Minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) spreekt tegen dat de fiscus buitenlandse constructies ongemoeid laat die via de belastingaangifte worden aangegeven.
“Alle aanmeldingen worden wel degelijk onderzocht via geavanceerde datamining en verrijkt met andere beschikbare data. Dat is volop bezig”, zegt Van Overtveldt in een reactie op een bericht in De Morgen.
Uit cijfers die sp.a-Kamerlid Peter Vanvelthoven van Van Overtveldt kreeg, blijkt dat de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) nog maar een handvol van de ongeveer 1.600 offshoreconstructies controleerde die in 2015 werden aangemeld. “Als bevoegd minister van de BBI moet (Van Overtveldt) hier een prioriteit van maken”, zegt Vanvelthoven.
Geavenceerde datamining
In een reactie wijst de minister erop dat het “zinloos en niet efficiënt” zou zijn om willekeurig alle constructies aan een groot onderzoek te onderwerpen. Daarom worden alle aanmeldingen onderzocht via geavanceerde datamining en verrijkt met andere beschikbare data, zegt hij. “Niet al deze aangiftes zijn standaard frauduleus, zoals men lijkt te willen suggereren, maar voor het eerst worden verdachte constructies ook effectief aan een grondig fiscaal onderzoek onderworpen.”
De BBI werkt niet enkel met de informatie die netjes wordt aangegeven, maar gaat bijvoorbeeld ook aan de slag met de gegevens die de via de vele ‘leaks’ aan de oppervlakt kwamen, verduidelijkt Van Overtveldt. Ook houdt een werkgroep binnen de administratie zich bezig met het uitwisselen van kennis en informatie en stortte de BBI zich op de Panama Papers.
“De BBI stond nooit sterker dan vandaag in de strijd tegen offshoreconstructies”, besluit de minister. “Het net sluit zich door internationale akkoorden en op nationaal vlak versterken we het instrumentarium en de bezetting van de BBI die 100 speurders heeft bijgekregen.” (Belga/NS)
