‘Ik wil geen asshole zijn’ (Pierre-Olivier Beckers, Delhaize)

Stijn Fockedey
Stijn Fockedey Hoofdredacteur a.i.

Het afkickproces moet nog beginnen voor Pierre-Olivier Beckers. Bijna twee weken geleden gaf de CEO van Delhaize Groep na vijftien jaar de fakkel door. “Delhaize is meer dan een periode uit mijn leven. Het is mijn leven.”

Hoe kijkt u terug op uw carrière?

Beckers: “Daarvoor heb ik nog wat tijd nodig. Delhaize is niet meer het bedrijf van vijftien jaar geleden. Toen was het een Belgische groep met een participatie in de Verenigde Staten. In 2001 had ze een schuldratio van 161 procent. Nu is Delhaize een geïntegreerde groep en bedraagt de schuldratio nog maar 34 procent. Bovendien was slechts 5 procent van ons winkelnetwerk bij mijn aantreden gelegen in groeimarkten. Vandaag is dat een derde, met onder meer een sterke aanwezigheid in Zuidoost-Europa.”

Uw belangrijkste keten, Food Lion in de Verenigde Staten, heeft het de afgelopen jaren erg moeilijk gehad.

Beckers: “Food Lion heeft een tijdlang niet genoeg aandacht besteed aan onze historische sterkte: lage prijzen. In crisistijden vinden consumenten de prijzen des te belangrijker. Vanaf 2010 hebben we dat met succes rechtgezet. Dat was niet gemakkelijk, want het was volop crisis. Op zijn afzetmarkt is Food Lion opnieuw de goedkoopste supermarkt, na Walmart en andere harddiscounters. De keten kan de concurrentie met Walmart aan. Het is vooral een kwestie van marktaandeel op regionaal niveau. In de meeste van onze regio’s zijn we nog altijd de nummer één of twee. Dan is schaalgrootte geen probleem.”

In die moeilijke periode zou u vanuit België te veel op het Amerikaanse management hebben vertrouwd. Men zegt dat u te braaf bent geweest.

Beckers: “Ik ben liever de man die ik ben dan een asshole te zijn (lacht). Het is beter respect te hebben voor je medewerkers en hen vertrouwen te geven. Dat heb ik altijd gedaan, en misschien hebben hier en daar enkele mensen te veel vertrouwen gekregen. We hadden bij Food Lion bijvoorbeeld sneller de knoop moeten doorhakken.”

Net voor het uitbreken van de crisis had u in België uw prijzen gevoelig verlaagd. Maar concurrent Colruyt blijft ongenaakbaar.

Beckers: “Er is geen twijfel dat Colruyt de laatste tien jaar op veel niveaus de betere was. Wie in de eerste plaats mikt op goedkoop, heeft het gemakkelijker om in crisistijden te groeien. Delhaize mikt op kwaliteit, service en een breed assortiment. Het heeft daardoor een duurder imago, maar onze prijzen zijn goed en worden nog beter. Het afgelopen kwartaal lag onze handelsinflatie lager dan het algemene prijzenpeil. Maar in de perceptie van veel mensen blijft Delhaize een dure supermarkt.”

Om de consument van het tegendeel te overtuigen schreef u anderhalf jaar geleden een opmerkelijke open brief.

Beckers: “Er waren toen berichten verschenen dat Delhaize zijn prijzen toch had verhoogd. Dat was niet waar, en dat kon ik niet laten passeren. Delhaize is een integer bedrijf. We maken soms fouten, maar in dat geval was het niet zo. In die periode hadden we net veel geïnvesteerd in lagere prijzen. Door die berichtgeving werden al onze inspanningen tenietgedaan. Een CEO van een groot bedrijf mag in zijn communicatie niet impulsief zijn; hij moet die altijd eerst intern aftoetsen. Maar toen heb ik onmiddellijk beslist dat ik persoonlijk moest reageren. Ik heb die brief zelf geschreven, elk woord was van mij.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content