De ongelijkheid tussen de geslachten kan niet blijven duren

© Trends
Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur bij Trends

Als straks een vrouw aantreedt als Amerikaans president, is daarmee de loonkloof nog niet gedicht. In de westerse wereld is de vrouw nog steeds niet de gelijke van de man. Beter opgeleid dan hem, met evenveel ambitie, blijft ze vastgekluisterd aan traditionele rolpatronen. Hoelang zal ze het nog pikken?

Symbolen kloppen niet noodzakelijk met de realiteit. In Duitsland en Groot-Brittannië, twee van de machtigste landen van Europa, staat een vrouw aan het hoofd van de regering, Angela Merkel respectievelijk Theresa May. Dat wekt de indruk dat vrouwelijke regeringsleden in Europa gemeengoed geworden zijn. Niets is minder waar, rekende het European Institute for Gender Equality (EIGE) voor. In 2012 bezetten mannen 78 procent van alle ministerposten in de EU.

Hetzelfde geldt voor het bedrijfsleven. Er zijn best wel grote bedrijven met vrouwelijke CEO’s. Zelfs Amerikaanse wapenproducenten als General Dynamics en Lockheed Martin hebben een vrouw als baas. Maar dat geeft een verkeerd idee over de rest van de grote bedrijven. Nauwelijks 8 van de 100 grootste Amerikaanse ondernemingen hebben een vrouw als CEO.

De vrouw is nog lang niet de gelijke van de man, en veel reden tot optimisme is er eigenlijk niet, toch niet de laatste jaren. Sinds 2005 is de vooruitgang in het dichten van de genderkloof “marginaal” geweest, zo stelt EIGE bij de opstelling van zijn jongste Gender Equality Index, een maatstaf voor de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in de EU.

Hoe erg is het?

Als een man opslag komt vragen, is hij assertief. Als een vrouw hetzelfde doet, is zij een ‘zaag’ of een ‘bitch”

In de EU staan we amper iets over halfweg in het dichten van de kloof. De Gender Equality Index – die een lange reeks van factoren in rekening neemt, van ministerposten tot lonen en betrokkenheid bij het huishouden – stond in 2012 op 52,9, waarbij 100 voor volledige gendergelijkheid staat. Dat is nauwelijks beter dan in 2005, toen de index 51,3 haalde.

Zoals gewoonlijk bezetten de vrouwvriendelijke Scandinavische lidstaten Zweden, Finland en Denemarken de top drie, met scores van 70 en meer, nauw gevolgd door Nederland op de vierde plaats, met 68,5. België haalt een verrassende vijfde plaats, met evenwel een matige score van 58,2. Alle overige 23 lidstaten halen met moeite meer dan 50, of zijn gebuisd.

Een indicator die de ongelijkheid nog korter en krachtiger in kaart brengt, is de loonkloof. In 2010 was het gemiddelde uurloon van de vrouwen in de Europese privésector 15,3 procent lager dan dat van de mannen, stelt een recente studie in opdracht van de Europese commissie. België is met 8,5 procent een goede middenmoter.

Ook de Amerikaanse vrouw verdient een pak minder dan haar mannelijke landgenoot, berekende Claudia Goldin, economieprofessor van Harvard University. De verhouding tussen het mediane jaarloon van voltijds werkende vrouwen en mannen verbeterde tussen 1980 en 2000 van 0,56 tot 0,74, maar bedroeg in 2010 nog steeds 0,77. Net als in Europa was er ook de VS weinig verbetering de laatste 10 jaar.

Hoeveel kost het?

De onderbenutting van de talenten van de helft van de wereldbevolking kost ons een pak economische groei, zegt een studie uit 2015 van MGI, de onderzoeksarm van consultant McKinsey. Vandaag zitten vele vrouwen vast in deeltijds en minderwaardig werk. Als ze evenveel betaalde uren zouden verrichten als mannen, en even sterk zouden vertegenwoordigd zijn in hoogproductieve sectoren, krijgt de wereld er een economie bij zo groot als de VS en China samen.

