Dwingt telewerk ons naar de terugkeer van de prikklok?

© Wim Kempenaers
Myrte De Decker
Myrte De Decker redacteur bij Trends

In de strijd tegen het coronavirus blijft thuiswerken voorlopig de norm. Verscheidene ondernemingen grijpen terug naar een vorm van tijdregistratie bij hun werknemers. Zij zien dat vooral als een controlemiddel, maar dat hoeft niet zo te zijn.

“Ook ik krijg elke week een rapport over mijn werktijden in mijn mailbox”, zegt Peter s’Jongers. De ondernemer staat aan het hoofd van Protime. Dat bedrijf is in België en Nederland de marktleider in personeelsplanning en tijdregistratie. “In week 8 heb ik bijvoorbeeld 113 procent van mijn uren gewerkt, de week erna 96 procent. Dankzij die data houd ik mijn werk en mijn privéleven in balans.”

Nog nooit hebben we zo massaal thuisgewerkt. De voorbije jaren was er al een shift richting flexibelere werkuren en thuiswerken, maar de coronacrisis dwong ons tot een gedragsverandering. Tijdens de eerste lockdown bleef 85 procent van de 21 miljoen vierkante meter kantoorruimte in ons land ongebruikt. Volgens een rondvraag van de hr-dienstenverlener Attentia presteerden bedienden meer dan 40 procent van hun werktijd in hun thuisbureau, voor kaderleden was dat 60 procent. Hoewel we tegenwoordig weer iets vaker naar de werkvloer terugkeren ¬ zo blijkt uit enquêtes en de filebarometers ¬ blijft telewerken voor veel bedienden de norm. Nu het woon-werkverkeer wegvalt, kan dat voor thuiswerkers extra vrije tijd opleveren. Maar de grens tussen werk en privé is tegelijk vervaagd: werknemers blijken later voort te werken en vaker hun mailbox te openen tijdens het avondmaal of voor de televisie. Een rondvraag die Protime eind februari liet uitvoeren bij duizend Vlaamse werknemers die sinds de coronacrisis vaak tot altijd van thuis werken, bevestigt dat. 76,7 procent van de ondervraagden had het gevoel dat hun werk en hun privétijd op een thuiswerkdag meer in elkaar overvloeien dan wanneer ze op kantoor werken.

PETER S'JONGERS
PETER S’JONGERS “We installeren een monitoringtool, geen controlemiddel.”© Wim Kempenaers

Hartslag meten

“Tijdregistratie kan een oplossing bieden”, zegt s’Jongers. “Teamleiders moeten waken over het mentale welzijn van hun werknemers. Is de extra werkdruk tijdelijk, om bepaalde doelstellingen te halen? Of heeft iemand hulp nodig, omdat er te veel werk kruipt in taken die efficiënter kunnen worden uitgevoerd? Tijdregistratie is een vorm van controle, maar niet alleen om de gepresteerde uren in het oog te houden. Ik vergelijk het liever met de hartslagmeter van een sporter. Je loopt door die meter zelf niet sneller of trager. Wel geven de data aan of iemand in het rood gaat, of een tandje kan bijsteken.”

Voor alle duidelijkheid: tijdregistratie is in België niet verplicht. In mei 2019 velde het Europees Hof van Justitie een arrest over de prestatie van overuren en het gebruik van tijdregistratiesystemen. Die vraag kwam van de vakbondsleden van een Spaans bedrijf. In dat arrest verduidelijkte het Hof dat de lidstaten ‘de nodige maatregelen’ moeten treffen, om ervoor te zorgen dat de minimale rusttijden en de maximale arbeidsduur gerespecteerd worden.

“Sommigen lezen in die uitspraak dat Europa bedrijven verplicht om een tijdregistratiesysteem te gebruiken”, zegt Geert Vermeir, juridisch adviseur bij het kenniscentrum van het hr-bedrijf SD Worx. “Anderen zeggen dat een Europese uitspraak geen bindende gevolgen heeft voor de lidstaten. België is bij die tweede groep. Werkgevers hoeven de werktijd van hun werknemers dus niet gedetailleerd te registreren. Als ze dat doen, bijvoorbeeld voor arbeiders, gebeurt dat meestal uit praktische overwegingen, omwille van de planning of de moeilijke loonberekening in ploegenstelsels.”

Er zijn wel enkele uitzonderingen. Zo moeten werkgevers de prestaties van deeltijdse werknemers die buiten het voorziene uurrooster vallen, bijhouden in een papieren register. Een tijdregistratiesysteem mag die papieren versie wel vervangen. De wetgever wil zo voorkomen dat deeltijdse arbeidskrachten verdoken toch voltijds werken.

Van de meer dan 4000 klanten van Protime zijn er 2500 in België gevestigd. Dat gaat van horecazaken tot de Nationale Bank van België en de farmareus Pfizer. In het vierde kwartaal van het coronajaar 2020 zette Protime de beste verkoop neer in zijn 26-jarige bestaan. 70 procent van de nieuwe klanten had voordien geen vorm van tijdregistratie.

Toch blijkt tijdregistratie tijdens het telewerken niet de norm. Uit de bevraging van Protime blijkt dat die slecht bij 45 procent van de thuiswerkers verplicht is, tegenover 53 procent op kantoor.

Minder tijdregistratie zou tot minder frustraties en meer vrijheid moeten leiden, maar bijna twee op de drie thuiswerkers zien zulke systemen toch vooral als een controlemiddel van de werkgever.

“Onze consultants zullen ook altijd benadrukken dat we een monitoringtool installeren, geen controlemiddel”, zegt s’Jongers. “Het gaat om de zelfsturing van de medewerkers. Daarom bezorgen we aan het personeel ook die mail met data over hun arbeidsprestaties. Dat is een leidraad, zodat elke werknemer zijn werktijd zelf kan beheren. En die komt voor alle duidelijkheid niet bij de top van de onderneming terecht.”

Haaks op flexibiliteit

Niet iedereen is overtuigd van het nut van tijdregistratie. Peter Hinssen, de oprichter van nexxworks, noemt het systeem achterhaald. “Ik heb een korte periode een traditionele baan gehad”, legt hij uit. “Daar werd gewerkt met een prikklok. Ik vond het verschrikkelijk dat mijn prestaties gemeten werden op basis van tijd.” Als het van Hinssen afhangt, beslissen de werknemers zelf wanneer en hoe ze hun resultaten behalen. “Tijdregistratie staat haaks op de flexibiliteit die we van werknemers verwachten. Toch voor wie intellectuele arbeid verricht. Dat je in een fabrieksomgeving moet plannen, daar kun je moeilijk aan voorbij. Maar in elke andere omgeving is een prikklok bijna een belediging. Ik kijk naar het resultaat, niet naar de werkuren van mijn werknemers. Misschien krijgen ze wel een geniale inval ‘s morgens op de fiets of ‘s avonds voor de tv. We verwachten innovatie in bedrijven. Hoe betuttelend zou het zijn, mochten we hun ideeën alleen tussen negen tot vijf verwelkomen.” Volgens de technologie-ondernemer is het veel zinvoller werknemers te leren hoe ze een duidelijke afbakening tussen werk en privé maken. Net omdat zoiets heel persoonlijk is, kun je dat niet in een systeem gieten. “Als dat niet kan, lijkt er mij iets fout te lopen in de bedrijfsstructuur”, meent Hinssen.

Geert Vermeir van SD Worx ziet daarin het contradictorische van een tijdregistratiesysteem. Bedrijven werken aan meer autonomie voor de werknemer, maar willen toch graag een mechanisme om de geleverde arbeid te berekenen. “Het is logisch dat zij verwachten dat hun personeelsleden op elkaar zijn afgestemd en dat doelstellingen worden gehaald.”

Blijft nog de vraag: kan een bedrijf zomaar een prikklok invoeren? Vermeir: “Als een onderneming daarmee werkt, moet dat altijd vermeld staan in het arbeidsreglement. Vaak is dat aangevuld met de sancties die verbonden zijn aan misbruik van het systeem. Bedrijven die nadenken over een tijdregistratie, moeten dat ook altijd voorleggen aan de ondernemingsraad of aan de werknemers in een informatieronde. Niet dat iemand een vetorecht heeft, maar het is maar netjes om dat te doen.”

76,7 procent

van de thuiswerkers heeft het gevoel dat hun werk en hun privétijd meer in elkaar overvloeien, volgens een enquête van Protime.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content