Het einde van de fiscale piraterij
Begin oktober buigt de G20 zich over de aanpak van de agressieve fiscale planning door multinationals. De OESO werkte de basis uit. Ondertussen tracht de Europese Commissie schadelijke fiscale praktijken te counteren.
Op 8 oktober finaliseren de ministers van Financiën van de G20 in Lima het actieplan dat een einde moet maken aan agressieve fiscale planning door multinationals. Dat gebeurt op basis van de voorstellen, die de OESO op 5 oktober zal presenteren. “Het is een interessante tijd voor fiscalisten, met duizenden documenten die op ons afkomen”, voorspelt professor fiscaliteit Luc De Broe (KU Leuven, advocatenkantoor Laga). “Het wordt voor multinationals moeilijker om belastingen te ontwijken. Vanaf volgend jaar zal het wettelijke fiscale kader grondig veranderen in die richting.”
De Broe presenteert volgende week maandag op een conferentie in Leuven een onderzoek, dat hij de voorbije twee jaar heeft gedaan over misbruik van belastingverdragen en Europees recht, staatssteun via rulings en schadelijke belastingpraktijken. Trends kon het resultaat al inkijken.
In 2012 riep de G20 de OESO op te onderzoeken hoe fiscale achterpoortjes kunnen worden gesloten. Dat gebeurde toen bekend werd dat grote multinationals als Starbucks, Apple, Google en Amazon massaal belasting ontweken via fiscale rulings, afspraken met overheden over specifieke fiscale constructies.
Einde van een tijdperk
“Hier eindigt een tijdperk waarin multinationals in de internationale fiscaliteit voetbal konden spelen zonder scheidsrechter”, duidt Michael Maus, professor fiscaliteit (UA/VUB) en advocaat bij Bloom Law Firm. “Ze hebben hun hand overspeeld.”
In 2013 maakt OESO een actieplan rond Base Erosion and Profit Shifting (BEPS). Dat moet een einde maken aan de aantasting van de belastbare basis voor multinationals, die bijvoorbeeld via dubbelbelastingverdragen winsten heen en weer schuiven naar belastingvriendelijke structuren. De Broe: “Dubbelbelastingverdragen zijn bedoeld om te vermijden dat er in twee landen belasting wordt betaald voor dezelfde winst. De verdragen kunnen ook gebruikt worden om in die twee landen geen belasting te betalen. Zo is de intrest van winstdelende leningen in België aftrekbaar, terwijl ze in Luxemburg als een onbelast dividend worden beschouwd. Twee keer prijs. Deze hybride constructies zijn onhoudbaar.”
Antoon Van Zantbeek (Rivus Advocaten): “Het systeem is doorgeslagen. Multinationals verwerven met de rulings fiscale voordelen die hun concurrenten, zeker de kleinere ondernemingen, niet hebben. Fiscalisten zoeken ijverig naar de mismatch in de fiscale stelsels. Op een volledig legale manier betalen multinationals zo bijna nergens belasting. Het zijn bedrijven zonder nationaliteit.”
Een van de maatregelen die de OESO wil doorvoeren is de opname van een antimisbruikbepaling in de 3000 dubbelbelastingverdragen. In 2017 zouden alle lidstaten van de OESO toetreden tot een multilateraal verdrag dat alle bestaande bilaterale verdragen wijzigt. Ze zouden in een klap alle een antimisbruikclausule bevatten. Dat bemoeilijkt de uitbuiting van die verdragen. “Wishfull thinking“, bestempelt De Broe deze OESO-doelstelling. “Er is geen politieke consensus. Bovendien is de juridische uitwerking uiterst complex.”
Op Europees niveau is er echter wel een maatregel op komst met verregaande gevolgen voor internationale fiscale constructies. Momenteel laat de moeder-dochterrichtlijn nog toe dat winsten van Belgische ondernemingen via een Luxemburgs vehikel zo goed als belastingvrij wordt doorgesluisd buiten de Europese Unie. Na een aanpassing van deze richtlijn moeten de constructies echter gebaseerd zijn op economische gronden, niet op fiscale. “Louter fiscale constructies zijn achterhaald”, aldus De Broe. “Constructies via Luxemburg, zonder dat er economische activiteit is, zijn niet meer mogelijk. Wel moet de Belgische wetgever deze bepaling opnemen in zijn fiscale wetgeving voor het einde van dit jaar. Er is nog werk op de plank.”
Europijlen op België
Ook het Directoraat-Generaal Mededinging van de Europese Commissie richt zijn pijlen op die fiscale constructies. Het onderzoekt momenteel of de voordelige rulings, die agressieve belastingplanning mogelijk maken, neerkomen op staatssteun.
Ook ons land komt in het vizier. Via de excess profit rulings kan een Belgisch filiaal van een multinational een deel van zijn winst vrijstellen van belasting. De onderneming moet dan aantonen dat ze die winst maakt, omdat ze een beroep kan doen op de schaalvoordelen van de multinational (zoals het gereputeerde merk of prijsvoordelen door centrale aankopen). Ook de octrooiaftrek (6,8 procent belastingen op de inkomsten uit octrooien) wordt bekeken.