Nogal wat studies bekijken het ook micro-economisch. Meer vrouwen op de werkvloer, doet dat de ondernemingsprestaties stijgen? Zijn vrouwen betere bazen? Het Peterson Institute for International Economics analyseerde 21.980 bedrijven in 91 landen. Een vrouwelijke CEO doet het op zich niet beter dan een mannelijke tegenspeler. Wel is er een sterke correlatie tussen de bedrijfsprestaties en het totaal aantal vrouwen in het topkader. Een vrouwelijker topkader doet de nettowinst stijgen met liefst 6 procentpunt. Opmerkelijk: quota voor het aantal vrouwen in de raad van bestuur blijkt geen effect te hebben op de bedrijfsprestaties.

Nog dit. Jonge vrouwen zijn vandaag beter opgeleid dan jonge mannen. In de OESO-landen is het percentage van de 25- tot 34-jarige vrouwen met een diploma hoger onderwijs groter dan bij hun mannelijke leeftijdsgenoten. En vrouwen kunnen net zo goed ingenieur of kernfysicus worden als mannen. Onderzoek ontkracht het hardnekkige vooroordeel dat “meisjes niet zo goed zijn in wiskunde als jongens.” Alleen al daarom is de onderbenutting van vrouwelijk talent zo absurd.

De ongelijkheid tussen de geslachten kan niet blijven duren
© Getty Images/iStockphoto

Het probleem is dat meisjes – zelfs die met uitstekende schoolresultaten – meer angst hebben voor wiskunde, en die angst wordt hen aangepraat door hun omgeving, zo zegt het OESO-rapport The ABC of Gender Equality in Education, uit 2015. De aangeleerde angst – waarin niet alleen de ouders, maar zelfs de leraars een rol spelen – eist zijn tol. In 2012 begon slechts 14 procent van de nieuwe, vrouwelijke universiteitsstudenten in de OESO-landen aan wetenschaps-gerelateerde richtingen, zoals ingenieur. Bij de nieuwe mannelijke studenten was dat aandeel 39%.

Waaraan ligt het?

Enkele van de voornaamste verklaringen voor de loonkloof kwamen al aan bod. Het begint al bij het verschil in studiekeuze tussen jongens en meisjes. Een burgerlijk ingenieur maakt nu eenmaal meer kans op een hoger loon dan een pedagoog. Eens van school af, kiezen vrouwen meer voor sectoren die minder goed betalen, zoals distributie. Zij zijn ook ondervertegenwoordigd in leidinggevende functies.

Bovendien werken vrouwen vaker deeltijds, en niet zelden zijn dat oninteressante banen, met weinig toekomstperspectieven en lage lonen. Denk maar aan schoonmaak. In 2013 werkte 45,3 procent van de vrouwelijke loontrekkenden in België deeltijds, tegen slechts 9,9 procent van de mannelijke, zegt het jongste Belgische loonkloofrapport, opgesteld door de FOD Werkgelegenheid en het IGVM (Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen).

Die keuze voor deeltijdse banen heeft veel te maken met de zorg voor huishouden en kinderen. Als puntje bij paaltje komt, is dat onbetaalde werk nog altijd een zaak van de vrouw. EIGE noemt het de kern van de ongelijkheid tussen man en vrouw in de EU. In 2010 besteedde 45 procent van de vrouwelijke werknemers minstens 1 uur per dag aan de kinderen. Bij de mannelijke collega’s was dat 27 procent. Voor huishoudelijke karweien is de kloof nog breder: 77 procent van de vrouwelijke werknemers besteedde er minstens 1 uur per dag aan, tegen 24 procent bij de mannen.

Er zijn nog altijd vrouwonvriendelijke bazen die subjectief beslissen wie opslag krijgt en wie niet.

Vrouwen laten vaker hun carrière staan, of onderbreken hun loopbaan, waardoor ze anciënniteit mislopen, minder promotie maken en opleidingsmogelijkheden missen. Dat heeft een zelfversterkend effect, schrijft het Belgische loonkloofrapport. “Vrouwen die zich belemmerd voelen in hun loopbaan, investeren er na verloop niet meer in.” Het spreekt boekdelen dat gemiddeld bruto uurloon bij de Belgische vrouwen stagneert vanaf 35 jaar, terwijl dat van de man voort stijgt. Bij de 25- tot 34-jarige werknemers bedraagt de loonkloof nog een bescheiden 4 procent, bij de 55- tot 64-jarigen is dat al een forse 20 procent.

De man blijft dus de kostwinner. Dat rolmodel verklaart ook de loonkloof van 9 procent bij de getrouwden, en de negatieve loonkloof bij de vrijgezellen. De gemiddelde mannelijke vrijgezel verdient 2 procent minder dan de vrouwelijke vrijgezel. Ook bij alleenstaanden zonder kinderen is de loonkloof negatief. Een alleenstaande man zonder kinderen verdient 4 procent minder dan zijn vrouwelijke evenknie. Bij koppels met kinderen is de loonkloof 9 procent. Huwelijk en kinderen komen een vrouw duur te staan.

Laura Merla, professor Gezinssociologie aan de UCL, nuanceert het argument dat vrouw de kinderzorg op zich neemt omdat haar man meer verdient, en zo het financieel verlies voor het gezin minimaliseert. “Ook in landen met mooie vergoedingen voor ouderschapsverlof zijn het vooral de vrouwen die de kinderzorg op zich nemen,” zegt Merla. “Mijn studenten geloven mij niet als ik zeg dat er ook vandaag genderongelijkheid heerst. Vrouwen hebben toch geen handtekening meer nodig om een bankrekening te openen, zoals in de tijd van onze grootmoeders? In werkelijkheid spelen de traditionele rollenpatronen nog altijd.”

De ongelijkheid tussen de geslachten kan niet blijven duren
© Trends

Diploma, sector, anciënniteit en alle andere zichtbare factoren verklaren een kleine helft van de loonkloof, aldus het Belgische rapport. De rest blijft onverklaard, deels omwille van gebrek aan extra gegevens, deels omwille van factoren die de statistiek niet kan vatten. Zo kloppen mannen meestal harder op tafel bij loononderhandelingen.

Speelt ook pure discriminatie mee? “Dat kan bijna niet anders,” zegt Hildegard Van Hove, coördinator genderstatistieken bij het IGVM. “Er zijn nog altijd vrouwonvriendelijke bazen die subjectief beslissen wie opslag krijgt en wie niet. Als een man opslag komt vragen is hij assertief, als een vrouw hetzelfde doet is zij een ‘zaag’ of een ‘bitch’. Een vrouw hoort haar job uit liefde te doen.”

Loondiscriminatie op basis van geslacht is al meer dan 40 jaar verboden in België, en toch lopen bij het IGVM nog klachten binnen. Vaak gaan die ook over ongelijke behandeling bij extra-legale voordelen. “Het bedrijf hanteert de criteria op zo’n manier dat vrouwen bijvoorbeeld veel minder kans maken op een bedrijfswagen,” zegt Van Hove. “Loondiscriminatie kan ook binnensluipen via de opstelling van functieclassificaties. Is het een man, dan spreekt het bedrijf over een ‘technisch expert’. Is het een vrouw, dan spreekt het bedrijf over een ‘technisch assistent’. Beide doen hetzelfde werk, maar tegen een ongelijk loon.

Bedrijven zouden, net zoals in Portugal, verplicht moeten worden om hun loonschalen bekend te maken, vindt Van Hove. “Werknemers weten niet hoeveel hun collega verdient. Dat maakt het voor een werkgever gemakkelijk om mensen te discrimineren die met minder content zijn, of zwakker staan op de arbeidsmarkt.”

Hoe geraakt het opgelost?

Vandaag gebeurt al heel veel in de strijd tegen genderongelijkheid, van campagnes om meisjes te werven voor technische of wetenschappelijke studies, tot initiatieven ter versterking van de balans tussen werk en privé. Dankzij telewerken kon KBC vorig jaar 16,6 miljoen km aan woon-werkverplaatsingen besparen, meer dan 10 procent van het totaal. En de wetgever verbeterde de mogelijkheden voor ouderschapsverlof voor mannen.

Het helpt allemaal, maar druppelsgewijs. De meisjes blijven ondervertegenwoordigd in de wetenschappelijke en technische richtingen van het hoger onderwijs in de OESO-landen. Ook de klassieke rollenpatronen in het gezin zijn een harde noot, al merkt professor Merla beterschap bij de jongere generaties. “Het dringt daar door dat vaderschap niet noodzakelijk een kwestie is van de kost verdienen voor het gezin, maar ook tijd besteden aan de kinderen.”

