Jozef Vangelder

De vergeten voordelen van vrijhandel

Jozef Vangelder redacteur Trends

De consument wordt altijd opnieuw vergeten door de tegenstanders van vrijhandel. Dat zegt Trends-redacteur Jozef Vangelder.

Stel even dat een mens alles wat hij nodig heeft, zelf zou moeten maken. Dat zou enorm veel tijd en energie kosten. Alleen al voor kledij dient hij eerst katoen te telen, te oogsten en te spinnen. Daarna komt het weven van de garens tot stoffen, en het naaien van de kledingstukken. Dan wacht nog een reeks andere basisbehoeften, zoals voeding, energie, en een dak boven het hoofd.

In de loop der tijden zijn mensen zich gaan specialiseren, en ruilden daarna hun producten of diensten met elkaar. Het resultaat was gestegen welvaart. Hier is een economisch principe aan het werk. Specialisatie en ruil maken dat we met z’n allen niet alleen meer, maar ook betere producten voortbrengen, tegen lagere kosten. Eén plus één is drie, of zelfs vier.

Net hetzelfde geldt voor vrijhandel, het vrije verkeer van goederen en diensten tussen landen. Zijn huidige levensstandaard zou België nooit op zijn eentje kunnen realiseren. Al onze smartphones, medische apparaten, en energiecentrales zouden we nooit allemaal zelf kunnen maken, tenzij aan onmogelijke kosten. We zouden ook kunnen terugkeren naar autarkie, maar dan moeten we er alle gemis bij nemen.

De Europese Unie en de Verenigde Staten werken aan een vrijhandelsakkoord, het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP). De kritiek is niet mals. Het akkoord zou een aanval zijn op alles wat Europa lief is, zoals milieu, voedselveiligheid, en arbeidsomstandigheden. TTIP zou een race to the bottom in gang zetten, waarvan uiteindelijk onze democratie het slachtoffer zal worden.

Vrijhandel kan niet zonder goede regels. Het TTIP-akkoord mag geen vrijgeleide zijn voor multinationals om lokale, democratisch gestoelde regelgeving onderuit te halen. Een voorbeeld is dat van tabaksproducent Philip Morris, die compensaties eiste voor de beslissing van Australië om sigarettenpakjes te voorzien van griezelige foto’s over longkanker.

De zogenoemde ISDS-clausule (Investor State Dispute Settlement) – een geschillenprocedure die buitenlandse investeerders in beginsel moet beschermen tegen de willekeur van nationale overheden – is voor verbetering vatbaar. Er zijn klachten over belangenvermenging en gebrek aan transparantie. Dat de ISDS-procedure beter kan, bewijst het vrijhandelsakkoord tussen de EU en Canada. Zo belooft het verdrag – dat nog wacht op ratificatie – transparantie bij de behandeling van ISDS-zaken, en pakt ook andere mistoestanden aan.

Maar midden in de storm van kritiek is het goed om er even aan te herinneren waar het om draait bij vrijhandel: mensen en bedrijven meer kansen geven. Een groot deel van TTIP gaat over de harmonisatie en vereenvoudiging van regelgeving. Multinationals hebben de middelen om het woud aan handelsbarrières – zoals douaneprocedures en technische vereisten – te overleven. Voor zelfstandigen en kleine ondernemers is dat onbegonnen werk.

Een degelijk vrijhandelsakkoord maakt komaf met onnatuurlijke privileges. Wie betere producten of slimmere diensten in de aanbieding heeft aan een goede prijs, moet zijn waar kunnen verkopen. Daar wordt ook de consument beter van. Hij is de degene die altijd opnieuw vergeten wordt door de tegenstanders van vrijhandel. Als België alles zelf zou moeten produceren, dan waren smartphones alleen voor de happy few.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content