De voorzitter van de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders, Ivo Goeyens, signaleert een pijnpunt in de btw-heffing bij de uitvoering van vonnissen over de betaling van een factuur.
“De btw-heffing van gerechtsdeurwaarders gebeurt volgens het principe dat degene die de dienst bestelt, de belasting betaalt en ook mag aftrekken. Maar als de schuldeiser een gerechtsdeurwaarder de opdracht geeft een vonnis te laten uitvoeren, moet de schuldenaar de uitvoeringskosten plus de btw betalen. De schuldeiser mag de btw wel aftrekken. Dat is bijzonder onrechtvaardig en dat leidt tot uitwassen.”
De voorzitter van de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders, Ivo Goeyens, signaleert dit pijnpunt in de btw-heffing bij de uitvoering van vonnissen over de betaling van een factuur. De btw werd eind december ingevoerd en vandaag presenteert de Kamer haar jaarverslag aan de minister van Justitie, Annemie Turtelboom (Open Vld).
“Accountants wijzen bedrijven er onder meer op dat ze door de betaling van facturen te laten uitvoeren via de rechtbank, massaal belastingen kunnen besparen. Justitie zou een einde moeten kunnen maken aan deze immorele misbruiken op kap van zwakke partijen, zoals mensen die hun nutsfactuur niet kunnen betalen.”
Goeyens wijst erop dat deze btw ook moet worden aangerekend aan Justitie bij dagvaardingen in strafzaken zoals parkeerboetes en snelheidsovertredingen. De gerechtsdeurwaarders moeten die som dan doorstorten aan Financiën. “Dit is dus voor de overheid een vestzak broekzakoperatie. Maar Justitie, dat het financieel al niet breed heeft, wordt zo wel zwaar getroffen.” (H.B.)