Proximus ziet bij de 25- tot 40 jarige mannelijke werknemers een toenemende deelname aan regelingen als flexibel werken en ouderschapsverlof. “Het gaat om een kleine, maar snelgroeiende groep”, zegt Valérie Vermeire, verantwoordelijk verloningsbeleid bij Proximus. Bij KBC heeft het voltijdse ouderschapsverlof bijna het genderevenwicht bereikt: vrouwen nemen gemiddeld 31 dagen, mannen 29 dagen.

Een vrouw kan nooit zeggen: ‘Ik heb over twee weken een zware deadline, dus ik ga niet wassen of koken

Maar er is meer nodig. “Bij aanwerving zijn jonge vrouwen even ambitieus als jonge mannen,” zegt Elien Willems, beleidsadviseur en lid van de Genderaction Group van KBC. “In het middenkader verandert dat. Vrouwen hebben meer stimuli nodig om de ambitie te houden. Vaak ligt het aan ingesteldheid. Bij een interne vacature denken vrouwen al gauw dat ze aan 120 procent van de vereisten moeten voldoen eer ze kunnen solliciteren, terwijl mannen 20 tot 30 procent van de vereisten al voldoende vinden om hun kans te wagen. Veel vrouwen zeggen ons dat ze niet eens wisten dat ze in aanmerking kwamen voor de job.”

KBC helpt vrouwelijke medewerkers om op te komen voor zichzelf, en dat werkt. “Bij KBC hebben we een zogenoemde toptalentenpool, een groep medewerkers die we klaar houden voor doorstroom naar het topkader. De man-vrouwverhouding in de pool bedraagt 60/40. We stellen vast dat de verhouding gelijk blijft bij de doorstroom naar boven.”

De 60/40-verhouding heeft nog niet de top bereikt. Voorlopig telt het directiecomité van KBC Group 1 vrouw, op een totaal van 6 leden. Het directiecomité van Proximus kent grosso modo dezelfde verhouding: op de 8 leden zijn er 2 vrouwen, waaronder de CEO, Dominique Leroy. Maar HR-directeur Jan Van Acoleyen hoedt er zich voor om Leroy als argument te gebruiken. “Twee derden van onze werknemers zijn mannen” zegt Van Acoleyen. “Als telecombedrijf heeft Proximus verhoudingsgewijs meer technische profielen nodig, van lassers tot ingenieurs en ICT-specialisten. Onze commerciële afdeling heeft het genderevenwicht bijna bereikt, maar onze technische afdeling blijft ermee worstelen.”

Zouden we niet beter aanvaarden dat vrouwen nu eenmaal andere beroepsvoorkeuren hebben? Die ietwat provocerende vraagt stelt zich een paper van het CEP, een onderzoekscentrum van de befaamde London School of Economics. Veel van de traditionele obstakels voor de werkende vrouw zijn afgebouwd, en toch zien we nog steeds een segregatie tussen typisch mannelijke en typisch vrouwelijke beroepen. Dat mannen luchtvaartingenieur worden, en vrouwen leerkracht, komt ook omdat de eerste groep een voorkeur heeft voor “het maken van dingen”, en de tweede groep eerder gaat voor menselijke interactie en empathie, besluit de paper, op basis van Britse, Amerikaanse en Russische data.

De ongelijkheid tussen de geslachten kan niet blijven duren
© Getty Images/iStockphoto

Waar komen dan de verschillen in voorkeuren vandaan? “Die zijn aangeleerd door ouders en leerkrachten,” zegt Merla. “Al tijdens lagere school sturen zij -vaak onbewust – meisjes meer in de richting van zachtere vakken als talen en geschiedenis, jongens meer in de richting van hardere richtingen als wiskunde en wetenschappen. Meisjes moeten zich coöperatief gedragen, jongens moeten competitief zijn, en mogen zelfs de regels contesteren. Dat alles beïnvloedt de latere studie- en beroepskeuze. Vrouwen komen meer in de verzorgende sectoren terecht, mannen meer in bouw en techniek.”

Ignace Glorieux, professor sociologie aan de VUB, herkent de rolbevestigende patronen in zijn tijdsbestedingsonderzoeken. “Meisjes tussen 14 en 16 jaar helpen al meer in het huishouden dan jongens,” zegt Glorieux. “Ons eerste grote tijdsbestedingsonderzoek dateert van 1999. De vrouw bleek het grootste deel van het huishouden te doen. De kranten titelden ‘De nieuwe man bestaat niet.’ Vandaag zijn we 17 jaar verder, en er is amper iets veranderd.”

