Ecocheques ook bruikbaar voor elektrische toestellen met nieuw energielabel
Consumenten zullen ecocheques kunnen gebruiken voor huishoudtoestellen met een nieuw Europees energielabel. Dat heeft de Nationale Arbeidsraad woensdag beslist.
Sinds 1 maart zijn er nieuwe Europese energielabels voor een breed gamma aan huishoudtoestellen. De vorige labels bestonden al sinds de jaren negentig en werden stilaan achterhaald. Waar ‘A’ vroeger de beste score was, was dat intussen al ‘A+++’ geworden, omdat toestellen nu een pak energiezuiniger zijn. Concreet zijn de oude labels voor vier categorieën van toestellen vervangen door de nieuwe labels, die gaan van categorie A tot en met G. Het gaat om wasmachines, vaatwassers, koeltoestellen en beeldschermen.
Energiezuinige toestellen kunnen aangekocht worden met ecocheques. Maar voor de toestellen met een nieuw energielabel was er een probleem, omdat er geen rechtstreekse conversietabel was voorzien voor de omzetting van de vroegere naar de huidige labels, legt adviseur sociale zaken bij Unizo Koen Cabooter uit. De Nationale Arbeidsraad moest daarom beslissen voor welke labels ecocheques gebruikt mogen worden. De NAR hakte die knoop woensdagochtend door. Voor wasmachines zullen ecocheques enkel voor label A gebruikt mogen worden, voor vaatwassers gaat het om labels A, B en C, zegt Cabooter. Voor zowel koeling – zoals koelkasten en diepvriezers – als televisie- en beeldschermen worden ecocheques aanvaard voor de categorieën A, B, C en D, beslisten de sociale partners.
Het hele systeem wordt in september nog geëvalueerd. De NAR wil vooral verzekeren dat er een evenwicht is tussen de koopkracht van consumenten enerzijds en de ecologische invalshoek van de ecocheque anderzijds, aldus Cabooter.
Minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) reageert tevreden. ‘Het is niet meer dan logisch dat ecocheques nu ook gebruikt kunnen worden voor producten die een nieuw energielabel hebben’, zegt ze. ‘Het energielabel informeert consumenten en stimuleert producenten om energiezuinigere producten te maken. Die zijn een dubbele win: hoe minder elektriciteit een product verbruikt, hoe lager de elektriciteitsrekening en hoe beter voor het milieu. Energie die je niet gebruikt, is nog altijd de goedkoopste.’