Waarom doet ons land hier eigenlijk mee aan deze fiscale piraterij? Maus: “De politiek en de administratie geven toe aan de lobbying van grote bedrijven, omdat ze anders elders wel een voordeel krijgen en België dan zero belastinginkomsten int. Hetzelfde proces vindt in heel de wereld plaats. Aan die ongelijke strijd komt een einde als alle landen samen gebald optreden tegen deze wanpraktijken. Dat lijkt nu eindelijk te gebeuren.”
De eerste beslissing van het Directoraat-Generaal Mededinging wordt voor het einde van dit jaar verwacht. De Belgische dossiers komen volgend jaar aan bod. Als de fiscale constructies worden beschouwd als staatssteun, kunnen de lidstaten en de betrokken ondernemingen in beroep gaan bij het Gerecht van Eerste Aanleg in Luxemburg. “Zo’n beroep schorst de uitspraak niet”, voorspelt De Broe. “Verboden staatssteun moet voor de voorbije tien jaar worden teruggestort aan de lidstaat. Dat zou kunnen leiden tot mooie eenmalige inkomsten in tijden van crisis. Het verlies aan geloofwaardigheid voor de veroordeelde lidstaat is echter enorm.”
Ook de OESO strijdt tegen de schadelijke fiscale concurrentie. Zo komen de ‘patentdozen’ in beeld. Dat zijn vehikels die worden opgericht in landen waar er een gunstig regime bestaat voor de opbrengst van intellectuele eigendomsrechten. Multinationals laten hun dochters betalen voor het gebruik van deze rechten, zodat massaal winsten kunnen worden verschoven naar deze fiscale paradijsjes.
De OESO eist dat deze structuren substantie hebben. Ze moeten dus werkelijk dienen om Europese onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten te ontwikkelen. De Broe: “Het voorbije jaar was er een ware wedloop aan de gang tussen de OESO en de EU tegen schadelijke belastingmaatregelen. De Europese Commissie vraagt van de lidstaten om op basis van de OESO-vaststellingen maatregelen te nemen die een einde maken aan deze praktijken. Gebeurt dat volgend jaar niet, kondigt ze een richtlijn aan die de lidstaten dan verplicht op te treden.”
Meer transparantie
Europa heeft nog meer in petto. Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker kondigde voor het einde van dit jaar maatregelen aan, die de automatische uitwisseling van informatie over rulings tussen de lidstaten verplicht. De Broe: “De Commissie zal er waarschijnlijk niet in slagen om dit voor 2016 te doen. Het komt er wel aan, zoveel is duidelijk. Ondertussen is België de beste leerling van de klas, omdat onze minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) deze informatie al spontaan doorgeeft aan andere belastingdiensten.”
In het streven naar meer transparantie verwacht de OESO van haar leden dat ze de hoofdzetels van de internationale ondernemingen vanaf 1 juli 2016 verplicht om de lokale administratie alle informatie door te geven over onder meer de wereldwijde omzet, de nettowinst, de personeelsbezetting en de intellectuele eigendomsrechten. In elk land waar ze actief zijn moeten ze bovendien (onder embargo) informatie geven over hun fiscale structuren.
“Starbucks zal dus mogen uitleggen waarom het bedrijf het merendeel van zijn winst naar Ierland sleept, terwijl het er een handvol mensen tewerkstelt”, aldus Van Zantbeek. “De overheden werden bij de bok gezet, omdat ze gewoon niet wisten welke voordelen de bedrijven in andere landen kregen. Als Luxemburg en België deze informatie voortaan uitwisselen, kan blijken dat een multinational met dezelfde winst twee maal langs de kassa passeert. Iedereen moet met de billen bloot. Elke onderneming, en straks ook elke fiscale administratie. Gedaan met deals in achterkamertjes. Zo weten we perfect waar de multinationals voordelen krijgen. Dat zal hen voorzichtiger en de overheden aandachtiger maken.”
Maus denkt er net zo over. “Vanaf 2009 werden de belastingparadijzen aangepakt om de fiscale fraude onmogelijk te maken. Met succes. Nu liggen de fiscale uitzonderingsmaatregelen onder vuur om de belastingvermijding aan te pakken. De tijd is voorbij dat de multinationals met hun economische macht de politiek konden chanteren om een fiscaal privilege te bekomen. Dit is niet meer dan correct.”
Koen Morbée, vennoot bij het in fiscaliteit gespecialiseerde Tiberghien en docent aan de Fiscale Hogeschool Brussel: “De druk van de publieke opinie groeit. De meeste multinationals hebben begrepen dat ze net als alle bedrijven normaal belastingen moeten betalen in landen waar ze winst creëren. En de CFO die het nog niet begrepen heeft, zit binnenkort met een probleem.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier