De Europese Centrale Bank (ECB) is niet van plan af te wijken van het huidige monetaire beleid met een historisch lage rente.
De Europese Centrale Bank (ECB) is niet van plan binnenkort de rente te verhogen. Dat heeft ECB-voorzitter Mario Draghi donderdag laten verstaan tijdens een toespraak in Frankfurt. Een eerste verhoging van de rentetarieven in de eurozone kan bijgevolg allicht pas worden verwacht wanneer het inkoopprogramma van de centrale bank wordt afgerond. Via dat inkoopprogramma koopt de ECB staatsobligaties vanaf april tot december 2017 maandelijks voor 60 miljard euro staatsobligaties op. Tot maart lag dat bedrag hoger, op 80 miljard euro.
De ECB heeft al herhaaldelijk laten blijken dat de rente nog een tijd laag blijft, en zeker niet voor het einde van het inkoopprogramma van staatsobligaties zal worden verhoogd.
De ECB houdt de herfinancieringsrente al sinds maart 2016 met 0 procent op het laagste peil ooit. Ook de depositorente staat al lang laag (negatief) op -0,4 procent. Banken die overtollig geld bij de ECB stellen, moeten daar dus 0,4 procent ‘strafrente’ op betalen.
Door het economische herstel en de oplopende inflatie in de eurozone (in februari tot het gewenste peil van 2 procent) werd her en der gespeculeerd dat de centrale bank stilaan af zou stappen van de stimuli om de economie aan te zwengelen en de inflatie op te krikken.
De negatieve depositorente speelt volgens Draghi echter een belangrijke rol in de verbetering van de financiële omstandigheden in de eurozone. De negatieve bijwerkingen blijven daarbij nog altijd beperkt, verduidelijkt hij donderdag.
Begin maart zei Draghi nog dat het afwachten wordt of de sterkere groei in de eurozone de inflatie duurzaam hoger kan tillen. Daarvoor is het vooral kijken naar de kerninflatie, de evolutie van het prijzenpeil zonder volatiele elementen als energie en voeding. En die blijft hardnekkig laag rond 1 procent. “We zien nog geen overtuigende signalen dat de onderliggende inflatie stijgt”, beklemtoonde Draghi herhaaldelijk.
