N-VA vraagt gecoördineerde aanpak ter preventie woningbranden in Brussels Gewest
De N-VA vraagt een gecoördineerde aanpak tussen het Brussels Gewest en de gemeenten om het aantal woningbranden drastisch te verminderen. Uit cijfers opgevraagd door Brussels parlementslid Mathias Vanden Borre blijkt dat woningbranden in de hoofdstad een aanhoudend probleem vormen.
In 2020 was er sprake van maar liefst 983 woningbranden in het gewest, met als uitschieters de gemeenten Brussel-Stad (181), Schaarbeek (99) en Molenbeek (89). In 2021 waren er 580 woningbranden, met opnieuw Brussel-Stad als koploper (123), gevolgd door Schaarbeek (56) en Anderlecht (50). Voor 2022 staat de teller voorlopig op 219 branden. Vanden Borre ziet een aantal oorzaken voor het hoge aantal woningbranden in het Gewest. “Brussel telt een groot aantal verloederde, laag-kwalitatieve en leegstaande woningen, waardoor het risico op branden natuurlijk toeneemt. Uit de berichtgeving in de media blijkt ook dat er vaak krakers betrokken zijn bij woningbranden. Ook dat is niet onlogisch: krakers nemen hun intrek in panden die daarvoor niet geschikt zijn, met brandgevaar als gevolg. Het probleem is dat het kraken van panden – nochtans een ernstige inbreuk op het eigendomsrecht – al jarenlang gedoogd wordt door de Brusselse regering”, stelt hij.
Tenslotte heeft de brandweer geen politionele bevoegdheid en kan ze dus niet op eigen initiatief de brandveiligheid op het terrein controleren. Brandweerdiensten kunnen deze controle enkel uitvoeren mits mandaat van de burgemeester, aangezien de burgemeester verantwoordelijk is voor de brandveiligheid op zijn/haar grondgebied.
‘Het versnipperde beleid in Brussel heeft als gevolg dat vele problemen, waaronder ook leegstand en verloedering van woningen, onder de radar blijven. Ik pleit dan ook voor een meer gecoördineerd beleid tussen gemeenten en gewest op het vlak van woningkwaliteit en de preventie van woningbranden, waarbij de gewestelijke controle- en brandweerdiensten een grotere rol moeten spelen,’ besluit Mathias Vanden Borre.