Ambtenaren minder vlot in loopbaanonderbreking
Het evenwicht tussen beroeps- en privéleven blijft ook in 2013 belangrijk. Maar het zal minder vlot gaan. Na de werknemers uit de privésector kijken ook de ambtenaren aan tegen een minder flexibele regeling voor loopbaanonderbreking.
Tot nog toe konden ambtenaren kiezen voor vijf jaar voltijdse loopbaanonderbreking of voor vijf jaar van arbeidsduurvermindering. Vanaf Nieuwjaar kan dit nog één jaar zonder dat hiervoor een reden moet worden opgegeven plus drie of vier jaar die wel gemotiveerd moeten worden. De 36 maanden loopbaanonderbreking bovenop het jaar zonder motivering kan men nemen om voor hun kind te zorgen tot de leeftijd van 8 jaar, om palliatieve verzorging te verlenen, om een zwaar ziek gezins- of familielid bij te staan of voor het volgen van een opleiding. 48 maanden loopbaanonderbreking is mogelijk om te zorgen voor een gehandicapt kind tot de leeftijd van 21 jaar en voor het verlenen van bijstand of verzorging aan hun minderjarig zwaar ziek kind. Een volledige of deeltijdse loopbaanonderbreking wegen even zwaar door. Een maand is een maand, een jaar is een jaar. De looptijd wordt dus niet verdubbeld indien men kiest voor een deeltijdse loopbaanonderbreking. Voor wie al met loopbaanonderbreking is gegaan en nu opnieuw loopbaanonderbreking wenst: de reeds opgenomen periodes worden aangerekend op de gemotiveerde periodes. Dat houdt de periode waarvoor men geen motivering moet opgeven zolang mogelijk intact. Voor mensen die ouder zijn dan 55 jaar gelden meer soepele regels. Voor de thematische verloven (ouderschapsverlof, medische bijstand en palliatief verlof) verandert niets. Deze verloven staan volledig los van de nieuwe regels rond het tijdskrediet en de loopbaanonderbreking. (MVL)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier