Goedkoop geld voedt positieve stemming op Belgisch Mipim-paviljoen
Zo’n 25.000 vastgoedprofessionals bezochten dit jaar de Mipim-vastgoedbeurs in Cannes, die op vrijdag zijn deuren sloot. Onder hen waren er zo’n 1500 Belgen. “De stemming bij de Belgen is positief”, getuigt Raymond Trost, CEO van CFE, een van de grootste aannemers van het land.
‘Er wordt veel omzet geproduceerd’, zegt Trost. ‘Wel staan de marges onder druk door de stijgende materiaalprijzen. Grote bedrijven kunnen dat recupereren door IT in te zetten om hun bouwproces te optimaliseren. Kleine aannemers hebben het wat moeilijker.’
‘Ettelijke deals heb ik geadviseerd’, aldus een advocaat van een van de grote Britse kantoren. ‘Vanmorgen om zes uur heb ik nog documenten doorgestuurd. Het valt moeilijk uit te leggen thuis, maar hier wordt wel degelijk gewerkt.” “Er is een hausse, maar die is soms overdreven’, repliceert Herman Du Bois, vennoot van de vastgoedbeheerder en -makelaar Quares. ‘Er is gewoon te veel geld in de markt. In de Angelsaksische landen wordt de situatie problematisch.’
‘Er is te veel en te goedkoop geld’, meent ook architect Rik Liekens (Architeam). ‘Deze door de overheid gestimuleerde strategie bevordert het kortetermijndenken in de vastgoedsector. Maar het werkt. Even toch. Er is een zekere zelfgenoegzaamheid in de markt. Rendement word vanzelfsprekend bij investeerders. Echte vastgoedprofessionals die met hun eigen centen werken, weten dat dit niet het geval is en zijn voorzichtiger.’
‘Er is ontzettend veel vertrouwen in de markt, zeker in de niche die ik het beste ken: de publiek-private samenwerking’, aldus Annelies Verlinden, vennoot van het advocatenkantoor DLA Piper. ‘Grote projecten worden over de gemeenteraadsverkiezingen heen getild naar het volgende bestuur. Er is absoluut geen negativiteit over bijvoorbeeld de brexit. Maar dat kan snel veranderen. Het thema van deze Mipim is duurzaam bouwen en ontwikkelen. Gebouwen van de toekomst worden niet meer gekocht, maar ter beschikking gesteld. Dat leidt juridisch tot heel wat uitdagingen over gebruikrecht, natrekking, erfpacht, risico’s en verzekering bijvoorbeeld.’
Ook volgens Du Bois is dat een belangrijke trend. ‘Bovendien gaat de terbeschikkingstelling van gebouwen steeds meer gepaard met het verlenen van diensten, aan studenten, oudere personen of kantoorgebruikers bijvoorbeeld. Studentenvoorzieningen zijn weer in de mode in de steden, zeker in Europa. Vroeger waren studenten een last, nu een lust. Studenten keren niet meer terug naar hun thuisbasis. Zodra ze zijn afgestudeerd, blijven ze hangen in de stad van hun alma mater. Dat trekt dan weer bedrijven aan, die inspelen op de war for talent. Ik merk dat steden meer dan vroeger steunen op vastgoedinvesteerders om hun beleidsdoelstellingen te realiseren.’
‘Bijzonder interessant zijn de contacten met andere steden, zoals Berlijn en Kopenhagen, waarvan je bijvoorbeeld leert van hun inspanningen om hoofdkantoren van internationale bedrijven aan te trekken”, zegt Claude Marinower, de Antwerpse schepen van economie (Open Vld). Hij bezocht de beurs voor het eerst. “Gigantisch en indrukwekkend’, vat hij zijn ervaring samen. “Vroeg op de dag zie je op alle terrasjes van Cannes al de gesprekken over transacties. Ik zie hier in enkele dagen meer ondernemers, dan ik normaal in enkele weken zie.”
‘Er is een grote kloof tussen wat de Belgische steden in Cannes propageren en hun houding in de praktijk”, stelt Stéphan Sonneville, CEO van de beursgenoteerde vastgoedontwikkelaar Atenor. “In de praktijk duurt het veel te lang om een vergunning te bekomen. In Brussel is het steeds moeilijker om zaken te doen. De markt van de kantoren krimpt, omdat er geen nieuwe hoofdzetels bij komen. Bovendien dalen de marges in België. Alle Belgische vastgoedbedrijven boeken vandaag meer succes in het buitenland, dan op hun thuisbasis.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier