Jan Tuerlinckx

‘België is kampioen in boetes’

Jan Tuerlinckx Jan Tuerlinckx is advocaat van Tuerlinckx Fiscale Advocaten

De btw-regelgeving kent haar gelijke niet in de bestraffing van laattijdige betalingen. Dat zegt Jan Tuerlinckx, advocaat-vennoot bij Tuerlinckx Fiscale Advocaten.

De btw is de boetebelasting bij uitstek. Elk half streepje dat je in de honderden hokjes van de btw-aangifte verkeerd zet, wordt bestraft. De regelgeving blinkt niet uit in eenvoud. De wet wordt aangevuld met een eindeloze reeks administratieve beslissingen, circulaires en interpretaties, waardoor je die belasting niet meteen transparant kunt noemen. Daarbovenop komen zware administratieve en formele verplichtingen. De btw-aangifte moet niet eenmaal per jaar worden opgegeven, zoals de inkomstenbelasting, ze moet minstens per kwartaal en meestal zelfs per maand worden ingediend. De aangiftetermijn is geen acht maanden – ongeveer de gemiddelde aangiftetermijn van de inkomstenbelasting – ze moet binnen de twintig dagen worden ingediend. De verschuldigde belasting – of een voorschot daarop voor de kwartaalaangevers – moet ook nog eens elke maand worden voldaan binnen dezelfde termijn van twintig dagen.

‘België is kampioen in boetes’

Het gebeurt weleens dat een ondernemer de btw niet tijdig betaalt. Dan begint de overheid aan een excessief rondje reken-je-rijk. De belastingplichtige krijgt ‘een bijzondere rekening’, die wordt geopend op zijn naam met het bedrag van de achterstallige betaling. De belastingplichtige wordt prompt bestraft met een boete van 15 procent. Die krijgt hij niet omdat hij zijn btw-aangifte foutief of te laat heeft ingediend, maar enkel omdat hij te laat heeft betaald. In de inkomstenbelasting bestaan geen boetes voor late betalingen. En de betaaltermijn is daar niet twintig dagen, maar twee maanden.

Als een belastingplichtige zijn inkomstenbelasting niet binnen de twee maanden betaalt, wordt 7 procent intresten op jaarbasis aangerekend. Ook op de btw is een nalatigheidsintrest verschuldigd – niet 7, maar 9,6 procent. En dan is het nog niet gedaan: ook op de boete voor de laattijdige betaling is 7 procent intrest verschuldigd. Die intresten zijn niet min. Met wat zin voor overdrijving zou je kunnen zeggen dat een ondernemer beter een strafrechtelijke inbreuk begaat dan btw domweg te laat te betalen. Op strafrechtelijke geldboetes is geen interest verschuldigd als een veroordeelde de geldboete niet binnen de gestelde termijn voldoet. De btw-regelgeving kent haar gelijke niet in de bestraffing van laattijdige betalingen.

Moet het nog worden gezegd dat die regeling veel kwaad bloed zet bij de ondernemers? In een parlementaire vraag is een tijd geleden de vraag gesteld of die intresten de wettigheid niet te buiten gaan. Aangevuurd door zijn administratie, heeft de minister daarop geantwoord dat hij het probleem niet ziet. Dat is meer dan jammer, want je kunt het probleem met de ogen dicht zien. Het is tijd dus om die regeling die het pesten overschrijdt, te herevalueren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content