Europese Centrale Bank: Amper helft Belgische gezinnen komt aan sparen toe

Amper 48 procent van de Belgische gezinnen komen nog aan sparen toe. Dat blijkt alleszins op de antwoorden die Belgische gezinnen gaven op een uitgebreide enquete van Household Finance and Consumption Network (HFCN), een werkgroep die gelieerd is aan de Europese Centrale Bank.

Huiseigenaars staan er iets beter voor dan huurders: bij de huiseigenaars geeft iets meer dan de helft aan te kunnen sparen. Bij de huurders slaagt slechts een derde er naar eigen zeggen nog in, geld opzij te zetten. Dat lijkt in tegenspraak met het immer stijgende spaarvolume (voorbij de 245 miljard euro in juli) en het relatief hoge percentage van het inkomen dat gespaard wordt (16 procent). In dat cijfer zit wel 9 procent investeringen in bouwen en renoveren vervat, wat door de meeste gezinnen niet als sparen wordt beschouwd. 130.000 Belgische gezinnen torsen volgens de studie ook een schuldenlast die hun onroerend en financieel vermogen overstijgt. In vergelijking met de buurlanden doet België het op dat vlak niet eens zo slecht. Netwerk tegen Armoede is niettemin verontrust door de cijfers. “Wie geen geld opzij kan zetten, verzeilt bij tegenslag al snel in de armoede,” klinkt het. Cijfers van de Nationale Bank tonen bovendien aan dat ruim 330.000 Belgen worstelen met een betalingsachterstand. Het gemiddeld gezinsvermogen bedraagt 338.600 euro. Dat gemiddelde wordt echter zwaar vervormd door de aanwezigheid van enkele gezinnen met erg grote vermogens. Slechts een derde van de gezinnen heeft een vermogen dat groter is dan het gemiddelde. Het mediaanvermogen bedraagt 206.200 euro. (Belga)