Ontslagvergoedingen niet meer aan RSZ onderworpen

(Belga) De overheid ziet af van het plan om extralegale ontslagvergoedingen te onderwerpen aan sociale bijdragen. Dat geldt ook voor een aantal andere vergoedingen. De RVA heeft dat laten weten aan de sociale partners, nadat er bij de invoering van de nieuwe wetgeving een storm van protest was losgekomen vanuit de vakbonden bij Ford Genk en de toeleveringsbedrijven.

De RVA paste vanaf 1 november 2013 een nieuwe wet toe, die stelt dat bovenwettelijke ontslagvergoedingen gelijkgesteld worden aan loon, en daarom niet combineerbaar zijn met werkloosheidsuitkeringen. De gerechtigde moet er bovendien sociale bijdragen (RSZ) op betalen. De maatregel leidde tot hevige kritiek van de werknemers bij Ford Genk en de toeleveringsbedrijven, omdat ze dan een hele poos na hun ontslag (vanaf 1 januari 2015) geen werkloosheidsvergoeding zouden krijgen en een stuk van hun premies zouden moeten inleveren. In eerste instantie werd daarna een uitzondering gemaakt voor alle bedrijven die al een CAO hadden afgesloten voor 1 november 2013. Vervolgens werd die datum verlaat tot 1 januari 2014. Nu is de hele maatregel dus afgeschaft. Concreet houdt het in dat volgende vergoedingen opnieuw cumuleerbaar zijn met dopgeld en niet aan RSZ zijn onderworpen: beschermingsvergoedingen (vb. voor zwangere werkneemsters, tijdskrediet, ouderschapsverlof,…), vertrekpremies bovenop de wettelijke, conventionele opzegvergoedingen en morele schadevergoedingen. Blijven ook in dit regime: de sluitingsvergoedingen, vergoedingen bij collectief ontslag en vergoedingen ingeval van willekeurig ontslag. Alleen de niet-concurrentievergoeding en de uitwinningsvergoeding voor handelsvertegenwoordigers blijven wel onderworpen aan RSZ-bijdragen en zijn niet cumuleerbaar met werkloosheidsuitkeringen. (Belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content