Fiscus mocht vorig jaar meer dan 350 keer het bankgeheim opheffen
In 2015 heeft de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) 356 keer de toelating gekregen financiële gegevens van een klant op te vragen bij een bank of financiële instelling. Dat is een lichte stijging in vergelijking met 2014.
Uit cijfers van de FOD Financiën blijkt dat de focus van de BBI in 2015 niet zozeer lag op individuen, maar op het opsporen en blootleggen van grootschalige georganiseerde fiscale fraude via btw-carrousels. In twee op de drie gevallen (223 keer) ging het om een onderzoek naar btw-fraude. Dat schrijft De Standaard.
De fiscus kreeg 500 keer de toelating om het centraal bankregister bij de Nationale Bank te raadplegen en mocht in 356 gevallen het bankgeheim intrekken. In slechts een op de drie gevallen werd het bankgeheim opgeheven omdat er een vermoeden bestond over fraude met inkomensbelastingen.
Panama Papers
In 2014 kreeg de fiscus 342 keer toegang tot de gegevens van vermoedelijke fraudeurs. Dat is een fractie minder dan in 2015. De fiscus mag namelijk niet zomaar aankloppen bij een bank of financiële instelling om informatie over een van haar klanten te verkrijgen. De BBI mag pas een aanvraag indienen voor de opheffing van het bankgeheim als het de belastingplichtige op voorhand om uitleg heeft gevraagd.
De Panama Papers zullen dit jaar ongetwijfeld leiden tot meer opheffingen van het bankgeheim. Dat was in 2012 ook het geval toen de HSBC-fraude aan het licht kwam. Het aantal toestemmingen om het bankgeheim op te heffen lag toen ruim dubbel zo hoog als vandaag.(NS)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier