Van de Velde

Het aandeel van Van de Velde ligt bij beleggers in de gratie als alternatief voor laagrentende kwaliteitsobligaties. De waardering is met een koers-winstverhouding van ruim 20 flink opgelopen.

Tina zou een gepaste naam zijn voor de lingeriemodellen van Van de Velde. ‘Tina’ staat voor ‘there is no alternative’, en maakte de voorbij jaren furore op de beurzen omdat er geen alternatief voor aandelen zou zijn. Aandelen met stabiele dividenden, zoals Van de Velde, worden in dit klimaat steeds meer gezien als alternatieven voor obligaties, wat hun koersen de hoogte injoeg. Van de Velde heeft heel wat troeven om beleggers te verleiden. Sinds 2007 is het dividend minstens stabiel of stijgend, wat op dit moment een dividendrendement van bijna 6% bruto oplevert. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat het dividend op dit moment hoger is dan de winst per aandeel. Van de Velde kan dat financieren dankzij de sterke kaspositie en de bijzonder solide balans. Het winstrendement bedraagt aan de huidige beurskoers slechts 5%, te vergeleken met een rendement van 0,26% op een Belgische overheidsobligatie.

De resultaten over de eerste helft van 2016 bevestigen de relatief sterke operationele prestaties. De vergelijkbare omzet steeg met 2,7%, wat iets minder is dan het bedrijf zelf had verhoopt. De recurrente bedrijfskasstroom (rebitda) steeg echter met 7,1% dankzij hogere marges die op het conto mogen geschreven worden van de stijging van de omzet, lagere personeelskosten en een beperkte stijging van de vaste kosten. De nettowinst moest wel een stapje achteruit zetten door een gestegen winstbelasting. Die resultaten zijn vooral te danken aan de groothandelsactiviteit, of dus de toelevering aan andere boetieks. De omzet nam met 5,9% toe, zowel dankzij een stijgende verkoop van de lingerie als van de badmode. De nieuwe bestellingen beloven ook voor deze tweede jaarhelft een groei die vergelijkbaar is met dezelfde periode vorig jaar. Dat is een must, want deze activiteit blijft goed voor het gros van de omzet en winst. De retailactiviteit, of dus de verkoop via eigen winkels, heeft het iets moeilijker.

De vergelijkbare omzet steeg in Europa weliswaar met 5,9%, vooral dankzij sterke verkoop in Nederland en het Verenigd Koninkrijk, maar door de val van het pond daalde deze omzetgroei tot 1,2%. De eigenlijke omzet in Europa daalde zelfs met 4,1% als ook rekening wordt gehouden met de sluiting van enkele verlieslatende winkels. In de Verenigde Staten daalde de vergelijkbare retailomzet zelfs met 17,7% en de eigenlijke omzet met 27,7% door de sluiting van verlieslatende winkels. Van de Velde krijgt de Amerikaanse verkoop dus niet op de rails, ondanks de herpositionering van de winkels naar het merk Rigby & Peller, dat in Europa wel succesvol is.

Van de Velde verliest op jaarbasis 2,5 miljoen EUR bedrijfskasstroom (ebitda) in de Verenigde Staten. Dat is op een totale ebitda van een kleine 70 miljoen EUR geen ramp. Waarom wil de verkoop in de VS niet lukken, terwijl het dé markt is voor de grotere maten waarin Van de Velde sterk staat? In Schellebelle hebben ze er nog altijd het raden naar.


Conclusie

Van de Velde ligt bij beleggers in de gratie als alternatief voor laagrentende kwaliteitsobligaties. De waardering is met een koers-winstverhouding van ruim 20 flink opgelopen, waardoor de kwetsbaarheid voor stijgende rentevoeten of tegenvallende operationele resultaten is toegenomen. Geen van beide risico’s zijn hoog vandaag. Vandaar het ongewijzigd advies.

Advies: houden

Risico: laag

Rating: 2A

Partner Content