4 kernvragen om de sociale verkiezingen strategisch voor te bereiden

Randstad
Trends Information Services

Trends Information Services verbindt organisaties met de lezers van en doet een beroep op de specialisten van Roularta Brand Studio voor tekst en illustraties. De inhoud wordt eventueel aangebracht door de partner en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.

11 maart 2019, 09:09 Bijgewerkt op: 20 juli 2022, 08:02

In mei 2020 maken ondernemingen met minstens 50 werknemers zich op voor sociale verkiezingen. Hoewel de 150-dagen durende procedure pas start in december 2019, schieten in veel bedrijven de voorbereidingen nu al op gang. Olivier Wouters van het advocatenkantoor Claeys & Engels gaat in op vier strategische vragen die werkgevers zich stellen.

Om de vier jaar kiezen werknemers in bedrijven die minstens 50 werknemers in dienst hebben personeelsvertegenwoordigers voor hun overlegorganen. Vanaf 50 werknemers bepalen de verkiezingen wie zal zetelen in het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW). Bedrijven die minstens 100 mensen tewerkstellen, moeten tevens verkiezingen voor de ondernemingsraad organiseren.

Het CPBW bepaalt het welzijnsbeleid van de onderneming, terwijl de ondernemingsraad eerder socio-economische en financiële bevoegdheden heeft. Zowel het CPBW als de ondernemingsraad zijn paritaire organen en zijn dus samengesteld uit zowel werknemers- als werkgeversafgevaardigden. Om de sociale verkiezingen nu al strategisch voor te bereiden, zijn vier grote vragen van tel, zegt Olivier Wouters (Claeys & Engels).

Vraag 1: verkiezingen per vestiging of voor de hele onderneming?

“De verkiezingen vinden plaats in mei 2020. Als onderneming dien je de procedure echter al in december 2019 op gang te schieten. Op dat moment definieer je als bedrijf de ‘technische bedrijfseenheid’ (TBE). Soms zal die samenvallen met de vennootschap wanneer alle activiteiten zich op één locatie bevinden. Vestigingen met voldoende economische en sociale autonomie kan je echter als aparte TBE omschrijven. Per TBE organiseer je vervolgens de verkiezingen voor een CPBW en/of ondernemingsraad. “

“Een goede afbakening van de technische bedrijfseenheid is de basis voor een goed sociaal overleg. Een situatie met bijvoorbeeld drie CPBW’s in drie vestigingen met dezelfde veiligheidsrisico’s en veel interne mobiliteit van het personeel is niet ideaal. Denk maar aan een winkelketen bijvoorbeeld. Als elk orgaan dan een aparte visie op welzijn ontwikkelt, dan riskeer je een welzijnsbeleid met verschillende snelheden. Dat kan uiteindelijk nefast zijn voor het personeel. Uit de rechtspraak blijkt dat rekening houden met het fundamentele belang van de werknemers bij de afbakening van de TBE cruciaal is voor efficiënt werkende overlegorganen.”

Een goede afbakening van de technische bedrijfseenheid is de basis voor een goed sociaal overleg. Een situatie met bijvoorbeeld drie CPBW’s in drie vestigingen met dezelfde veiligheidsrisico’s en veel interne mobiliteit van het personeel is niet ideaal.

Vraag 2: hoe bereken je het aantal werknemers van een ‘technische bedrijfseenheid’?

“Normaal gezien bereken je het aantal werknemers op basis van de gemiddelde tewerkstelling van het kalenderjaar vóór de verkiezingen. Het jaar 2019 dus, maar de sociale partners in de Nationale Arbeidsraad zagen dat anders. In een recent advies vroegen zij om de referteperiode met een kwartaal te vervroegen. Die periode zou daardoor lopen sinds 1 oktober 2018 en eindigt op 30 september 2019.”

“Het is afwachten of het federale parlement nog voor de komende parlementsverkiezingen het pas ingediende wetsvoorstel zal goedkeuren dat deze referteperiode bevestigt. In de telling spelen ook de uitzendkrachten een rol. Meer bepaald de uitzendkrachten uit het tweede kwartaal van 2019 tellen mee. Uitzondering zijn de uitzendkrachten die een werknemer vervangen van wie de arbeidsovereenkomst is geschorst (door ziekte bijvoorbeeld).”

Vraag 3: wie zal in de overlegorganen in naam van de werkgever spreken?

“Dat is het zogenaamde ‘leidinggevend personeel’. De wet beperkt zich tot de personen belast met het dagelijks bestuur van de onderneming. Ga goed na wie dit zijn en hoe ze zich tot elkaar verhouden en hoe zij beleidsbeslissingen kunnen nemen. Het gaat immers om de twee hoogste niveaus in de onderneming. De mensen die je als leidinggevend personeel aanduidt, kunnen niet stemmen en zijn evenmin verkiesbaar. Een goede keuze is een keuze voor mensen die echt namens de werkgever kunnen spreken. En ook dat bevordert opnieuw de kwaliteit van het sociaal overleg.”

Vraag 4: om hoeveel mandaten en kandidaten draaien de verkiezingen?

“In functie van het aantal werknemers in februari 2020 wordt duidelijk hoeveel mandaten precies in de organen beschikbaar zijn. In een TBE met 101 tot 500 werknemers gaat het bijvoorbeeld per orgaan om zes mandaten voor effectieve personeelsafgevaardigden en zes plaatsvervangers. Elke vakbond kan zijn kandidaten voordragen en die kandidaten genieten een bescherming tegen ontslag, ook als ze niet verkozen worden. De enige uitzonderingen daarop zijn ontslag om een dringende reden (na goedkeuring door de rechter) of ontslag om economische redenen (na goedkeuring van het paritair comité).”