Veel gesjoemel met EPC’s
‘Het kan niet anders dan dat er geknoeid wordt’, zegt de Vlaamse Architectenorganisatie over de energieprestatiecertificaten, die binnenkort vermeld moeten worden in elk vastgoedzoekertje.
Vlaams minister van Wonen Freya Van den Bossche (SP.A) geeft het energieprestatiecertificaat of EPC een duw in de rug. Als het parlement haar volgt, dan staat vanaf 1 januari in elke vastgoedadvertentie vermeld hoe energiezuinig of -verslindend de aangeboden woning is. De minister voert daarmee een Europese richtlijn versneld uit. Het EPC berekent een score die van 0 tot 700 KWh per vierkante meter loopt, en een indicatie geeft voor het jaarverbruik van de woning, ten opzichte van de vloeroppervlakte. Hoe lager de score, hoe beter.
Het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars toonde zich meteen enthousiast. Nochtans bestaat er over de EPC-energiescores behoorlijk wat wrevel, zowel bij vastgoedprofessionals als bij het brede publiek. Het feit dat die score, verplicht bij iedere residentiële vastgoedtransactie, momenteel zelden of nooit in de zoekertjes wordt meegedeeld, is in feite al veelzeggend. ‘Het EPC wordt momenteel niet ernstig genomen. Dat is jammer, want in principe is het een mooi instrument dat, zodra het op grote schaal correct wordt toegepast, zeer zeker in het belang van de consument is’, zegt Benny Craenhals van de Vlaamse Architectenorganisatie NAV.
Het energieprestatiecertificaat wordt niet ernstig genomen?
Benny Craenhals: Dat is ook niet onbegrijpelijk. Ik vertel geen geheimen als ik zeg dat een groot aantal EPC’s vandaag niet volgens de regels van de kunst wordt opgesteld. Er schort wat aan de deskundigheid van de deskundigen. Men heeft ervoor gekozen het beroep voor iedereen toegankelijk te maken die een cursus van zes tot acht weken wou volgen. Dat lokte opportunisten zonder bouwkundige achtergrond. Sommigen van hen spelen het spel niet eerlijk. En dat haalt de hele markt naar beneden. Een ernstig EPC van een standaardwoning waar je de plannen van hebt, kost een halve dag werk, plaatsbezoek niet inbegrepen. Maar sommige deskundigen vragen prijzen waarvoor je je auto niet eens kunt starten. Het NAV beschikt niet over concrete cijfers of bewijzen over wantoestanden, maar met de bedragen die nu circuleren kan het niet anders dan dat er geknoeid wordt.
De verhuurder of verkoper betaalt het EPC en kiest de deskundige. Leidt dat er niet automatisch toe dat het EPC voor die partij zo gunstig mogelijk opgesteld wordt?
Craenhals: De opleiding legt veel nadruk op eenduidige procedures en op beroepsethiek. Maar dat niet alle afgestudeerden dat ook daadwerkelijk in de praktijk brengen, is jammer genoeg waar. Er is nood aan een EPC-beroepsorganisatie, en aan strengere controle op de correcte uitoefening van het beroep.
Hoe dan ook kan een EPC-controleur geen muren slopen om te zien welke isolatie erin zit.
Craenhals: Dat is zo. Als bewijsmateriaal ontbreekt, wordt de score normaal ook bijgesteld. Het EPC dient om gebouwen met andere gebouwen te vergelijken, waarbij in principe dezelfde, redelijke veronderstellingen worden gemaakt. Misschien moeten we ook denken aan een bijkomende aansprakelijkheid voor de burger, wanneer blijkt dat die via het EPC de boel belazert. Een goeie EPC-score zou een kwaliteitslabel moeten zijn, maar het wordt ondergraven. Ik vind dat kortzichtig van die consument: een verkoper kan even later zelf ook koper zijn. Op dat moment zal hij of zij toch ook een eerlijke analyse willen?
Makelaars stellen vast dat het EPC nauwelijks impact heeft op de prijs.
Craenhals: Vandaag spelen factoren als ligging, comfort of esthetiek inderdaad een grotere rol, maar het belang van energiezuinigheid zal ongetwijfeld stijgen. Reden te meer om de status van het EPC dringend op te vijzelen. (JVB)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier