest afhankelijk van buitenlands geld om het gat te dichten. Indonesië is daarvan een goed voorbeeld. Door de groeivertraging in China viel de Indonesische export terug en steeg het lopend tekort tot 4,4 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in het eerste kwartaal. Daarmee zit het land weer rond de dieptepunten van 1996, net voor de start van de Aziatische muntcrisis.

Toch maakt Value Square zich weinig zorgen, hoewel Indonesië een gewicht heeft van 16 procent in zijn aandelenfonds. “Wij kopen gewoon Indonesische aandelen bij”, zegt Van Broekhoven. “De fundamenten onder de economie zien er te goed uit. De gemiddelde leeftijd van de bevolking is amper 28 jaar, met een groeiende middenklasse die steeds meer uitgeeft. De banken zijn gezond, de overheidsschuld is een mooie 24 procent van het bbp, en de top 50 van de bedrijven heeft een nettoschuldgraad van niet meer dan 22 procent.”

Stuurloos schip

Die lofzang kan niet alle beleggers overtuigen. Tussen de allusies van Bernanke op 22 mei en eind vorige week tuimelde de Indonesische roepie met 13 procent. Ook Thailand en Maleisië delen in de klappen. Krijgen we een heruitgave van de Aziatische muntcrisis van 1997? “Wij denken van niet”, antwoordt Van Broekhoven. “De munt van vele Zuidoost-Aziatische landen was toen vastgehaakt aan de dollar. Ze moesten hun munt toen verdedigen met een deviezenreserve, die in geen tijd was uitgeput. Vandaag zijn de reserves van die landen veel groter.”

Een ander argument zijn de gezonde balansen van de Zuidoost-Aziatische bedrijven. “Destijds hadden vele bedrijven schulden in dollar maar inkomsten in lokale munt, waarvan de waarde ineenstuikte. Dat gaf gigantische problemen. Vandaag heeft Zuidoost-Azië beter ontwikkelde schuldmarkten. Dat maakt dat bedrijven er veel meer schulden hebben in lokale munt.”

India is een twijfelgeval. In tegenstelling tot vele andere landen in Zuidoost-Azië kampt India al jaren met een tekort op de lopende rekening. Het land is berucht voor zijn bureaucratie, de haperende liberalisering en beperkingen op buitenlandse investeringen. De Indiase roepie is al een hele tijd op de terugweg tegenover de dollar, en boekt in de marktturbulentie het ene diepterecord na het andere.

“India is een stuurloos schip, dat bedreigd wordt door stagflatie, een combinatie van inflatie en zwakke groei. De energie-, wegen- en spoorinfrastructuur is rampzalig. Buiten enkele grote namen is de industriële basis beperkt. De banken, voor het merendeel in overheidshanden, stoppen vaak geld in probleembedrijven. Zo creëer je een zombie-economie. Deze crisis is exact wat India nodig heeft: een wake-upcall.”

Het volledige artikel leest u deze week in Trends.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content