Uraniumprijs herstelt

De eerste jaarhelft was voor de uraniumindustrie uitermate bewogen. Ruim twee jaar na het begin van het sectie-232-onderzoek in de Verenigde Staten naar het nationale veiligheidsrisico van de grote Amerikaanse afhankelijkheid van uraniumimport, formuleerde de nucleaire werkgroep in april haar aanbevelingen. Ze omvatten onder andere de aanleg gedurende tien jaar van een strategische reserve voor jaarlijks 150 miljoen dollar van in Amerika geproduceerd uranium. Belangrijker is het wegvallen van de onzekerheid.

De covid-19-pandemie veroorzaakte echter heel wat disruptie in het aanbod, met als belangrijkste het stilleggen van Cigar Lake door Cameco, de enige operationele mijn in Canada, en de verminderde activiteit van Kazatomprom in Kazachstan. De productie in Cigar Lake zou initieel één maand stilliggen, maar intussen maakte Cameco duidelijk dat de heropstart afhangt van het afsluiten van voldoende leveringscontracten. De activiteiten van Kazatomprom zouden na een onderbreking van vier maanden moeten normaliseren vanaf augustus, maar dat blijft hoogst onzeker. De productie op sectorniveau zal in 2020 minstens met 25 procent terugvallen tot 110 à 120 miljoen pond, tegenover een nagenoeg stabiele vraag rond 185 miljoen pond.

De spoturaniumprijs schommelde tussen eind 2019 en half maart tussen 24,7 dollar per pond en een dieptepunt op 10 maart van 24,1 dollar per pond. Na de productiebeperkingen volgde echter een felle tussenspurt tot 34 dollar per pond, plus 40 procent in zes weken tijd. Sindsdien stabiliseerde de prijs rond dat niveau (momenteel 33 dollar per pond). De bouw van nieuwe reactoren loopt gewoon door, terwijl steeds meer westerse landen de levensduur van centrales verlengen. De nutsbedrijven hebben als afnemers van nucleaire brandstof de jongste jaren relatief weinig contracten afgesloten en staan vanaf 2021 voor een nieuwe contractencyclus. Voor de periode van 2021 tot 2035 is liefst 1,5 miljard pond, circa 50 procent van de vraag, nog niet gecontracteerd. Hieraan tegemoet komen vergt naast de heropstart van alle stilgelegde mijnen ook de bouw van nieuwe mijnen.

Pure investeerder

Vermits hiervoor een uraniumprijs van minstens 60 dollar per pond nodig is, blijven we Uranium Participation Corp (UPC) als pure investeerder in fysiek uranium een aantrekkelijke belegging vinden. We zien de beweging van 24 dollar naar 34 dollar nog maar als een eerste stap in een langere stierenmarkt (periode van stijgende prijzen) die eind 2017 begon. De gezonde prijsconsolidatie sinds eind april bleek voldoende om het aandeel ruim 15 procent terug te dringen en de korting tegenover de intrinsieke waarde (NAV) te doen oplopen tot 23 procent. Dat is aan de onderkant van de historische schommeling van 25 procent onder tot 25 procent boven de NAV.

Het wantrouwen tegenover een investering in uranium blijft dus torenhoog. UPC startte in april een aandeleninkoopprogramma dat gedeeltelijk wordt gefinancierd met de opbrengst van de verkoop tegen 33,4 dollar per pond van uranium dat in 2019 voor 26 dollar per pond werd gekocht. Daarnaast profiteerde UPC van de sterke prijsstijging in 2019 van uraniumhexafluoride of UF6, in het verleden een voorlopende indicator voor een prijsstijging van uranium (U3O8), om een gedeelte van de voorraad UF6 om te ruilen in uranium. Op die manier wordt de hoeveelheid uranium per uitstaand aandeel minstens op peil gehouden.


Conclusie

We blijven optimistisch dat UPC de komende drie tot vijf jaar perioden boven de intrinsieke waarde zal noteren, waarbij de impact van covid-19 op de productie een versnellende katalysator kan zijn. We behouden onze positie in deze contraire belegging en het aandeel blijft koopwaardig.


Advies: koopwaardig

Risico: gemiddeld

Rating: 1B

Koers: 4,89 dollar

Ticker: U CN

ISIN-code: CA9170171057

Markt: Toronto

Beurskapitalisatie: 612,5 miljoen CAD

K/w 2019: –

Verwachte k/w 2020: 3

Koersverschil 12 maanden: +17%

Koersverschil sinds jaarbegin: +19%

Dividendrendement: –

Partner Content