Circulair ondernemen voor beginners: ‘We moeten producten ontwerpen met een gunstige impact’

DIRK LIEVENS "Een circulaire economie minimaliseert de waardevernietiging."
Frederic Eelbode medewerker Trends

De omschakeling naar een circulair bedrijfsmodel vraagt een gestructureerde, procesmatige aanpak die veel verder gaat dan productontwikkeling. “Je moet voortdurend testen, bijsturen en vooral veel praten met alle stakeholders.”

In het voormalige Tolhuis in het Antwerpse Schipperskwartier ontwikkelen jonge creatievelingen innovatieve, hoogtechnologische producten. Daarmee helpen ze de economie vooruit en krijgt een stadskanker een tweede leven. “Een innovatief circulair model is geen standaard O&O-project”, zegt businessdeveloper Dirk Lievens. Voor de accelerator Start it@KBC begeleidde hij het project Expeditie Circulair. “Dat was een proefproject waarbij we onder leiding van de onderzoeksorganisatie VITO en met de sectorfederatie Agoria en de onderzoekersorganisatie Sirris een jaar op zoek gingen naar een ecosysteem om de circulaire economie te ondersteunen en aan te zwengelen.”

We moeten ons denken veranderen en producten ontwerpen met een gunstige impact” MARTEN VAN LEEUWEN

Sinds de industriële revolutie leven we in een wegwerpmaatschappij, legt Lievens uit. We verzamelen grondstoffen en vormen die om tot producten. Als we ze niet meer nodig hebben, danken we ze af als afval. Waardecreatie in dit economisch systeem betekent zo veel mogelijk producten maken en verkopen. “De circulaire economie is fundamenteel anders”, zegt Lievens. “Het is een economisch systeem dat bedoeld is om de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen te maximaliseren en waardevernietiging te minimaliseren.”

Kringlopen

Er bestaan twee kringlopen van materialen. Een biologische, waarin reststoffen na gebruik veilig terugvloeien in de natuur. En een technische, waarvoor productonderdelen zo zijn ontworpen en vermarkt dat we ze op een kwalitatief hoogwaardig niveau kunnen hergebruiken. Daardoor blijft hun economische waarde zo veel mogelijk behouden. Een voorbeeld levert de start-up More van Marten van Leeuwen. De Nederlandse ingenieur groeide op in Nieuw-Zeeland, “een land waar alle afval nog op het stort terechtkomt”. Hij vestigde zich in Antwerpen en ontwikkelt processen die afval omvormen tot waardevolle producten.

Van Leeuwen ontwikkelde een systeem om uit het gipsafval van stukadoors nieuw bruikbaar pleister te maken. Opwaardering van een reststroom, heet dat in het jargon. “In mijn atelier meng ik de pleister met water en giet hem in mallen waaruit nieuwe producten komen. In eerste instantie zijn dat lampkappen. Als de klanten ze niet meer willen, kunnen ze die gegarandeerd teruggeven, zodat we ze weer kunnen verwerken tot een nieuw product.”

“Als we denken aan ‘bewust’ of ‘duurzaam’, gaat het meestal om minder produceren en consumeren. Dat komt omdat we de voorbije honderd jaar producten ontwierpen zonder rekening te houden met de impact ervan op het milieu. Gewoon minder van deze ‘slechte’ producten maken, is geen oplossing. Als ingenieur ben ik erop getraind de industriële revolutie voort te zetten. We moeten ons denken veranderen en producten ontwerpen met een gunstige impact. Daardoor kunnen we een positieve bijdrage leveren aan onze leefomgeving en kunnen we onze welvaart verbeteren.”

More was een van de deelnemers aan Expeditie Circulair. “Pleister verwerken tot kwalitatieve interieurproducten is een mooi voorbeeld van circulair ondernemen. Om de milieuwinst te maximaliseren moeten we het materiaal zo min mogelijk transporten. Vandaar dat we tot een innovatieve oplossing kwamen. Minifabrieken recycleren het afval in de buurt waar het vandaan komt. Dat model ontwikkelen we in Antwerpen, maar we willen het ook in de andere Vlaamse steden gebruiken. Op termijn kunnen we gelijkaardige initiatieven nemen voor andere afvalstromen.”

Klimaatopwarming

Naast More stapten ook het verlichtingsbedrijf ETAP, het recyclagebedrijf Out of Use en de leverancier van poedercoating HaTwee in het project. “Alle vier stonden ze op het punt te kantelen naar een circulair businessmodel. Het afgelopen jaar zochten we vooral naar systematiek. We wilden een beter inzicht krijgen in de procesmatige aanpak van circulaire modellen om die achteraf te delen met andere ondernemers”, zegt Lievens.

“Innovatie is de kern van ondernemerschap, maar voor circulaire modellen bestaat geen standaard onderzoek- en ontwikkelingsproces”, zegt Lievens. “Je moet zo snel mogelijk met testen beginnen om een idee te krijgen van de haalbaarheid van je product. Daarvoor moet je buitenkomen en praten met klanten en andere stakeholders, om een idee te krijgen van wat kan en wat niet. Je mag daarmee niet wachten tot de circulaire oplossing op punt staat. Een gestructureerde procesaanpak biedt houvast en zorgt voor het noodzakelijke overzicht. Dat proces overstijgt het product, zoals bleek uit het voorbeeld van More. Voor je restafval van stukadoors kan omvormen tot nieuwe producten, moet je eerst de volledige gipsafvalstroom in kaart brengen. Pas als je de hele waardeketen kent, weet je zeker dat je product duurzaam is.”

Volgens Lievens neemt de interesse voor circulair ondernemen fel toe. “Samen met de klimaatactivisten is ook het bedrijfsleven in actie geschoten om de klimaatopwarming terug te dringen, maar er gaapt een diepe kloof tussen inspireren en implementeren. Hoe begin je eraan, welke routeplan heb je nodig? Het proces en de methodes lopen vaak gelijk, vandaar dat het belangrijk is deel uit te maken van een sterk netwerk van partners. Je moet weten bij wie je moet zijn om elkaar te helpen.”

Door systematisch zaken op papier te zetten, kom je te weten hoe de processen in elkaar zitten. Daarnaast moet je ook met je eindgebruikers praten, zodat naar boven komt waarin ze vooral geïnteresseerd zijn en hoe je waarde creëert. “Dat merkten we bijvoorbeeld bij ETAP”, vertelt Lievens. “Je moet niet naar de klant stappen en zeggen ‘wij leveren licht as a service’, maar wel maken dat klanten volledig ontzorgd worden. Dat ze zich niets meer van hun verlichting moeten aantrekken. Bij de circulaire poedercoatings van HaTwee kwam het erop neer dat ze langer meegaan dan de klassieke poedercoatings, en dus kwaliteitsvoller zijn met minder poeder.”

Zulke voorbeelden van cases die werken, zullen zekere andere bedrijven inspireren”, meent Marten van Leeuwen van More. “Jongere generaties eisen dat ook van de bedrijven, anders helpen ze hun reputatie om zeep. Al gaat het voor mij nog te traag. Ook de oudere generaties moeten mee.” Lievens beaamt dat en wijst nogmaals op het belang van clusters. “Gelukkig heeft de Vlaamse overheid de boodschap begrepen en zet ze hier volledig op in. Ze maakt het mogelijk dat bruggen worden gebouwd tussen ondernemingen, burgers, kennisinstellingen. Op termijn worden containerparken hopelijk mini-factories waar je afval aflevert en nieuwe producten kunt meenemen. Dat is duurzamer en vermoedelijk rendabeler dan reststromen in een ver land te dumpen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content