Minister van Financiën Johan Van Overtveldt stelt voor dat wie zwart geld wil regulariseren, dat niet schriftelijk hoeft te doen. Anders bestaat het risico dat amper 5 procent van het zwart geld naar boven komt.
Vandaag bespreekt de ministerraad de voorwaarden van de nieuwe fiscale regularisatie. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat wie zwart geld wil regulariseren, schriftelijk de herkomst van zijn vermogen moet aantonen. Wie dat niet of slechts gedeeltelijk kan, moet zijn volledig vermogen regulariseren, inclusief het wit geld. De fiscus gaat er in die gevallen namelijk van uit dat al het geld ‘besmet’ is. Het is aan de belastingplichtigen om te bewijzen dat dat gedeelte van het vermogen wit is. En daar knelt nu het schoentje.
250 miljoen euro
Voor veel belastingplichtigen is het niet altijd even eenvoudig om dat aan te tonen. Zo houden banken bijvoorbeeld bewijsstukken maar tien jaar bij. Daardoor dreigt 95 procent van de fiscale zondaars hun zwart geld niet te regulariseren. Voor de overige 5 procent vormt dit geen probleem, omdat heel hun vermogen zwart is. Van Overtveldt wil nu dat belastingplichtigen op een andere manier kunnen aantonen dat een deel van het vermogen uit wit kapitaal bestaat. Zonder een aanpassing van regels dreigt de regering 250 miljoen euro te verliezen.
Wie vanaf volgend jaar fiscaal verjaard kapitaal wil regulariseren, krijgt een boete van 36 procent. Elk jaar, tot 2021, stijgt die boete met 1 procentpunt. De fiscus maakt ook geen onderscheid tussen ernstige en gewone fiscale fraude.
