Joaquim Levy kan financiële degradatie van Brazilië niet vermijden

© REUTERS
Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur bij Trends

Begin dit jaar keerde de bankier Joaquim Levy terug naar de Braziliaanse politiek als minister van Financiën. Daar heeft hij wellicht al spijt van. Hij moest de kwaliteitsrating van de Braziliaanse overheidsobligaties vrijwaren, maar tevergeefs. Standard & Poor’s degradeerde Brazilië vorige week tot de rommelstatus.

De bijnaam van Joaquim Levy, de minister van Financiën van Brazilië, is Edward Scissorhands, de figuur met handen als scharen in de film van Tim Burton uit 1990. Want de econoom Levy, die jarenlang werkte voor het Internationaal Monetair Fonds, kan uitstekend om met de budgettaire schaar. Dat mocht de deelstaat Rio de Janeiro ondervinden, waar Levy van 2007 tot 2010 minister van Financiën was. De overheidsboekhouding was tientallen jaren een puinhoop geweest, ondanks de olie-inkomsten.

Na het knipwerk van Levy was de Rio de Janeiro opnieuw financieel gezond. In 2010 zette de kredietbeoordelaar Standard & Poor’s de kroon op het werk, in de vorm van een kwaliteitsrating voor de schuld van Rio de Janeiro. Die eer was geen enkele Braziliaanse deelstaat ooit te beurt gevallen.

Als iemand Brazilië kon behoeden voor een terugval naar de beschamende rommelrating, dan was hij Joaquim Levy wel

Het was een mooi afscheidscadeau voor Levy, die – zo leek het toch – de politiek vaarwelzegde en overstapte naar Banco Bradesco, de op één na grootste bank van Latijns-Amerika. Hij werd het hoofd van de fondsbeheerder Bradesco Asset Management en kreeg meer dan 130 miljard dollar onder zijn hoede.

Tot hij eind vorig jaar een telefoontje kreeg van de net herverkozen president Dilma Rousseff, die hem vroeg of hij haar minister van Financiën wilde worden. De twee waren niet bepaald vrienden. Zij was een voormalige linkse guerrillera, hij een technocraat met een doctoraat van de Universiteit van Chicago, het mekka van het vrijemarktdenken.

Ze hadden al eens gebotst, toen ze allebei dienden onder de vorige president, Luiz Inacio Lula da Silva. Roussef was als chef van de presidentiële staf de feitelijke nummer twee van het land, Levy was de baas van de nationale schatkist. Toen Levy in 2005 de verdediging opnam van een plan om het begrotingstekort weg te saneren, viel Rousseff hem openlijk af. Ze noemde het plan “rudimentair.”

Paniek

Lula da Silva, hoewel een socialist, had een beter oog in Levy. Hij had hem de schatkist toevertrouwd bij zijn aantreden als Braziliaans president in 2003. Het was een van de benoemingen waarmee Lula da Silva de wereld ervan wilde overtuigen dat hij niet de Hugo Chavez van Brazilië zou worden. Hij zette toen ook de econoom Henrique Meirelles, een aanhanger van de vrije markt en lid van een andere politieke partij, aan het hoofd van de Braziliaanse centrale bank.

Een luxe was dat niet voor Lula da Silva. Toen eind 2002 alles erop leek dat hij de presidentsverkiezingen zou winnen, raakten de markten in paniek. Onder een linkse president zou de aflossing van de Braziliaanse schuld een probleem worden, klonk het. De Braziliaanse munt, de real, nam een stevige duik.

Zodra hij aan de macht was, stelde Lula da Silva een team samen dat de overheidsfinanciën opnieuw op de sporen moest zetten. Levy was een eminent lid van het team. Hij herstructureerde de Braziliaanse overheidsschuld, die tussen 2003 en 2006 daalde van 60 tot 48 procent van het bruto binnenlands product. Het harde werk herstelde het vertrouwen van de markten en legde de basis voor een primeur in 2008: Standard & Poor’s kende een kwaliteitsrating toe aan de Braziliaanse schuld.

Politieke verlamming

In 2011 nam Rousseff het presidentschap van Lula da Silva over. Ze strooide duchtig met overheidsgeld, om de effecten van de dalende grondstoffeninkomsten op te vangen. Vorig jaar kon ze nog net haar herverkiezing binnenhalen, maar de economie had ze tegen dan verkwanseld. Het land vergleed in een recessie, de inflatie en het begrotingstekort zwollen op, de real zonk naar dieptepunten. Een episch corruptieschandaal bij het staatsoliebedrijf Petrobras kreeg de politieke wereld almaar meer in zijn greep.

De toestand bedreigde de laatste strohalm van Brazilië: de kwaliteitsrating van zijn schuld

De toestand bedreigde de laatste strohalm van Brazilië: de kwaliteitsrating van zijn schuld. Het telefoontje naar Levy lag voor de hand. Als iemand het land kon behoeden voor een terugval naar de beschamende rommelrating, dan was hij het wel. Levy liet de pluchen zetels van het bankierswezen achter zich en trad begin januari aan als nieuwe minister van Financiën.

De Braziliaanse Scissorhands legde zijn besparingsplannen op tafel, maar ondervond voortdurend tegenkanting – niet alleen van het parlement, ook van collega’s in de regering. Hij kon ook niet terugvallen op Rousseff, wiens populariteit naar ongeziene dieptepunten zonk. Verontwaardigd om het Petrobras-schandaal, trokken honderdduizenden Brazilianen in de voorbije maanden de straat op om het ontslag van Rousseff te eisen, hoewel nog geen bewijzen tegen haar waren opgedoken.

Het gat

Het zag er almaar slechter uit voor Levy. De politieke verlamming en de kelderende groei deden de begroting ontsporen. Eind vorige maand moest hij in het parlement toegeven dat zijn budget voor 2016 het beloofde primaire surplus niet meer zou halen, en voegde eraan toe dat het parlement hem maar moest helpen het gat te dichten.

Het klonk als een nederlaag. Levy en zijn team hebben hun budgettaire saneringspogingen de facto opgegeven, luidde het in de pers. Een goede week later volgde het onvermijdelijke nieuws: Standard & Poor’s verwees Brazilië naar de rommelstatus. Bij het ter perse van Trends liepen er geruchten over het ontslag van Levy. Politiek is een harde stiel. Daar kan geen enkele Scissorhands tegenop.

Joaquim Levy (54) is minister van Financiën van Brazilië.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content