Uranium Participation

Het zou een quizvraag kunnen zijn: wat gebeurde er op 11 maart 2011? Het antwoord: de kernramp in Fukushima. Die had grote gevolgen voor de nucleaire sector. De Japanse overheid besliste alle kernreactoren stil te leggen. De Japanse premier Shinzo Abe is echter voorstander van een gedeeltelijke heropstart, wat waarschijnlijk voor een aantal reactoren in de loop van 2014 zal gebeuren. Duitsland besliste tegen 2023 uit kernenergie te stappen. Door de financiële crisis zakte de uraniumprijs van de piek van 140 USD per pound in 2007 naar 35 USD per pound nu. De aandelenkoersen van bedrijven die actief zijn in de sector daalden soms tot meer dan 80%.

We denken dat de koersdaling van de uraniumprijzen op zijn laatste benen loopt. Daarom vestigen we nog eens de aandacht op Uranium Participation Corp (UPC). Dat bedrijf werd in 2005 opgericht en wil meerwaarde creëren via langetermijnbeleggingen in fysiek uranium. Onze positieve visie op kernenergie is geschraagd op de vaststelling dat de wereldeconomie een stijgende behoefte aan elektriciteit heeft. Over de periode 2011 tot 2035 verwacht het Internationaal Energie Agentschap een toename van het verbruik met 70%, waarvan China 36% en India 13% voor hun rekening nemen. Het aandeel van kernenergie in de totale mix van energiebronnen zal rond 12% blijven fluctueren.

Kernenergie is een betrouwbare, ononderbroken en goedkope bron van energie, die bovendien geen CO2-uitstoot veroorzaakt. We zien dan ook dat het aantal kernreactoren die worden voorgesteld, gepland of in aanbouw zijn sinds Fukushima niet is afgenomen. In totaal gaat het om 545 reactoren (310 in China, India en Rusland samen). Daarvan zijn er 160 gepland en 60 in aanbouw. Tegenover de huidige 430 operationele reactoren zullen er netto, inclusief de geplande sluitingen, 90 reactoren bij komen tegen 2022. De vraag naar uranium is dus verzekerd.

Aan de aanbodzijde is er echter een dubbel probleem. Enerzijds wordt er, hoewel de productie stijgt, structureel te weinig uranium geproduceerd. In 2012 bedroeg de vraag 165 miljoen pound, tegenover een productie van 152 miljoen pound. De productie moet dus toenemen, maar het duurt zeven à tien jaar om een nieuwe mijn te bouwen. De lage uraniumprijs leidde de voorbije jaren enkel tot het uitstel van nieuwe projecten. Het structurele aanbodtekort werd de afgelopen jaren opgevangen door het secundaire aanbod, vooral door de kernontwapeningsovereenkomst tussen de Verenigde Staten en Rusland. Door het ontmantelen van kernwapens leverde Rusland jaarlijks tot 24 miljoen pound aan de Verenigde Staten. Die overeenkomst eindigde eind 2013. Voor de komende jaren dreigt dus een zeer krappe vraag- en aanbodsituatie.

Conclusie:

Voor het eerst sinds 2008 noteert de koers van UPC de afgelopen weken opnieuw boven de intrinsieke waarde (4,86 CAD eind 2013). We denken dat een beslissing van Japan om reactoren herop te starten een nieuwe opwaartse fase voor de uraniumprijs zal inluiden. Via een belegging in UPC kunnen beleggers daarop met weinig neerwaarts potentieel inspelen.

Advies: koopwaardig

Risico: gemiddeld

Rating:1C

Partner Content