“Fiscaliteit kent een Copernicaanse revolutie”

© Getty Images/iStockphoto
Loyens&Loeff
Trends Information Services

Trends Information Services verbindt organisaties met de lezers van en doet een beroep op de specialisten van Roularta Brand Studio voor tekst en illustraties. De inhoud wordt eventueel aangebracht door de partner en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.

8 november 2017, 10:25 Bijgewerkt op: 20 juli 2022, 08:01

Voor niet-experts bleef het waarschijnlijk wat onder de radar, maar de fiscaliteit daverde de afgelopen jaren op zijn grondvesten. Fiscale advocaten Natalie Reypens en Christian Chéruy van Loyens & Loeff leggen uit wat er aan de hand is en hoe u zich kunt wapenen.

“Meer dan 50 jaar lang – sinds 1962 om precies te zijn – was fiscaliteit in ons land een helder gegeven. Door de Brepols-doctrine was de keuze voor de minst belaste weg gelegitimeerd, zolang die maar juridisch juist en consistent was. Dat tijdperk ligt definitief achter ons.” Aan het woord is Christian Chéruy, partner bij Loyens & Loeff.

Zijn collega-partner Natalie Reypens vult aan: “Sinds enkele jaren is de OESO, onder impuls van de G20, een wereldwijde strijd gestart tegen agressieve fiscale planning en ongeoorloofde winstverschuivingen. Europa heeft snel zijn karretje aangehaakt en heeft intussen al enkele richtlijnen uitgevaardigd. Andere zullen volgen.”

Er moeten zakelijke motieven zijn om een verrichting voor fiscale doeleinden te aanvaarden.

Boodschap van deze regelgeving: de juridische realiteit volstaat niet meer in fiscaliteit. Voortaan moet er ook een economische realiteit zijn om bepaalde fiscale maatregelen te nemen. Natalie Reypens: “Dit betekent dat in een bepaald land handel moet worden gedreven om er fiscaal aanwezig te zijn, dat er mensen moeten tewerkgesteld zijn, enzovoort. Er moeten met andere woorden zakelijke motieven zijn om een verrichting voor fiscale doeleinden te aanvaarden.”

Fiscaliteit wordt ‘board room’-discussie

Over deze aanwezigheid van ‘voldoende substantie’ en zakelijke motieven oordelen, is echter niet eenvoudig. Het zijn subjectieve elementen. “Het is een feitelijke appreciatie door de fiscus”, verwoordt Natalie Reypens het. “Wanneer is er voldoende substantie? Wat is een zakelijk motief? Dat leidt tot onzekerheid. Juridische correctheid volstaat niet meer.”

Natalie Reypens, fiscaal advocaat bij Loyens & Loeff.
Natalie Reypens, fiscaal advocaat bij Loyens & Loeff.© Dirk Leemans

Voor de partners bij Loyens & Loeff is de grote vraag dan ook hoe bedrijven met deze onzekerheid kunnen omgaan. “Onze taak is er alleszins op veranderd”, zeggen ze. “Wij geven nog steeds fiscaal-juridisch advies, maar koppelen dat aan risk assessment en risk management. Bedrijven moeten immers de risico’s van hun fiscale beslissingen kunnen inschatten en op basis daarvan beslissingen nemen.”

Daardoor verschuiven volgens Natalie Reypens en Christian Chéruy ook de beslissingen over fiscaliteit naar een ander niveau. “Het belastingbeleid wordt een ‘board room’-discussie”, klinkt het bij Christian Chéruy. “Het is immers de raad van bestuur die moet bepalen in hoeverre de onderneming financiële risico’s kan nemen.”

Transfer pricing onder vuur

Een van de elementen die hierbij op de tafel komen te liggen, is transfer pricing. Aan internationale transacties tussen ondernemingen van dezelfde groep zijn bepaalde voorwaarden verbonden. “De OESO heeft die regels recent aangepast”, geeft Natalie Reypens mee.

“Dit gaat zover dat bijvoorbeeld de juridische eigendom van een goed niet meer meespeelt bij de toekenning van de winst. Wanneer een onderneming gebaseerd is in Ierland en met zijn middelen activiteiten financiert in andere landen, moet de winst belast worden in de landen waar de activiteiten ontplooid worden en de medewerkers actief zijn. Er wordt geen rekening meer gehouden met wie juridisch het risico neemt en wie de middelen ter beschikking heeft. Veel van die nieuwe regels druisen in tegen een normaal economisch verkeer.”

Het nieuwe klimaat in verband met fiscaliteit zal voor een doorgedreven transparantie zorgen.

Ze voegt eraan toe dat er geen wetswijziging nodig is om die verduidelijkingen ook toe te passen in België. “De minister van Financiën gaf expliciet aan dat ze nu al van toepassing zijn bij lopende controles van de fiscus.”

Fiscale rapporten ook publiek

In het algemeen kunnen we stellen dat het nieuwe klimaat in verband met fiscaliteit voor een doorgedreven transparantie zal zorgen. “Dit is al enkele jaren aan de gang, vooral voor natuurlijke personen”, merkt Christian Chéruy op. “Maar ook voor rechtspersonen zijn een aantal initiatieven genomen.”

Christian Chéruy, fiscaal advocaat bij Loyens & Loeff.
Christian Chéruy, fiscaal advocaat bij Loyens & Loeff.

“Zo is er de ‘country-by-country reporting”, vult Natalie Reypens aan. “Elke groep met geconsolideerde opbrengsten van meer dan 750 miljoen moet een rapport indienen bij de fiscus waarbij een overzicht per land wordt gegeven van de gemaakte winst, betaalde belastingen en menselijke aanwezigheid. Die rapporten worden ingediend in het land waar de moederholding zich bevindt, maar worden verspreid naar alle landen waar de groep actief is. Europa is bezig met regelgeving om bedrijven te verplichten datzelfde rapport ook publiek te maken op de website. Hierdoor zou elke burger het kunnen inkijken.”

Fiscaliteit noopt tot reputatiemanagement

De ultieme transparantie dus. En dat noopt Christian Chéruy tot een bedenking. “Inzake fiscaliteit zal elk bedrijf zich moeten bezighouden met public relations. De transparantie kan immers tot foutieve percepties zorgen.” Hij geeft een voorbeeld: “Een deel van de bevolking vindt het ongeoorloofd dat houdstervennootschappen geen of weinig belastingen betalen. Ik begrijp dat dit choquerend kan overkomen, maar deze winsten zijn al belast geweest in het land waar de activiteit is ontplooid. Het zou net onrechtvaardig zijn om ze een tweede keer te belasten.”

Volgens Christian Chéruy wordt reputatiemanagement en het voorkomen van reputatieschade dan ook heel belangrijk. En ook hier is het overduidelijk materie die de bevoegdheid is van de CEO en de raad van bestuur. Hoog tijd dus dat zij beseffen dat ze hierin een rol moeten spelen. De belangen die op het spel staan, zijn immers groot. Heel groot. “En nog steeds niet elke onderneming is zich hiervan bewust”, besluit Christian Chéruy.

Meer weten over fiscaliteit?