‘De consument moet gestimuleerd worden energie te verbruiken op het meest ideale moment’
Econoom Paul Maertens laat in zijn boek ‘Stroom onder stoom’ zijn licht schijnen over de stroomverziening in ons land. We bieden u een selectie uit het boek aan.
De belangrijkste vernieuwing zal ongetwijfeld het tariefsysteem betreffen. De huidige indeling in dag- en nachttarief is verouderd en houdt geen rekening met de feitelijke schommelingen in vraag en aanbod in een periode van 24 uur. De consument moet worden gestimuleerd om de energie te verbruiken op het meest ideale moment, maar dat is pas mogelijk als hij inzicht krijgt en in real time kan inspelen op prijsschommelingen op de markt. De combinatie van vraagsturing, slimme meters en oprukkende batterijtechnologie biedt ook voordelen voor de netbeheerders.
Elia moet minder in dure reservecapaciteit voorzien en kan in theorie dus ook zijn kosten verminderen. Via bijvoorbeeld tijdelijke ondersteuning van investeringen in batterijen of slimme apparatuur, kan dat voordeel terugvloeien naar de consument. Geïnteresseerde consumenten (de ‘slimme’ klanten over wie we het al hadden, maar we hebben geen zicht op hun aantal) zouden dus moeten kunnen opteren voor een tarief dat flexibel is tijdens de dag en marktsignalen onmiddellijk kan omzetten in acties (aanschakelen, afschakelen of consumptie verminderen).
Ook de tariferingsgrondslag moet veranderen. De kosten van het net moeten correct worden vergoed, maar het verbruik kan niet de enige grondslag zijn. Daar zijn twee redenen voor. De nettoafname gaat achteruit omdat steeds meer consumenten zelf produceren. Ook al blijft het brutoverbruik stijgen, de totale kosten voor het net moeten worden verdeeld over een kleiner aantal kWh, wat de gemiddelde prijs per kWh doet stijgen. Het eerste slachtoffer van dat prijsmechanisme is de klant die niet in staat is om zelf ook producent te zijn of voor wie een investering in eigen productie niet de moeite loont door zijn relatief beperkte gebruik. Dat dreigt een vicieuze cirkel te worden, en die tendens speelt op individueel niveau.
Ook de beweging om in de toekomst wijken of stadsontwikkelingsprojecten met een bijna volledige energie-autonomie te bouwen, kan tot ongewenste effecten leiden. Het is natuurlijk heel mooi om een soort eigen privénet te bouwen en niet meer een beroep te doen op het distributienet, waardoor we de vergoedingen voor de netbeheerders kunnen ontwijken. Als een hele wijk losgekoppeld wordt, verhoogt de gemiddelde kostprijs per kWh natuurlijk verder voor diegenen die aangesloten blijven op het distributienet. Tegelijk zal de wijk in kwestie wel een back-upaansluiting willen behouden op het net, voor het geval er iets misloopt in de eigen zelfvoorzienende productie. Dat is eigenlijk een vorm van desolidarisering en zadelt de doorsneegebruiker die niet in de nieuwe energieneutrale wijk woont, op met hogere kosten. Dat kan vanuit maatschappelijk oogpunt niet de bedoeling zijn.
Om al deze redenen gaan steeds meer stemmen op om met een dubbel of tweeledig tarief te werken (zeker netbeheerders zijn daar voorstander van). Een deel van het tarief is nog altijd gebaseerd op het verbruik, want efficiënt energiegebruik moet natuurlijk voort worden gestimuleerd. Maar daarnaast zou de capaciteit het andere deel van het tarief kunnen bepalen. Met andere woorden: de beschikbaarheid van het net en alle elementen die nodig zijn om het evenwicht en het onderhoud van het net te garanderen. Die kosten zijn in een ‘slimme’ energiewereld niet altijd lager dan vroeger, maar ze zijn totaal onafhankelijk van het verbruik. Ze moeten in principe ook in de tarieven kunnen worden weerspiegeld. Zo’n tweeledig tarief, hoe onvolmaakt ook, zou veel beter de werking van de energiemarkt van de toekomst weerspiegelen en een correcter prijssignaal geven.
Die omschakeling zal niet zonder slag of stoot gaan. Midden 2016 lekte uit dat de VREG werkt aan een nieuwe tariefstructuur die in die richting gaat. Ze zou pas ingaan in 2019. Maar ondanks die lange overgangsperiode en ondanks het feit dat de formele consultaties over de ideeën nog moesten starten, kwamen enkele partijen en organisaties al in het verweer tegen de wijziging. Ze zou immers vooral de kleinere consument treffen en alle inspanningen voor een lager verbruik in de kiem smoren. De regulator haastte zich om te melden dat het slechts om denkrichtingen gaat.
Toch moeten we beseffen dat we als consument niet alles kunnen hebben: én een dalend tarief, én een verminderde factuur als het verbruik vermindert, én ook nog de mogelijkheid om zelf te produceren of in een autonoom systeem te zitten zonder mee te betalen voor de netkosten en de garantie van stroomvoorziening. We willen altijd alles en overal, zonder dat het iets mag kosten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier