De Belgische werkloosheidsuitkeringen dalen zeer traag in vergelijking met die in andere Europese landen. Dat blijkt uit cijfers van de OESO en berekeningen van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO).
België behoort tot de West-Europese top 5 met de hoogste netto-uitkering bij het begin van de werkloosheid (71 procent van het vroegere nettoloon in België tegenover 63 procent gemiddeld in de EU-15).
Na verloop van tijd dalen de Belgische werkloosheidsuitkeringen weliswaar, maar minder dan in andere EU-landen. Het VBO berekende dat de Belgische werkloosheidsuitkeringen voor gezinshoofden en alleenstaanden gemiddeld met slechts 10 procent afnemen, tegenover 40 procent in Europa. Het VBO kwam ook tot de conclusie dat er van een degressiviteit bij de laagste lonen nauwelijks sprake is, terwijl daar het gros van de werklozen zit.
Volgens het VBO moet het activerende karakter van de uitkeringen versterkt worden door een sterkere daling van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd. Dat kan niet gebeuren – zoals formateur Elio Di Rupo wil – door een verhoging van de initiële uitkeringen. Het VBO vraagt een heroriëntering van de middelen voor de latere werkloosheidsperiode naar meer opleiding, begeleiding en opvolging van werklozen. (AM)