Hoe komt dat? “Vrouwen zijn even ambitieus in hun werk als mannen,” zegt Glorieux. “Maar een man hoeft zijn beroepsleven niet in de weegschaal te leggen voor de zorg voor kinderen en huishouden. Als hij een goed inkomen en een mooie professionele positie heeft, dan is hij voor 90 procent geslaagd in het leven. Doet hij daarbovenop af en toe iets met de kinderen, dan is hij een superpapa. Doet een vrouw exact hetzelfde, dan is zij een slechte moeder. En dat is het laatste wat een vrouw wil zijn. Als een man met verkeerde geklede of slecht gewassen kinderen ‘s morgens aankomt op school, is de moeder schuldig, en niet de vader. Want ach, die is gewoon verstrooid.”

Niet alleen de hoeveelheid huishoudelijk werk kluistert de vrouw, ook de routineuze aard ervan. “Zij doet de onvermijdelijke karweien als wassen, strijken en koken,” aldus Glorieux. “De man kookt als er eens vrienden komen. Zijn taak is het scheren van de haag, maar dat kan net zo goed volgende week, als ‘t mooi weer is. Dat heeft professionele gevolgen. Een vrouw kan nooit zeggen: ‘Ik heb over twee weken een zware deadline, dus ik ga niet wassen of koken. Als ze naar een buitenlands congres wil, moet ze haar complete netwerk aanspreken om het huishouden draaiende te houden.”

Wanneer is het vrouwengeduld op?

“Misschien zit het genderonderscheid te diep geworteld,” zegt Glorieux. “In alle culturen luidt de eerste vraag bij een geboorte: is het een jongen of een meisje? Boek je een vliegtuigticket of een hotelkamer, dan moet je je geslacht aanvinken, ook al is dat irrelevant. En nooit wordt dat in vraag gesteld.”

De ongelijkheid tussen de geslachten kan niet blijven duren
© Trends

“In een optimistische bui denk ik soms dat er kantelpunt komt,” zegt Glorieux. “Vrouwen werken veel nauwgezetter dan mannen. Mijn vrouwelijke studenten werken harder dan de mannelijke, halen betere punten, en brengen hun thesis op tijd binnen. De jongens zijn veel nonchalanter, alleen roepen ze veel harder. Op vergaderingen voeren mannen het hoge woord, terwijl de vrouwen toekijken en denken: ‘waarmee zijn ze weer bezig.’ Achter de schermen doen zij dan vaak het werk doen en lossen de problemen op. Dat gaat niet blijven duren.”

Daar is een heel goede verklaring voor. Gelijkwaardigheid van man en vrouw zit genetisch verankerd in de mens, en dat grondpatroon komt onvermijdelijk weer bovendrijven, schrijft de Gentse professor gedragsbiologie Johan Mertens in zijn boek ‘Vrijen, vechten of vluchten?’ “We leven al 200.000 jaar als homo sapiens” zegt Mertens in een toelichting aan Trends. “Gedurende het overgrote deel van die periode waren man en vrouw gelijk, en dat is vastgelegd in onze basisstructuur. Pas toen de landbouw opkwam, zowat 10.000 jaar gelden, kreeg de man de bovenhand, want zijn spierkracht moest het grondgebied verdedigen. De notie bezit ontstond. De man kreeg het bezit over de grond, en meteen ook over de vrouw.”

Nu vrouwen uitstekende studieresultaten halen en net zo goed CEO worden van grote bedrijven, zijn ze niet langer afhankelijk van mannen voor hun levensonderhoud. Mannen bereiden zich maar beter voor op de grote ommeslag, aldus Mertens. “De vrouw zal als gelijke een partnerschap aangaan met de man, en een deal maken over wie voor de kinderen zorgt, en hoe dat gebeurt. Is zij niet langer tevreden over het partnerschap, dan gaat ze bij iemand anders. En het hoeft niet met z’n tweeën te gebeuren. Een vrouw kan een aantal vrienden en vriendinnen hebben, en de man ook. Maar dat zal voor velen te aangebrand klinken.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content