Kapitalisme in crisis

Marc De Vos
Marc De Vos Columnist

Kort gesteld: Tien jaar na het begin van de financiële crisis is noch de onderliggende economie, noch de verhouding tussen overheid en economie, fundamenteel verbeterd.

Tien jaren zijn verstreken sinds de toxische combinatie van rommelkredieten en beleggingsproducten de grootste financiële crisis ooit provoceerde, die op haar beurt de eerste wereldwijde recessie sinds de Tweede Wereldoorlog inluidde. Hoe moeten we die dramatische kapitalistische apocalyps gedenken? Voor de financiële sector is veel veranderd: veel meer regulering en toezicht. De les van honderden jaren financiële crises is echter dat we wel de uitspattingen van het verleden kunnen bestrijden, maar de mensheid niet kunnen immuniseren tegen de bubbels van de toekomst. Hoe zit het dan onder het reguleringsoppervlak?

De eerste vaststelling is dat we misschien de financiële lont uit het economische kruitvat hebben gehaald, maar dat het kruitvat zelf alleen maar vergroot is. De dolgedraaide kredietverlening van tien jaar geleden was ook de exponent van een schuldverslaafde economie die kredietdoping nodig had om te functioneren. Wereldwijd zijn de schulden alleen maar blijven toenemen, in verhouding tot de economie met 40 procent in tien jaar. In westerse landen zijn vooral overheden schulden blijven opstapelen, alle besparingsslogans ten spijt. In de grote ontwikkelende landen zitten vooral bedrijven en gezinnen dieper in de schulden. De schuldgraad van China is sinds 2008 bijna verdrievoudigd: een nieuwe schuldencrisis annex financiële crisis in volle aanmaak.

Net zoals de onderliggende economie, is ook de verhouding tussen overheid en economie geenszins verbeterd. Tijdens en na de financiële crisis kwamen overheden arbitrair tussen om banken en bedrijven te redden. Daar is veel vitriool over gevloeid, want in een markteconomie mogen politici en belastingbetalers geen verliezers redden of winnaars maken. Maar die onzalige vermenging van politiek en bedrijf is intussen alleen maar verdiept. Regeringen struikelen over elkaar met grootse plannen voor nationale industriële strategieën. Het klimaat is een excuus voor de complete politisering van het energiebeleid. Hyperactieve monetaire politiek is overal als economisch beleid gemobiliseerd. En internationaal is wereldhandel ingeruild voor koehandel of protectionisme.

De traditionele rolverdeling tussen de markt en de overheid is misschien wel het grootste slachtoffer van de financiële crisis. De bankencrisis is weggezet als een crisis van deregulering. Het morele gezag van de scheiding van de politiek en de economie is daarmee samen met de banken gesneuveld. In de plaats daarvan krijgen we politieke improvisatie, opbod en het recht van de sterkste. Een overheid die de markt bespeelt, veronachtzaamt haar taak als marktmaker en marktbewaker. Juist die klassieke taken zijn nochtans cruciaal voor het herstel van onze economische gezondheid.

Kapitalisme is superieur omdat het door de combinatie van private eigendom, beschikbaar kapitaal, open markten en vrije concurrentie voortdurende innovatie en vooruitgang stimuleert. Het is in al die fundamenten aangetast. Schuldverslaving en monetair activisme manipuleren de stroom van kapitaal. De politisering van de economie verstoort de marktwerking, zowel nationaal als internationaal. Concurrentie is in veel sectoren een lachertje door golven internationale fusies en doordat de interneteconomie afglijdt naar een winnaarseconomie van enkelingen. Voor de grondstof van de nieuwe economie, persoonsdata, bestaat zelfs geen eigendomsmodel.

Tien jaar na het begin van de financiële crisis is duidelijk dat we de overheid hard nodig hebben, maar dat die vooral aanwezig is waar ze afwezig zou moeten blijven, en afwezig waar ze aanwezig zou moeten zijn. Zolang we die logica niet omkeren, blijft het kapitalisme structureel in crisis.

@devosmarc is directeur van de denktank Itinera en doceert aan de UGent.

MARC DE VOS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content