Wolfgang Riepl

Een kunstgreep voor onze luchtvaart

Wolfgang Riepl redacteur bij Trends

Brussels Airlines stuurt een Mayday de wereld in. Maar niet alleen de lagekostenmaatschappij Ryanair is het probleem, zoals SN-Airholding-voorzitter Etienne Davignon stelt. Eens te meer zijn de Belgische brutoloonlasten de hoofdschuldige.

Het was onhandig van Etienne Davignon, de voorzitter van SN Airholding, de koepel boven de luchtvaartmaatschappij Brussels Airlines. De burggraaf mopperde weer eens over de oneerlijke concurrentie van Charleroi. Brussels South blijft maar groeien als kool. Volgens Brussels Airlines is de Ierse carrier Ryanair de grote schuldige. Die wordt overladen met subsidies en dat leidt tot oneerlijke concurrentie, vinden de concurrenten. Het Europees Hof van Justitie gaf de Ierse maatschappij in 2008 weliswaar gelijk na een onderzoek over oneerlijke luchthavensteun, ook al was het een oordeel op basis van procedurefouten.

Maar Ryanair is voor de consument niet noodzakelijk een slechte zaak. Er is de welgekende boutade: geen enkel initiatief heeft de Europese eenwordingsgedachte zo sterk verbreid als Ryanair, want iedereen kan vandaag bijzonder goedkoop naar alle lidstaten vliegen.

Etienne Davignon had zijn pijlen beter op een ander doelwit verschoten. Want de Belgische wanverhouding zit dieper. Weer eens zijn de Belgische brutoloonlasten de spelbreker. Niet alleen Brussels Airlines kan de lonen bijzonder goed vergelijken binnen de moedergroep, het concern Lufthansa. Ook de andere carriers, zoals Jetairfly en Thomas Cook Airlines, doen hun rekenwerk. België is de duurste van de klas. Niet de nettolonen maken het verschil, maar de sociale bijdragen.

Het is bijzonder alarmerend dat België veel duurder is dan de naaste buurlanden Duitsland, Frankrijk en Nederland. De Franse piloten kregen een vermindering van de sociale bijdragen: hun statuut werd vereenzelvigd met dat van ‘kunstenaars’. Het leidde tot menig gegrinnik bij de invoering van de maatregel, maar de Fransen zijn nu wel significant goedkoper dan de Belgen. In Nederland zijn de sociale bijdragen geplafonneerd vanaf een bepaald loonniveau. Ook die maatregel maakt de Nederlandse lonen competitiever dan de Belgische. Jetairfly begroot het dicht te vliegen gat op gemiddeld duizend euro per piloot per maand.

Luchtvaart is per definitie een internationale sector. Maar de concurrentiestrijd wordt dus niet gevoerd met verre lagelonenlanden, maar met directe buurlanden. De Belgische overheid zou een ‘kunstgreep’ moeten uithalen, waardoor ook de Belgische vlieglonen competitiever worden. Is de regering daartoe bereid? Een topman van een Belgische luchtvaartmaatschappij sakkerde de voorbije week nog over de geringe regeringsaandacht voor de Belgische luchtvaartindustrie, terwijl een rist ministers zich in alle mogelijke bochten wrong en goochelde met massale subsidiesommen om de autoproductie in eigen land te redden.

Niet dat de Belgische luchtvaart nu massaal subsidies moet krijgen. Het Sabena-syndroom heeft aangetoond hoe het niet moet. Maar een lastenverlichting, in navolging van de buurlanden, is wel een zinvol alternatief. De Belgische autoproducenten zijn opnieuw competitief dankzij een lastenverlaging voor het ploegenstelsel. Iets gelijkaardigs moet ook kunnen voor de Belgische luchtvaart.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content