Vale bewijst dat het ook in een omgeving van sterk gedaalde ijzerertsprijzen winstgevend kan blijven.

Binnen de veelgeplaagde grondstoffenindustrie behoren de ijzerertsproducenten tot de grootste slachtoffers. De ijzerertsprijs noteert op meerjarige dieptepunten, als gevolg van een fysiek overaanbod en een sterk gedaalde vraag. Onder de producenten woedt een hevige strijd om marktaandeel. De prijs van een ton erts met een ijzergehalte van 62% (de referentiewaarde) evolueert de jongste weken erg volatiel en schommelt tussen 45 en 60 USD per ton. Dat is gemiddeld ongeveer de helft van een jaar geleden. De consensusverwachting voor de tweede jaarhelft gaat uit van een gemiddelde prijs in de buurt van 50 USD per ton. Goldman Sachs verwacht pas vanaf de tweede helft van 2016 beterschap.

Dit jaar komt er opnieuw 110 miljoen ton aan nieuwe productiecapaciteit bij. Dat wordt gedeeltelijk gecompenseerd door de sluiting van mijnen die tegen de huidige, lage prijzen niet meer rendabel zijn. De grootste afzetmarkt voor ijzererts is uiteraard China. Vale is in productietermen de grootste, maar heeft als nadeel dat China verder af ligt, met als gevolg dus hogere transportkosten dan de andere reuzen, zoals Rio Tinto en BHP Billiton. Die mijngroepen produceren in Australië. Vale profiteert dan weer van ertsen van hogere kwaliteit en lagere productiekosten, exclusief transport.

De cijfers van het voorbije tweede kwartaal lagen echter boven de verwachtingen. De nettowinst van 1,68 miljard USD was een vooruitgang met 17% op jaarbasis en lag maar liefst 4 keer zo hoog als de consensusverwachting. Deze winst was meer dan welkom na drie opeenvolgende verlieskwartalen. De bedrijfskasstroom (ebitda) lag met 2,21 miljard USD weliswaar 46% lager dan een jaar eerder maar wel nog steeds boven de prognoses. Vale produceerde 85,3 miljoen ton ijzererts, en dat was een record voor een tweede kwartaal. Het verkoopvolume bleef steken op 67,2 miljoen ton, 5,5% meer dan een jaar eerder. De gemiddelde ontvangen verkoopprijs bedroeg 50,62 USD per ton. Dat was een stuk lager dan een jaar eerder (84,6 USD), maar wel al hoger dan in het eerste kwartaal (46 USD).

De groepsomzet daalde door de lagere ijzerertsprijs met bijna 30% op jaarbasis, tot 7,1 miljard USD, maar steeg wel met 11% ten opzichte van het eerste kwartaal. IJzererts stond in voor 65,3% van de omzet, gevolgd door basismetalen (nikkel en koper, 23,3%) en meststoffen (8,7%). Gelukkig daalde de cashproductiekost van een ton ijzererts van 18,3 USD naar 15,8 USD. Inclusief transportkosten wordt dat ongeveer 40 USD.

Vale torste na de eerste jaarhelft een nettoschuld van 26,5 miljard USD of 3,3 keer de ebitda. Daarvan moet de komende twee jaar iets meer dan 2 miljard USD worden terugbetaald. Verdere kostenbesparingen en de verkoop van activa moeten deze schuldenberg verlichten. Over het dividend wordt pas in de tweede jaarhelft beslist op basis van de verwachte evolutie van de vrije kasstroom.

Conclusie

Vale bewijst dat het ook in een omgeving van sterk gedaalde ijzerertsprijzen winstgevend kan blijven dankzij een strikte kostencontrole. Bovendien zullen nieuwe mijnen de productiekost nog verder verlagen. We gaan ervan uit dat het slechte nieuws in de koers zit verrekend tegen amper 0,6 keer de boekwaarde.

Advies: koopwaardig

Risico: gemiddeld

Rating: 1B

Partner Content